Savats Oranje Theehuis : Populaire opera- operette en klassieke muziek
17-09-2012
Erich Korngold - Die tote Stadt (Bruges la morte)
Erich Korngold: Die tote Stadt - Oh Freund, ich werde sie nicht wiedersehen Torsten Kerl Orchester der Deutschen Oper Berlin Leitung: Lawrence Foster
.
Glück, das mir verblieb" from Die tote Stadt (E. W. Korngold) Recorded live at the Théâtre Musical De Paris - Châtelet, 2000
. .
Mariettas Lied (Glück, das mir verblieb) from Erich Wolfgang Korngold's opera Die tote Stadt (The Dead City): Angela Denoke (Marietta), Torsten Kerl (Paul), Jan Latham-Koenig
Glück, das mir verblieb, rück zu mir, mein treues Lieb. Abend sinkt im Hag bist mir Licht und Tag. Bange pochet Herz an Herz Hoffnung schwingt sich himmelwärts.
2 x Erich Korngold en 2 x Renée
1. Die Kathrin -- 'Ich soll ihn niemals, niemals mehr sehn' 2. Das Wunder der Heliane -- 'Ich ging zu ihm'
U kent inmiddels de mevrouw die dit zingt, neem ik aan ? Zij verblijft bij mij, in de living, het salon, de slaapkamer. Nooit in de keuken : daar sta ik, om lekkere hapjes voor haar te maken. Hoe beter ze zijn, des te beter zingt Renée. Voor mij, voor mij alleen. En soms gaan we samen wandelen en ze houdt mijn hand vast en ze knijpt er even in en ze kijkt me aan en glimlacht. En dan schiet ik wakker .
Savat
W.A. Mozart - Die Zauberflöte - Salzburger Festspiele
Wiener Philharmoniker Leitung: Ricardo Muti S
ARASTRO (Bass) René Pape TAMINO (Tenor) Paul Groves SPRECHER (Bass) / ERSTER PRIESTER (Tenor) Franz Grundheber ZWEITER PRIESTER (Bass) Xavier Mas DRITTER PRIESTER (Sprechrolle) Michael Autenrieth KÖNIGIN DER NACHT (Sopran) Diana Damrau PAMINA, ihre Tochter (Sopran) Genia Kühmeier ERSTE DAME (Sopran) Inga Kalna ZWEITE DAME (Sopran) Karine Deshayes DRITTE DAME (Alt) Ekaterina Gubanova ERSTER KNABE (Sopran) Mitglieder ZWEITER KNABE (Sopran) der DRITTER KNABE (Alt) Wiener Sängerknaben PAPAGENO (Bariton) Christian Gerhaher PAPAGENA (Sopran) Irena Bespalovaite MONOSTATOS, ein Mohr (Tenor) Burkhard Ulrich ERSTER GEHARNISCHTER (Tenor) Simon O'Neill ZWEITER GEHARNISCHTER (Bass) Peter Loehle
Antonin Dvorak - 9de Symfonie - De Nieuwe Wereld
De
Wiener Philharmoniker en Von Karajan : het zal wel in orde zijn, zeker ?
14-09-2012
André Rieu in Wenen
Ne een drukke en vermoeiende week gaan we de ontspannende toer op met André Rieu in Wenen.
13-09-2012
Dienstmededeling
Youtube heeft een van de componenten van de copieercode die tot vandaag 13 september 2012 gehanteerd werd, gewijzigd.
Met als gevolg dat alle video's die op deze blog verschenen zijn tot heden, niet meer kunnen bekeken worden. Het zijn er meer dan 1500 en dat is natuurlijk een geweldig verlies.
Langs de andere kant ben ik dankbaar dat wij gedurende bijna 3 jaar gebruik hebben kunnen maken van de fantastische discotheek die Youtube is. En ik zal er nog een tijdlang mee doorgaan. Als de tijd het me toelaat zelfs in een verhoogd tempo omdat al de vorige opnames niet meer beschikbaar zijn. En misschien zal Youtube iets wijzigen aan haar nieuwe copieerbaarsysteem, zodat de oude gebruikers niet afgestraft worden.
