Mijn woorden rouwen vandaag; heb jou stil begraven, op enkele bladen papier; tussen zwarte letters versluiert, buig ik tranen in dit late avonduur schrijf eenzaam, alleen; draag met geschreven gevoel onze liefde ten graf.
Stil ademt een avond, waar donkere doeken de wereld in slaap verhullen; mens en dier houden nu hun rust, totdat parelend ochtendlicht het leven weer wakker kust.
Mijn trommelvlies schreit woorden door hersenholtes; pijnigt herinneringsmembranen telkens weer, draai mezelf in waanzin van vergeten; de balans tussen onze vloeistoffen was allang zoek, nu ben ik onderweg op struikelpaden vol gemis en deze kop barst, knalt uitelkaar; jouw gezicht hangt voor mij, als een steenpuist, die constant narigheid afscheidt.
Poëtisch onpoëtisch geschreven, zoek ik steeds juiste zinnen voor deze relatieshit; wurg woorden in bedrukkende letters, kan oplossingen niet vinden in een cirkel van prozaïsche wirwar; tast, voel, proef slechts bittere smaak, uitgekotst kwel ik mezelf op papier, met bijgebleven indrukken, maar het komt slechts op dit ene neer-
Resoluut vouw ik alle mooie letters op; alinea recta- stop liefde in de prullenbak, waar ons metrum slechts beklemmende tonen schrijft, daar komen herinneringen uit papieren frutsels, die mijn pen vandaag niet meer verteren kan; en ik ben bang voor het geschreven woord; wat gisteren was, kijkt niet naar morgen is even tevoren in deze afvalmand gestorven.
De nacht woelt op mijn kussen pint nachtmerries onder lakens vast; waar het donker klauwend naar mij tast, daar vang ik vlinders uit koude luchten berg ze in dit hart om angsten te verbannen- een laatste grip naar licht.
Mijn nacht schreit verwijdering, van jou, van mezelf; verloren gevoel, wat niet meer te lijmen valt; knoop ik letters aan elkaar, wil nieuwe woorden vormen; en waanhoop zoekt ons terug op papier, maar de metaforen zwijgen, tasten geen liefde, slechts leegte- deze stilte is voorgoed
Een nacht buigt haar hoofd over stad en land, waar lichten doven en slechts stilte heerst, daar komt de zandman op zachte zolen, om mooiste dromen te schenken; in het schemerduister heimelijk verborgen, zal hij ook aan onze freakjes denken.
En weer schrijft mijn pen een eenzame dag weg; in vastberaden letteromzetting bloeden gedachtenspinsels op papier, waar droefgeestigheid houvast zoekt aan geschetste beelden voller licht en liefde, daar koester ik nu bestaande, geschreven woorden; want morgen sterft aan twijfels voor het onzekere.
De wereld gaat slapen; sluit moede ogen van een reeds geleefde dag, pennen gaan opzij notaboeken worden gesloten; een avond steekt zijn borst vooruit, waar het bestaan omheen verzinkt in sereen zwijgen, daar houdt onze schepper nu stil diens wacht; tot dageraad alweer poëtisch naar ons lacht.
Hoe kan ik jou nog liefde dichten, als gevoel niet meer puur en zuiver stroomt; elke avond valt in stilzwijgen, waar spraakklanken geen leven meer bloeien, maar enkel verdriet loopt door oneindige wandelgangen der poëzie; die droevig echo's schrijven vanuit mijn dichtershart; daar is lente vergaan, en sneeuwt een winter in deze ziel; nu sterf ik lege woorden kan geen liefde dichten, want wat gisteren al gebroken, kan vandaag geen letter meer helen.
Slechts in de poëzie ben ik vrijelijk uitend, durf te kijken, naar wie ik werkelijk ben; splits mijn kern open, laat gevoelens stromen zie mezelf terug- op blanko stuk papier verborgen, of noem het weggedrukte feiten, die in stellige letterkeer verhalen pennen; verlichting door dichtkunst weergeving, spiegeling; ik ben ik, ik ben het geschreven woord.
MS laat 1000 littekens in mijn lichaam achter; ze doen mij niet meer zeer, ik heb het aanvaard, maar dat jij mij hierom achterliet, heeft een diepe wond geslagen; en dit litteken doet nog verrekte pijn.
Wat je van buiten ziet ben niet ik; kijk maar goed, want ondanks alle rare lichamelijke mankementen zit mijn ware schoonheid diep verborgen, in een innerlijke kern.
Mijn hart hangt niet meer in plooien uit deze borstkast jouw zwaard valt er niet meer in zoals de laatste keer, want verliezen kan ik niets meer, slechts nog winnen, waar ik dacht, dat dit leven sterft daar is zelfvertrouwen wedergeboren, in een bestaan zonder jou.
Geef mij een beetje liefde, en ik schrijf mijn mooiste woorden erdoorheen verweef letters met gevoel; kleur dromen op papier, als een regenboog zo bont leg hart en ziel erin om hartstocht te laten klinken, als meest schitterende melodie.
Die Nacht beflügelt meine Sinne, wo Gedanken grenzenlos Worte suchen, da wollen Hände nur das eine, kleine Glück des Schreibens erleben; ergeben lasse ich mich tragen auf dem Götterhauch der Poesie, will nächtelang verweilen zwischen Traum und Realität.
Heil, alweer een avond op mijn morbide canapé waar dit bestaan slechts eenzaamheid gaapt, en de Martini sterk naar bitterheid proeft, daar steek ik mezelf eentje op, alleengelaten verlaten; irgendwie schreit ook mijn string om jouw handen, wrijft verlangen in naakte huid, die zonder jou niet ademhalen kan, ja ik vermoord deze hersenen weer eens vastbesloten; vannacht, in cirkulatie der wurgenden gedachten hier zo, op dit morbide canapé.
Nee, geen goede dag , om te verrekken- morgen beter.
Ik ben Barbara Valkova, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Littledolphin.
Ik ben een vrouw en woon in Zuidveen, Overijssel (Nederland) en mijn beroep is verpleegkundige geweest.
Ik ben geboren op 18/06/1971 en ben nu dus 53 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, schilderen, mijn paarden.
Sinds een aantal jaren helemaal verzot aan schrijven, ben ik altijd op zoek naar mijn eigen kern, het innerlijke kind.Omdat ik door ziekte niet meer werk, heb ik hier voldoende tijd voor. Ik wens iedereen veel plezier bij het lezen van mijn site. Liefs, B
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek