Twee Poesjes.
Twee kleine poesjes die samen woonden samen opgroeiden als twee wollen bollen grote vriendschap voor elkander toonden voor het spel soms over elkaar heen rollen
Apollo's zonnestralen vielen mild op aarde kleine poesjes die stralen zachtjes aaiden daardoor de warmte voor enige tijd bewaarde wind, wat stofzand in een hoek samen waaide.
Beide poesjes lagen uitgestrekt te zonnen deden net of de warmte hen niet kon deren die mooie dag was nog maar net begonnen poesjes zich af en toe eens wilden omkeren
Door die warmte werden poesjes erg dorstig een drankje zoeken vonden ze een hele opgave de broodkorst vonden ze een beetje te korstig zonder eten of drinken om hun dorst te lave.
Hun baas, kwam als de grote redder in nood juist uit bed, het was nog vroeg in de morgen hij bracht hen fris drinken en wat vers brood vonden het goed dat hij voor hen wou zorgen
Tergend langzaam waren ze de dag rondgekomen wat eten en drinken meer moest het niet zijn soms even lekker spinnen en wat liggen dromen voor kleine poesjes spelen vonden ze best fijn.
Sami.
|