Nog een opmerking : deze wijziging wordt doorgevoerd zonder één verwittiging. En dat is jammer.
Dank aan de bescheiden kleine groep bezoekers van het Oranje Theehuis voor hun trouwe aanwezigheid. De muziek die ik laat horen, is een erg persoonlijke en individuele keuze van klassieke opnames, die ik beschouw als de pijlers van onze Westerse beschaving die door geen enkele andere cultuur geëvenaard wordt.
Savat
W.A. Mozart - De Toverfluit - Royal Opera House - Integrale versie
Performers * Franz-Joseph Selig (Bass) * Dorothea Roschmann (Soprano) * Diana Damrau (Soprano) * Simon Keenlyside (Baritone) * Will Hartmann (Tenor) Conductor * Colin Davis Ensembles * Royal Opera House Covent Garden Chorus * Royal Opera House Covent Garden Orchestra
Sergei Rachmaninov - Symfonie Nr 2
Technische problemen
Technisch Probleem
Omwille van een technisch probleem zijn de video's via Yoytube momenteel niet afspeelbaar
10-09-2012
Antonin Dvorak - Rusalka - Integrale versie Opéra National de Paris
. . Rusalka : Renée Fleming
Jeibaba : Larissa Diadkova
The Prince -- Sergei Larin
The Water Spirit -- Franz Hawlata
The Foreign Princess -- Eva Urbanova
The Gamekeeper -- Michel Sénéchal
Paris National Opera Chorus and Orchestra
James Conlon, conductor
Robert Carsen, stage director
Michael Levine, set and costume design
De opera speelt zich af in een sprookjesland, in een ondefinieerbare sprookjestijd.
Eerste bedrijf Wanneer, diep in het woud, de nacht valt over een meer, ontwaken de waternimfen die in het water leven. Zij dansen en spelen vrolijk aan de oever en plagen hun vader, de watergeest, wanneer die eveneens uit het water opduikt. Hun zus, de mooie Rusalka, deelt echter niet in hun plezier. Zij vertelt de reden van haar verdriet: onlangs zag zij een knappe jonge prins baden in het meer, en werd onmiddellijk smoorverliefd op hem. Nu verlangt zij naar een menselijke gedaante en een ziel, om de liefde van deze jongeman te winnen. De watergeest probeert zijn dochter te waarschuwen voor deze onmogelijke liefde, maar tevergeefs. In de beroemde weemoedige aria “Lied aan de Maan” lucht zij haar hart tegenover de volle maan die over het meer schijnt. Dan besluit Rusalka de hulp in te roepen van de heks Jei Baba. Deze is wel bereid haar wens in te willigen, echter op voorwaarde dat Rusalka haar stem inruilt, waardoor zij in de mensenwereld stom zal blijven. Maar als haar geliefde haar ooit ontrouw zal zijn, zal de betovering verbroken worden, en moet Rusalka voor eeuwig een uitgestotene blijven. Zonder na te denken stemt Rusalka hiermee in. Wanneer de prins tijdens een jachtpartij aan de oever van het meer verschijnt, verovert Rusalka zijn hart. Hij neemt haar mee naar zijn kasteel.
Tweede bedrijf In het kasteel komt het stille en onwennige meisje erg zonderling en onheilspellend over op het dienstpersoneel. De prins houdt weliswaar van zijn mooie bruid, maar raakt uiteindelijk toch enigszins geïrriteerd door haar ergerlijke stilzwijgen en haar eigenaardige gedrag. Tijdens het bruiloftsfeest maakt een van de uitgenodigde dames hiervan misbruik en probeert openlijk de liefde van de prins voor zich te winnen. Machteloos moet Rusalka toekijken hoe de prins haar ontrouw wordt, en zij vlucht naar de kasteelvijver om tegen haar vader, de watergeest, haar leed uit te zingen. Op het ogenblik dat de prins de lichtzinnige hertogin zijn liefde verklaart, sleurt de watergeest zijn dochter weer het water in, en bedreigt de ontrouwe prins. Diep getroffen door het verlies van zijn ware geliefde, verzinkt de prins in een diepe wanhoop.
