Schuld en boete
Aasgierkapitalisten
Lelijk maar... niet strafbaar.
Als gieren hangen ze boven landen en bedrijven die nog ternauwernood
in leven zijn. Als eenmaal duidelijk is dat hun prooi niet meer aan
schuldverplichtingen kan voldoen en aanstuurt op een regeling met zijn
schuldeisers, slaan ze toe. Voor een schijntje vreten ze zich vol met
de restanten van hun prooi.
Enkele maanden geleden kreeg het grote publiek goed zicht op de
werkwijze van aasgierfondsen, toen het bedrijf Donegal Corporation de
staat Zambia voor de Britse rechter sleepte. Terwijl Zambia twee jaar
geleden nog in aanmerking probeerde te komen voor schuldsanering wat
werd toegezegd door de G8 in Gleneagles (juli 2005) en sindsdien werd
uitgevoerd door de Wereldbank probeerde Donegal, van de Amerikaanse
zakenman Michael Sheehan, de regering van Zambia zo ver te krijgen een
oude schuld aan Roemenië te voldoen.
Donegal had die schuld enkele jaren eerder voor vier miljoen van Roemenië gekocht.
In 1979, nog in de tijd van Ceausescu, hadden de Roemenen zon
dertig miljoen dollar aan Zambia geleend om (Roemeense)
landbouwwerktuigen aan te kunnen schaffen. Zambia zou op termijn
terugbetalen, maar bleef in gebreke. De landbouwwerktuigen hadden
onvoldoende groei gegenereerd, om het zacht uit te drukken. Eind jaren
negentig begreep de postcommunistische Roemeense regering dat er weinig
meer te halen viel bij Zambia, een land waar inwoners gemiddeld niet
ouder worden dan 37,5 jaar, één op de vijf inwoners besmet is met aids
en het jaarinkomen per hoofd van de bevolking vijfhonderd dollar
bedraagt.
In 1999 kwamen de landen tot een overeenkomst: met een betaling van drie miljoen dollar was Zambia er vanaf.
Maar vlak voor de handtekeningen werden gezet, bood Sheehan de
Roemeense regering vier miljoen dollar voor de schuld. Roemenië ging op
het aanbod in en zelfs de toenmalige regering van Zambia, onder leiding
van president Frederick Chiluba, erkende de transactie gek genoeg onder
het Britse recht.
Dit jaar stapte Sheehan, wiens Donegal Corporation is geregistreerd
op de Britse Maagdeneilanden, naar een rechtbank in Londen. Hij eiste
aanvankelijk meer dan het totale bedrag dat de G8 Zambia heeft
toegezegd aan schuldverlichting en aasde op een 1400 procent rendement
op zijn aanvankelijke investering van vier miljoen. En hoewel de
rechter het gedrag van Sheehan moreel laakbaar noemde, zijn getuigen
oneerlijk en zelfs deliberately evasive (moedwillig ontduikend),
kon hij niet anders dan Sheehan in het gelijk stellen. Want illegaal
was de gang van zaken allerminst.
Totdat er een nieuwe regeling met Zambia zou worden getroffen
uiteindelijk moet het Afrikaanse land zon 15 miljoen euro aan Sheehan
betalen werd op last van de rechter beslag gelegd op alle Zambiaanse
bezittingen in Engeland.
De handel in tweedehands schulden biedt hoge rendementen.
Het is ook niet nieuw. Zo kochten aasgierfondsen een belangrijk deel
van de door Argentinië uitgegeven staatsobligaties, vlak voordat een
financiële implosie dat land economisch platlegde. Omdat de gangbare
vermogensbeheerders, zoals grote banken en pensioenfondsen, in die
dagen graag van hun Argentijnse schuldpapieren af wilden, betaalden de
aasgierfondsen soms niet meer dan twintig procent van de
oorspronkelijke waarde.
Maar de gevolgen van de aasgierfondsen komen soms ook dichterbij.
In april dit jaar liet Kensington International beslag leggen op 10,3
miljoen euro Belgisch ontwikkelingsgeld bestemd voor Congo-Brazzaville.
Kensington kocht een schuld van Congo voor 1,8 miljoen en eist nu meer
dan honderd miljoen euro!
Een deurwaarder in het internationale kredietwezen werkt niet voor niets.
Sinds een gewonnen rechtszaak laat Kensington wereldwijd beslag leggen
op gelden bestemd voor Congo, waaronder dus die 10,3 miljoen euro aan
Belgische belastingcenten.
Al in 26 gevallen trokken de aasgieren bij de rechter aan het
langste eind. Daarbij werd in totaal een miljard dollar opgehaald.
Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben op dit moment
nog eens 44 gieren een claim lopen tegen 11 ontwikkelingslanden met een
waarde van nog eens één miljard dollar.
De aasgierfondsen wekken verontwaardiging onder de organisaties die
lang hebben gestreden voor schuldverlichting. Ze vrezen dat de effecten
van de 37 miljard dollar aan beloofde schuldkwijtschelding door het
werk van deze gierkapitalisten teniet worden gedaan. Gordon Brown, de
nieuwe premier van Groot-Brittannië, sprak na de rechtszaak van Sheehan
versus Zambia over een morally outrageous outcome en over de
perversiteit van de handelaren in schuld. Hij benadrukte dat de
gieren geld weghalen dat besteed had kunnen worden aan zorg en
onderwijs.
De Belgische staatssecretaris voor Financiën, Hervé Jamar, deed in harde taal tegen de gieren voor hem niet onder.
Zelfs de Wereldbank, voor veel activisten een kwade genius in de
gebrekkige ontwikkeling van arme landen, probeert de aasgierfondsen
tegen te werken, met een fonds dat giften verstrekt aan halfdode landen
mits redelijk bestuurd die de snavel van de gier al voelen.
Samen met het IMF stelde de ontwikkelingsbank ook een lijst op van
commerciële schuldeisers om ze op die manier publiekelijk in diskrediet
te brengen, hoewel het de vraag is of de gieren daar werkelijk wakker
van liggen.
Ingekort artikel van Pieter van Os,
De Groene Amsterdammer