Hier haalden de grote renaissancekunstenaars zoals Michelangelo, Bernini, Bramante, Rafaël en vele anderen de mosterd.
" Waar men gaat en staat, vertoont zich het beeld van deze stad in al zijn afwisseling: paleizen en ruïnen, parken en wildernis, ruime pleinen en nauwe stadsgedeelten, kleine huisjes, stallen, triumfbogen en zuilen, vaak alles zo dicht opeengepakt, dat men het op één blad papier zou hebben kunnen brengen. Er zijn geen pennen genoeg in de wereld om het te beschrijven ! Wat moet ik dan met mijn ene armzalige pen beginnen ! En dan is men bovendien 's avonds nog moe en óp van het vele schoons dat men heeft gezien. "
Als u door Romes Centro Storico loopt, zal de grandeur van de gebouwen die in de smalle en bochtige straatjes staan u dikwijls versteld doen staan. Op andere momenten zult u worden getroffen door een prachtige fontein of gevel, die - hoewel duidelijk het werk van een groot kunstenaar - wordt genegeerd door het verkeer en de voorbijgangers. Er zijn uitzonderingen, maar een groot deel van deze architectonische parels dateert uit de periode tussen 1454 en 1670, toen, met dank aan een gevestigd pausdom, Rome een van de belangrijkste Europese steden was en een centrum van renaissance- en barokkunst en - architectuur.
Her en der in de stad liggen brokstukken van antieke gebouwen verspreid. Zo kun je ergens heel nonchalant een stukje van een Corinthische zuil tegenkomen.
" Toegegeven moet echter worden, dat het een moeilijke en verre van aangename bezigheid is, het oude Rome uit het nieuwe op te diepen, maar men moet het nu eenmaal doen in de hoop dat het ons ten slotte een grote bevrediging zal schenken. Men treft er sporen aan zowel van een verrukkelijke schoonheid als van een vandalisme, die beide ons begrip te boven gaan. Wat de barbaren lieten staan, hebben de bouwmeesters van het nieuwe Rome grondig bedorven. "
Romulus en Remus, de beroemde tweeling die werd opgevoed door een wolvin, zijn niet de enige kandidaten voor de titel ' stichter van Rome ' . Volgens een overlevering zou een Etruskische koning, een enthousiast ruiter, hebben opgemerkt dat in een dal tussen twee van Romes twaalf heuvels een mooie renbaan zou passen.
Uit reis naar Italië van Johann Wolfgang von Goethe.
" Nu ben ik een week hier en langzamerhand begin ik een algemene indruk van deze stad te krijgen. Wij doorkruisen haar ijverig, ik maak mij zoveel mogelijk vertrouwd met de plattegronden van het oude en het nieuwe Rome, bezichtig de ruïnen en de merkwaardige gebouwen, en bezoek ook af en toe een der buitenhuizen van de Patriciërs. Aan de voornaamste bezienswaardigheden besteed ik alle tijd, eerst neem ik ze slechts vluchtig in mij op, daarna ga ik verder en kom dan weer terug: want men kan zich slechts in Rome op Rome voorbereiden ".