Derde bedrijf Terug bij het meer roept Rusalka, ontheemd en door haar zusters uitgestoten, ten einde raad opnieuw de hulp van Jei Baba in. Deze verklaart dat Rusalka alleen kan gered worden als zij bereid is haar ontrouwe minnaar te doden. Dat wil en kan Rusalka echter niet over haar hart krijgen: zij houdt nog steeds zielsveel van de prins. Op dat moment krijgt de heks eveneens bezoek van een boswachter en zijn neefje, een koksmaatje. Zij zijn bezorgd om de depressieve toestand waarin hun meester, de prins, verkeert. Zij weten te vertellen dat hij door een boosaardig wezen tot een huwelijk zou gedwongen, en door haar toverij geestesziek geworden zijn. Als hij dat hoort, jaagt de woedende watergeest ze allebei weg. Opnieuw willen de waternimfen met de watergeest stoeien, maar deze brengt hen verdrietig op de hoogte van Rusalka’s treurige lot. Als een dwaallicht – halfweg tussen levend en dood – moet zij nu voor eeuwig over het meer dwalen en achteloze mensen met haar vage schijnsel de dood in lokken. Verdrietig en verteerd door berouw keert de prins terug naar het meer waar hij zijn geliefde Rusalka voor het eerst had ontmoet. Wanneer hij haar schim ziet opduiken, smeekt hij haar om een kus, maar zij waarschuwt hem dat dit zijn dood zal veroorzaken. Het kan de prins echter niets meer schelen: dat heeft hij er graag voor over, want zonder haar heeft het leven voor hem geen zijn meer. Wanneer Rusalka hem tenslotte toch teder kust, brengt dit ultieme bewijs van haar liefde hem de rust van de dood.
07-09-2012
Edvard Grieg - Pianoconcert
Limburgs Symfonie Orkest - Otto Tausk, dirigent Hannes Minnaar, piano Edvard Grieg - Pianoconcert, op. 16 Opgenomen tijdens het Zondagochtend Concert, 2 september 2012, Concertgebouw Amsterdam
04-09-2012
Edvard Grieg - Peer Gynt Suite N° 1
Limburgs Symfonie Orkest - Otto Tausk, dirigent Hannes Minnaar, piano Edvard Grieg - Peer Gynt Suite no.1 Opgenomen tijdens het Zondagochtend Concert, 2 september 2012, Concertgebouw Amsterdam
03-09-2012
Giuseppe Verdi - Il Trovatore - Integrale versie uit de Met 1988
.
Conde de Luna: Sherrill Milnes
Manrico: Luciano Pavarotti
Azucena: Dolora Zajick Leonora: Eva Marton
Ferrando: Jeffrey Wells
Ines: Loretta di Franco
Ruiz: Mark Baker
Un viejo gitano: Ray Morrison
Un mensajero: John Bills .
Conductor: James Levine Metropolitan Opera - 1988 .
Ferrando (bas), kapitein van de lijfwacht van graaf Di Luna (bariton), vertelt zijn manschappen dat het broertje van de huidige graaf door een zigeunerin behekst werd. Zij werd opgepakt en op de brandstapel gezet. Haar dochter ontvoerde daarop het broertje, en 's anderdaags vond men in de resten van de brandstapel het verkoolde lijkje van een kind.
In de tuin van het kasteel van de prins van Aragon vertelt Leonora (sopraan, hofdame van de prinses aan haar vertrouwelinge Inez (mezzosopraan) van haar liefde voor een troubadour, Manrico (tenor) genaamd. Inez heeft hier vreemde voorgevoelens bij, maar Leonora weigert haar raad om haar verhouding te breken op te volgen.
