Voor elk paard staat in het paradijs een kist met duizend gouden parels.Zijn de mensen goed op aarde voor het paard, neemt de heer der paarden bij elke weldaad een parel uit deze kist.Wanneer het paard gestorven is, en op de eeuwige weilanden komt, telt de heer der paarden de overgebleven parels.Wie bij de mensen erge dingen meegemaakt heeft, krijgt dan een schadevergoeding voor zijn slechte tijd op aarde.
Op een mooie namiddag kwam een witte schimmelmerrie bij het hek van het paradijs. "Jouw kist is bijna leeg",zei de heer der paarden, "je moet een goed leven gehad hebben". En de merrie knikte aandachtig."Mijn eigenaar heeft alles voor mij gedaan; als ik last van mijn benen had mocht ik rusten op de wei, en ik mocht elke dag dollen en lopen, zo ben ik bij hun oud geworden. En toen het uur van de afscheid kwam, is hij niet van mijn zij geweken." De merrie zweeg een moment. "Ja. Ik had het heel goed daar beneden."
"Zoek je een goede wei uit", zei de heer der paarden tegen de merrie."Ik heb geen grote wei nodig", antwoordde de merrie, "geef die aan mijn kollega's , die op de aarde geen zo goed leven hebben gehad".
Als volgende kwam een hele grote friese ruin aan bij het deurtje naar het paradijs.Ook hij was heel, heel oud.Zo oud, dat zijn zwarte manen grijs waren geworden, wat je maar zelden ziet bij friesen."Ook bij jou zie ik nog maar weinig parels in de kist", zei de heer der paarden. "Ik heb het heel erg goed gehad", antwoordde de fries."Mijn mens heeft me goed verzorgt, met heel veel liefde".
Daarna kwamen twee bruine manegepaarden aangedraafd. "Hoe was jullie leven op de manege?" vroeg de heer der paarden. "Het verbaasd mij, dat ik ook in jullie kist nog maar heel weinig parels kan vinden".
"Je moet niet verbaasd kijken", zeiden de manegepaarden, "onze eigenaar heeft ons grote stallen laten bouwen, in plaats van een nieuwe auto te kopen, en toen we andere hoofdstellen nodig hadden, is hij niet op vakantie gegaan."
"Maar waren er geen leerlingen op de manege, die lelijk tegen jullie hebben gedaan?" vroeg de heer der paarden. "Soms wel", gaven de bruine manegepaarden toe, "maar de liefde van kinderen heeft ons elke dag moed gemaakt". De bruinen zwegen even en zeiden "wij hadden het werkelijk goed daar beneden, en toen het afscheid kwam, is onze eigenaar met ons meegegaan".
Nu kwam een zwarte draver op het paradijs af, niet ouder dan vier jaar, zijn vacht glanste maar zijn ogen waren moe.
"Warom ben jij hier, jonge vriend?", vroeg de heer der paarden. "Jij bent nog veel te jong, om te sterven".
"Ik was geen goede investering", zei de draver treurig,"ik was te langzaam, en zo zeer ik ook mijn best deed, ik kon niet sneller lopen.Toen zei mijn eigenaar, dat het te duur was, om mij slechts maar te voeden, en heeft mij naar de slager laten brengen". De heer der paarden opende zijn kist, en vond ze gevuld tot haast boven aan de rand. "Dat moet een triest leven geweest zijn", zei hij tegen de draver, "heb jij dan niet eens een mooie kindheid gehad?"
"Kindheid", zei de draver dromerig, "wat een mooi woord, wat houd het in"? "Kindheid", zei de heer der paarden, "betekend met andere veulens over groene velden lopen, spelen, je plek in een kudde vinden en vriendjes maken.Men laat paarden 3 jaar lang kind zijn, voordat het echte werk begint.Heb jij dat niet beleefd?"
"Nee", zei de draver. "Voor mij begon het training al toen ik een jaar oud was. Ze hebben mij mijn hoofd met leren riemen naar achteren getrokken, en mijn tong vastgebonden, zodat ik niet kon galopperen.Was ik te langzaam hebben zij mij met zwepen geslagen". "Warom doen hun dat", vroeg de heer der paarden boos. "Men kan veel geld verdienen op de renbaan" zei de draver, "maar ik was helaas een slechte winst".
De heer der paarden liep met de draver naar een hele grote paradijswei. Alle misbruikte sportpaarden waren er te vinden. Zij liepen over sappige weilanden met gouden hemelsstof, om erin te kunnen rollen, wanneer zij maar zin in hadden. "Is dit kindheid", vroeg de draver. "Ja", zei de vader van alle paarden, "loop en geniet!"
Hij was heel boos op de mensen, maar het kwam nog veel, veel erger.Een pools slachtpaard kwam met laatste krachten naar het hek gelopen.Uit wonden kam bloed, en zijn mond was gezwollen, omdat dit paardje zich in de slachttransporter waanzinnig voor dorst, de tong aan de muren kapot had gelikt. Toen de heer der paarden de kist opende ontbrak er niet een enkele parel. "Wie heeft het toegestaan, dat men jou zo kwelde?" vroeg hij woest."De politici",antwoordde het paard met zachte stem. "Ze kunnen de wetten veranderen, als ze willen, maar het kan hun niets schelen. Het gaat slechts om geld. Men verdient meer, wanneer men de paarden naar Italie of Frankrijk brengt". De vader van de paarden liet dit paard op zijn grootste en mooiste wei, met vers water en kruiden, die elke wond helen. "Wat is dit voor een gouden bal boven de wei", wou het slachtpaard weten. "Dit is de zon", zei de heer der paarden, "ken jij ze niet?" "Nee", schudde het slachtpaard bedroeft,"maar ik heb de mensen erover horen praten."En ging tevreden naar de bron, om zijn dorst te lessen.
Toen verzamelden zich alle paarden en zeiden tegen de heer der paarden: "Het is goed, dat onze arme vrienden het hier zo fijn hebben. Maar komen onze pijniger ongestraft weg?"
"Ze bekomen hun straf,"zei de vader. "Welke?", wilden de paarden weten."Zij moeten als paard naar aarde terug, om hetzelfde te beleven, wat ze jullie hebben aangedaan."
De heer der paarden wenkte hun, dat ze hem volgen moesten.Ze liepen tot een smalle plek, waar een grote weegschaal was gebouwd. Elke mens moest voor deze weegschaal gaan staan, en er worden twee vragen gesteld.Een renstaleigenaar stond net voor gerecht."Wie heeft goeds te zeggen over hem?", luidde de eerste vraag. En het vonden zich enkele paarden, die succesvol waren als draver en goed behandeld waren door hem. "Wie heeft iets tegen hem?", was de tweede vraag. Toen kwamen alle anderen dravers aanlopen, ook die die prijzen hadden gewonnen, en die die hij naar de slacht had gestuurd. "Wat hebben jullie over hem te berichten?", vroeg de rechter. "Hij heeft onze kindheid gestolen", riepen de dravers, stapten op de weegschaal en drukten hem met heel hun gewicht naar beneden.
Daarna zagen de paarden een politicus voor gerecht, hij vond behoorlijk wat mensen, die goed voor hem getuigden. "Hij zal zich eruitlullen", waren de paarden bang, "net zoals op aarde, want daar zijn velen, waar hij smeergeld aan betaald heeft. Wie zal dan nog tegen hem getuigen?".
"Meer dan 50000 slachtpaarden", zei de vader van de paarden. "Hij heeft geen schijn van kans..."
Ik ben Barbara Valkova, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Littledolphin.
Ik ben een vrouw en woon in Zuidveen, Overijssel (Nederland) en mijn beroep is verpleegkundige geweest.
Ik ben geboren op 18/06/1971 en ben nu dus 53 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, schilderen, mijn paarden.
Sinds een aantal jaren helemaal verzot aan schrijven, ben ik altijd op zoek naar mijn eigen kern, het innerlijke kind.Omdat ik door ziekte niet meer werk, heb ik hier voldoende tijd voor. Ik wens iedereen veel plezier bij het lezen van mijn site. Liefs, B
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek