Adam leefde, lang geleden eenzaam in het Hof van Eden met de zegen van de Heer en met heel erg lekker weer.
Hij liep lekker in zijn blootje baadde zon en baadde pootje in het water van de beek zeven dagen in de week.
Adam leefde zonder zorgen totdat hij op een zekere morgen ontdekte dat elk dier een vriendinnetje had. nou dat leek adam ook wel wat.
Hij zei; lieve Heer ik wil niet klagen maar ik zou u willen vragen of u ook voor mij een vriendinnetje heeft. waar ik dan samen mee verder leeft.
Goed zei God ik zal mijn best doen maar jij moet zelf dan wel de rest doen ik zal zorgen voor een vrouw die haar leven deelt met jou.
Adam liep van pret zo maar te zingen en maakte gelijk twee verlovingsringen hij riep; "prijs de Heer, ik krijg een wijf, maar het is wel een rib uit mijn lijf".
En toen adam even lag te slapen heeft de Heer de vrouw geschapen 't was de droom van iedere man alles d'r op en alles d'r an en zij leefde zeer tevreden samen in het Hof van Eden.
Tot op een zekere dag.. Eva de boom met de appeltjes zag zij dacht ach, wat kan het schaden aan een boom zo vol geladen...
En zij brandde van verlangen toen zij al dat fruit zag hangen ofschoon de Heer het mij verbiedt mist hij èèn , twee appeltjes niet
Ze plukt, nam een hap en zee èèn appeltje mag toch wel maar onze lieve heer zei; nee!
Toen was het uit met dat mooie leven het paradijs werd opgeheven door deze ongehoorzaamheid raakten wij allen onze onschuld kwijt
Door èèn appel.... "verdomme" werken wij ons nu de kromme en het is daarom dat ik nu beweer
SNOEP VERSTANDIG.... EET EEN PEER!!!!
|