De graaf Di Luna is ongemerkt naderbij gekomen om de vrouw die hij waanzinnig liefheeft te zien. Dan klinkt in de verte de stem van de troubadour, en Luna's jaloezie laait hoog op. Leonora rent naar buiten recht in de armen van Luna, waarvan zij in de duisternis denkt dat het Manrico is. Manrico, die hier getuige van is, denkt dat Leonora hem ontrouw geworden is, maar ze weet hem ervan te overtuigen dat het een vergissing was, en dat ze alleen van hem houdt, en niet van Luna. Deze wordt woedend en beide mannen besluiten tot een duel. Ze snellen weg en laten Leonora in onmacht achter.
In het zigeunerkamp laat de gewonde Manrico zich door zijn moeder Azucena (mezzosopraan) verzorgen. Hij vertelt dat hij in staat was geweest de graaf te doden, maar het was alsof er een stem vanuit de hemel klonk die hem weerhield de dodelijke slag toe te brengen. Azucena vindt het maar niks, en in een soort van trance vertelt zij hoe haar moeder op de brandstapel stierf, nadat ze haar dochter had toegeschreeuwd haar te wreken. Hierop ontvoerde Azucena het zoontje van de graaf en in een delirium wierp zij een kind in de vlammen. Toen het delirium week, besefte ze dat ze in plaats van het zoontje van de graaf, haar eigen kind in de vlammen gegooid had. Manrico is ontzet door dit verhaal, en vraagt haar wie hij dan is. Azucena blijft volhouden dat hij haar zoon is. Dan komt Ruiz (tenor) met het nieuws dat Leonora, overtuigd van het feit dat Manrico dood is, in het klooster wil gaan. Manrico rent overhaast weg om haar tegen te houden, en Azucena probeert wanhopig hem te stoppen, echter tevergeefs. Leonora maakt zich gereed om het klooster binnen te gaan, maar wordt gestopt door Luna, die haar met geweld wil ontvoeren. Hij wordt echter tegengehouden door Manrico en zijn manschappen.
Azucena, op zoek naar haar zoon, wordt door de manschappen van Luna gearresteerd en voor de graaf gebracht. Hij hoort haar uit en zijn achterdocht is gewekt door haar verhaal. Ook Ferrando herkent in haar de zigeunerin die het broertje van de graaf vermoordde, en wanneer blijkt dat zij ook Manrico's moeder is, kan de graaf zijn geluk niet op. Manrico staat op het punt met Leonora te trouwen, maar wanneer hij hoort dat Azucena gevangen is, haast hij zich om haar te redden.
Manrico is gevangengenomen en zit nu in de kerkers van het kasteel. Leonora is heimelijk naar het kasteel gekomen om hem te bevrijden. Ze hoort hem weeklagen vanuit de toren waarin hij opgesloten zit, terwijl de monniken in de kapel het Miserere zingen. Dan komt Luna naar buiten en Leonora maakt zich bekend. Zij smeekt de graaf haar minnaar te laten gaan; in ruil daarvoor zal zij zich aan de graaf geven. De graaf gaat akkoord en geeft opdracht de troubadour vrij te laten. Leonora, die helemaal niet van plan is zich aan de graaf te geven, neemt vergif in. In de kerker probeert Manrico zijn moeder te troosten, maar in haar waan probeert ze zich te warmen aan de vlammen van de brandstapel die haar wacht. Dan betreedt Leonora de kerker waar Manrico zit, en vertelt hem dat hij vrij is. Hij raadt gelijk welke prijs ze daarvoor betaald heeft en vervloekt haar. Dan begint het gif te werken en ze zakt stervend in zijn armen in elkaar. Luna beseft dat hij bedrogen is en gelast onmiddellijk Manrico's executie. Azucena ontwaakt en probeert hem tegen te houden. Buiten houdt de beul Manrico's afgehouwen hoofd echter al in de hoogte. Ze schreeuwt Luna toe dat hij zijn eigen broer vermoord heeft, en nadat ze uitgeroepen heeft dat haar moeder nu gewroken is, zakt ze stervend in elkaar. De graaf blijft verbijsterd achter.
Bron : Wikipedia
01-09-2012
Boeiende reportage door Christopher Fry over Richard Wagner
De gekende Britse acteur en presentator Christopher Fry vertelt in deze één uur durende documentaire over zijn passie voor de muziek van Wagner.
We zien hem in Duitsland, Zwitserland en in het Russische Sint Petersburg waar hij in het Mariinski theater (vroeger het Kirov) praat met directeur en dirigent Gergiev. Hij is in het sprookjesachtige kasteel Neuschwanstein waar Ludwig II, een groot bewonderaar van de muziek van Richard Wagner, al diens schulden vereffende en natuurlijk is er het huis van Wagner, Wahnfried en zijn zelfgebouwde Muziektheatergebouw te Bayreuth.
Fry gaat ook de moeilijke problematiek van de band tussen Hitler en de muziek van Wagner niet uit de weg. Hij is in Nürnberg waar de massale nazi-bijeenkomsten plaatsvonden en waar 's avonds Die Meistersinger von Nürnberg opgevoerd werd. Het wordt stil en pijnlijk als de reportagemaker een Joodse overlevende celliste uit de hel van Auschwitz aan het woord laat en zij Fry zelf vragen stelt over het waarom van zijn liefde voor de muziek van Wagner.
De finale conclusie ligt voor de hand (althans ook voor mij) : de muziek van Wagner is zo groots en intens dat zij nooit kan geclaimd worden door een massamoordenaar van het kaliber van de Duitse gek. U moet niet meteen een fan zijn van de muziekdrama's van Richard Wagner om deze documentaire toch naar waarde te schatten, omdat de persoonlijkheid en het charisma van Christopher Fry op zich al een boeiende ervaring is. Dank voor uw aandacht
Savat
Richard Wagner - Tristan und Isolde - Liebesnacht
. . . .
Na de reportage door Christopher Fry wil ik u graag uit Tristan und Isolde de Liefdesnacht voorstellen. Een Bayreuther productie uit 1995 met Siegfried Jerusalem en Waltraudt Meier.
31-08-2012
Felix Mendelsohn - Vioolconcerto opus 64
.
11 december 2011, Grote Zaal van het Concertgebouw Amsterdam.
Felix Mendelssohn : Violin concerto, op.64.
Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Philippe Herreweghe
Alina Ibragimova: viool
29-08-2012
Giacomo Pucini - Manon Lescaut - Integrale versie uit de Met
.
Deze opera die in 1893 in première ging te Turijn betekende de internationale doorbraak voor Giacomo Puccini, na zijn eerste voorzichtige stappen met Le Villi en Edgar.
Het verhaal van de wispelturige en passionele Manon Lescaut is van de hand van Abbé Prévost en werd door Jules Massenet bewerkt tot zijn opera "Manon". Het was een pure gok dat Puccini het waagde dit Franse thema over te nemen maar het bleek een schot in de roos : het begin van een reeks succesopera's die tot op de dag van vandaag tot de meest gespeelde behoren.
Deze opname van in de jaren '80 is een typische klassieke Met-productie. Een jonge Placido Domingo in de rol van ridder Des Grieux, het frêle vrouwtje met de imponerende stem Renata Scotto die een overtuigende actrice is en verder een voortreffelijke cast, worden muzikaal ondersteund door James Levine en het professionele Met orkest. Opera zoals wij verwachten dat hij steeds is : grote stemmen, overtuigende acteurs, klassiek decor, een goed koor en orkest, een stevige scène en veel diepe emoties. Dank u, maëstro Puccini, zonder u bestond deze opvoering niet.
Savat
27-08-2012
Missa Omnium Sanctorum - Jan Dismas Zelenka
Festival Oude Muziek 25 augustus 2012, Domkerk Utrecht : Jan Dismas Zelenka (1679--1745) Missa Omnium Sanctorum ZWV 21
Kyrie
Gloria
Credo
Sanctus
Agnus Dei
COLLEGIUM 1704
Jan Dismas Zelenka
Over zijn leven is weinig bekend. Vast staat dat hij Johann Sebastian Bach en zonen persoonlijk heeft gekend en dat Bach hem tot de belangrijkste componisten van zijn tijd rekende. Aan het begin van de twintigste eeuw was zijn werk vrijwel geheel in de vergetelheid geraakt. Pas sinds de jaren zeventig wordt zijn werk weer met enige regelmaat uitgevoerd.
