Tyrrell P34 1977 In 1970 kwam Lotus met de wigvormige Lotus 72, die alweer een nieuwe stap zette in het verder evolueren van de aerodynamica. Na wat getest met verschillende voorzijdes kwam ontwerper voor het Tyrrell team Derek Gardner met een idee. Hij bedacht een wagen met zes wielen, twee normale achterwielen en 4 kleine 10 voorwielen. De theorie bestond erin dat wielen die aan de rijwind blootgesteld staan, een zekere mate van lift veroorzaken en dat deze lift groter is als de wielen groter zijn. De kleinere wielen veroorzaken dus minder weerstand wat een hogere bochtensnelheid kan geven en de zes wielen geven ook meer grip. Omdat er meer wielen contact maken, zou er wel een verlies aan topsnelheid zijn maar dit zou compenseren door de hogere snelheid in de bocht. Ken Tyrrell was akkoord en de Tyrrell P34 werd geboren. Tijdens het testen kwamen echter al enkele problemen aan het licht. Omdat de voorste wielen kleiner waren, moesten ze meer ronddraaien dan de achterste, wat meer slijtage gaf en zelf zorgde voor een vervorming van de wielen. Brabham, March en zelfs het anders zo conservatieve Ferrari testten met zeswielers. Zij hadden wel allemaal 4 achterwielen in tegenstelling tot de Tyrrell. Ferrari zette zelfs de achterwielen 2 aan 2 naast elkaar. Het eerste jaar ging voortreffelijk met 10 podiumplaatsen (waarvan 1 overwinning in Zweden). In 1977 had de P34 wat minder succes, toch werden nog 4 podiumplaatsen behaald. Toen Goodyear geen 10 wielen meer wilde leveren aan Tyrrell werd het Project 34 eind 1977 afgeblazen. (Williams testte nog een keer met een zeswieler, brak het ronderecord, waarna de FIA onmiddellijk 4 wielen verplicht stelden).
|