Zelenka ontving zijn eerste muzieklessen waarschijnlijk van zijn vader, de cantor en organist van Launowitz, nabij Praag. Hij bezocht daarna zeer waarschijnlijk het Jezuïetencollege Collegium Clementinum te Praag, waaraan hij in de periode 1704-1723 ook enkele composities leverde. In 1709 was hij als musicus verbonden aan de huishouding van de adellijke Praagse Von Hartigfamilie. In 1710-1711 verhuisde hij naar Dresden, waar hij als bassist in de hofkapel van August de Sterke werd aangenomen. Dit orkest, waaraan Zelenka voor de rest van zijn leven verbonden bleef, groeide gaandeweg uit tot een van de beste orkesten van Europa.
De jaren 1716-19 stonden voor Zelenka in het teken van studie en verdieping. Veel blijft over deze periode onduidelijk. Bezocht hij in deze jaren inderdaad Venetië, waarvoor in 1715 in de hofkas geld vrijgemaakt werd ? En was hij daar enige tijd leerling van de componist Antonio Lott i? In elk geval verbleef hij vanaf 1716 met grote regelmaat in Wenen, waar hij onderricht kreeg in contrapunt van de in zijn tijd vermaarde keizerlijke kapelmeester Johann Joseph Fux.
In Wenen gaf Zelenka zelf ook les in contrapunt aan Johann Joachim Quantz. Terug in Dresden nam Zelenka vanaf 1719 - samen met kapelmeester Johann David Heinichen - de taak op zich de composities te verzorgen voor de hofkerk van Augustus de Sterke. Vanaf 1720 groeide Dresden onder hun handen uit tot het centrum van katholieke kerkmuziek in de Duitstalige landen.
Zelenka's belangrijkste composities uit deze jaren zijn de 27 Responsoria pro Hebdomada Sancta (ZWV 55) en zijn tegenwoordig bekendste werk, de zes triosonates (ZWV 181). Van deze vooruitstrevende kamermuziek is de structurele en thematische complexiteit in deze periode alleen te vergelijken met het werk van Johann Sebastian Bach.
In 1721-22 bezocht Zelenka Praag. In 1723 ontving hij van het Collegium Clementinum de opdracht om een Melodrama de Sancta Wenceslao (ZWV 175) te componeren ter gelegenheid van de kroning van keizer Karel VI tot koning van Bohemen. De uitvoering in september 1723 in het bijzijn van het keizerlijke echtpaar werd voor Zelenka een artistieke triomf. Misschien ook in samenhang met de kroningsfeesten ontstonden in 1723 een aantal orkestwerken (ZWV 186-189).
In 1726 begon Zelenka een lijst op te stellen van zijn composities. Ondanks zijn grote inzet voor de Dresdense hofkapel in deze jaren (hij nam veelvuldig de plaats in van de ziekelijke kapelmeester Heinichen) behield hij het magere salaris van een gewoon orkestlid. Toen Heinichen in 1729 stierf, nam Zelenka al diens verantwoordelijkheden op zich. Het is uit enkele petities aan zijn werkgever duidelijk dat de componist vergeefs verwachtte dat hij Heinichen zou opvolgen. Waarschijnlijk omdat hij de modieuze nieuwe opera in zijn stad wilde bevorderen, benoemde de Dresdense keurvorst in 1733 niet de traditionele Zelenka, maar de jongere aanstormende operacomponist Johann Adolf Hasse tot kapelmeester.
In plaats daarvan ontving de oudere componist enkele jaren later de nieuwe titel 'Kerkmuziekcomponist' en een verhoging van zijn salaris. Vanaf 1733 liep de compositorische activiteit van Zelenka snel terug. Zijn gezondheid liet vanaf 1735 waarschijnlijk steeds meer te wensen over. Er zijn aanwijzingen dat hij betrokken raakte in een slepende rechtszaak. Desondanks ontstonden in deze jaren zijn belangrijkste werken: vijf missen, waaronder de drie zogenaamde Missae Ultimae (1740-1741). Hij stierf in 1745, ongehuwd, enkele dagen voor Kerstmis.
Er is geen enkel schilderij of afbeelding van hem bekend. Ook over zijn persoon is vrijwel niets bekend: in de negentiende eeuw merkt een musicoloog op dat tijdgenoten hem beschouwden als “een gereserveerde, bijgelovige katholiek, maar ook een respectabele, stille, eenvoudige man”.
Bron : Wikipedia
25-08-2012
Wat vindt u van Lehar Franz, gezongen in het Frans ?
Wij zijn zo gewoon aan het beluisteren van opera's en operettes in hun originele taal, dat we de tijd vergeten zijn, dat ook in Vlaanderen in de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen alle voorstellingen in het Nederlands werden gezongen.
Men is er achter gekomen, dat niemand daar meer Vlaamsgezind door werd, maar dat integendeel de vergelijking met buitenlandse artiesten vaak in ons nadeel uitviel. Laten we daar echter geen discussiepunt van maken. De originele taal, hetzij Italiaans, Duits, Russisch of Frans is nu algemeen aanvaard.
De operette is op sterven na dood, het spijt me, maar de relaiteit is niet anders. Er zijn nog moedige liefhebbersgezelschappen die zich blijven inspannen om dit eens zo populaire genre in stand te houden maar hun invloed is gering. Laten we hopen dat vroeg of laat de slinger van de tijd terugkeert in het voordeel van dit volwaardige genre binnen het muziektheater
In Frankrijk, dat een eigen operette-traditie bezit die begonnen is met Jacques Offenbach (alhoewel men van mening kan verschillen of zijn muziek niet veeleer thuishoort bij het operagenre, zeker Hoffmanns Vertellingen) heeft men steeds ook de Weense operettes van Johann Strauss tot Franz Lehar in het Frans gezongen. Nog steeds hebben de Fransen het over La Veuve Joyeuse of La Chauve-souris. De Franse lyrische bariton -of is het een tenor ? - Bernard Sinclair bezit het typische zachtgevooisdeWeense timbre om overtuigend in het Frans de operettes van Lehar te vertolken.
Vindt u het ietwat ongebruikelijk of vreemd klinken ? Ik hoop dat de voldragen stem van Bernard Sinclair u alleszins moge behagen. Fragmenten uit Het land van de Glimlach (le Pays du Sourire), De Tsarevitsj en Frederike. Nadien nog een bondige Franstalige beschrijving over de zanger.
. . .
Né Bernard Janssen en 1935, à Marcq-en-Barœul, il est d'abord étudiant en médecine, avant de se tourner vers une carrière lyrique, sur les conseils d'Élie Delfosse qui devait devenir directeur de l'Opéra de Nancy. Dès ses débuts, il accède immédiatement aux premiers rôles d'opéra-comique et d'opérette dans les théâtres de province. Il est vrai que ce séduisant "baryton-martin" a beaucoup pour lui, une voix au timbre plein de charme et à l'aigu éclatant, une fine musicalité, un physique de jeune premier, joints à une élégance et à un talent de comédien. Paris le découvre en 1966 dans La danseuse aux étoiles au théâtre Mogador. Très rapidement il parait au Châtelet, au Palais Royal et à l'Opéra-Comique. Il y chante quelques rôles d'opéra-comique et d'opéra.
Savat
Giacomo Puccini - Il Tabarro (de Mantel) - concertante uitvoering
Een unieke concertante uitvoering door het Concertgebouw Orkest, toen nog onder de directie van Riccardo Chailly en met in de hoofdrollen Stephanie Friede, Juan Pons en José Cura.
Dit werk van Puccini staat model voor het Italiaanse Verismo (de stijl die het scenische gebeuren plaatste in de toen actuele periode). Dit werk is het eerste deel van Puccini's Trittico (drieluik, bestaande uit 3 eenakters), gevolgd door Suor Angelica en Gianni Schicchi.
Savat
WEGENS DE MOEILIJKE TOEGANKELIJKHEID IS DEZE BLOG VERVANGEN :