wees gegroet maria vol van genade de heer is met u. Gij zijt de gezegene onder de vrouwe en gezegend is jezus de vrucht van uw schoot Heilige Maria moeder van God bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood amen.
LOURDES IN HET HOTEL ESPLANADA
Op een avond toen alle gasten op bed lagen, zat de staf in de hal van het hotel nog even bij elkaar te praten en wat te drinken. Het was vrij rustig in het hotel. Opeens hoorde ik in de verte; "oehoe..oehoe... oehoe, roepen'. "Stil even allemaal, ik hoor wat !" En ja hoor: "oehoe...oehoe...oehoe.... Ik ben met twee anderen gaan kijken waar dat geluid van kwam. Het kwam uit de richting van een van de toiletten! Toen we de deur open maakten zat daar een lachende mevrouw Huurdeman op...., ze kon alleen niet omhoog komen zei ze! Ze vertelde: "ik ben door een hulp naar het toilet gebracht, toen heb ik gezegd dat ik het verder wel alleen af kon. Thuis heb ik een verhoogd toilet en als ik daarop drie keer 'wip' kan ik thuis precies gaan staan! Ik had er geen erg in dat dit hier niet kon en nu zit ik al anderhalf uur te wippen en te roepen, maar ik val steeds terug!" Wat hebben we daar staan lachen. bij mevrouw Huurdeman rolde de tranen van het lachen over haar wangen.. Eigen schuld, dikke bult, zei ze !!
Reacties van leden.... uit ingezonden brieven ----------------------- >>wat een heerlijke vakanties zijn er bij jullie! >>het is net een 50-jarige bruiloft! >>hier vergeet je dat je gehandicapt ben! >>de staf is 'hartstikke'goed en pakken alles aan! >>(winterfeest) het is bij jullie altijd gezellig! >>zo'n sfeer maak je nergens meer mee! >>ik kan moeilijk vertellen hoe dankbaar ik ben! >>als maar handjes geven en kusjes geven, ik ben daar een liefhebber van! >>Ik heb nooit gedacht dat ik nog eens polonaise zou lopen!
(foto boven) Met 42 gasten en 23 stafleden naar onze vakantielokatie in Deurne (bij Eindhoven). Hier de groepsfoto die wij elk jaar maken en gratis aan de deelnemers als herinnering meegeven. Dit blijkt een goede P.R. aktie te zijn!
(foto boven) Met twee huifkarren rijden we dikwijls door de mooie natuur in de kempen. Hier zijn we bezig met het instappen van de rolstoelbewoners.
(foto boven) Er kunnen 8 rolstoelers tegelijk in de huifkar vervoerd worden plus nog een paar mobiele gasten. We rijden naar een groot gebied waar verstandelijk gehandicapten wonen. Daar wordt het middagmaal uitgeserveerd. Als de eerste rolstoelers er zijn rijd de huifkar terug voor de tweede rit. En daarna de gasten van de eerste rit weer met een omweg terug naar ons onderkomen, totdat we allemaal weer thuis zijn.
(foto boven) We krijgen de huifkarren altijd 'gratis' en de koetsiers zijn vrijwilligers van de groep verstandelijk gehandicapten in Deurne. Die krijgen altijd iets met %-ten alcohol er in !!
HALLO LEZERS, Als je zo ver bent gekomen heb je missien ook wel zin in de tweede blog. Door de lengte van deze wordt het een beetje lui in de bewerking, snap je.. we gaan er mee door onder de naam; http://blog.seniorennet.be/vrijwillig 2
tot zo ver in ieder geval bedankt voor de aandacht.
In 1979 zijn we voor de laatste keer met een groep lichamelijk gehandicapten naar Lourdes geweest, weer met een vliegtuig en ook weer vol ! Wat kan je toch veel bereiken.... als je er maar voor 100 % achter gaat staan !!
Daarna heb ik mijn vrouw en mijn twee kinderen meegenomen en ben er met de auto in vakantiestemming naar Lourdes toe gegaan. Ik wilde hun laten zien en voelen wat ik daar allemaal beleefd had. Dat is niet helemaal gelukt. Het kwam denk ik, omdat je met een groep in een heel andere sfeer bent en alles anders beleefd. Je moet veel organiseren enzovoort. Met 'eigen' en helemaal privé, zonder vedere contacten in Lourdes en vooral bij de grot en tijdens de processies beleef je dat op een heel andere manier. Mijn kinderen waren wel onder de indruk en zijn blij dat ze er ook geweest zijn. We waren daar dan ook uiteindelijk op vakantie en hebben veel tripjes in de omgeving van Lourdes gemaakt.
Toen we met de touringcar bij Huize Antonius aankwamen heb ik snel zijn kaars gepakt en zonder dat hij het merkte op zijn kamer voor het Mariabeeld neergezet en aangestoken. Daarna gauw terug naar de bus en gelukkig, pater Wagenaar zat er nog in. (hij was ook moeilijk lopend). en dik in de 80 jaar. Ik heb hem opgewacht en gezegd dat ik hem wel naar zijn kamer zou rijden. Toen de deur van zijn kamer open ging zag hij de brandende kaars voor zijn Mariabeeld staan.... "Theo, kijk nu eens, de kaars staat hier op mijn kamer ".... "er is een wonder gebeurd"!. "Theo, dat gebeurt er nu als je naar Lourdes gaat!" Ik heb hem nooit verteld wie dat wondertje veroorzaakt had. Prachtig hé, zo'n ervaring.
Ik zou u nog iets vertellen over die dikke kaarsen! Annie, de hostess vroeg aan ons of wij het leuk zouden vinden een stomp kaars, die voor de grot gebrand had, als aandenken mee naar huis te nemen. Daar voelden wij wel iets voor en er waren in de staf liefhebbers genoeg. Eén dag voor het vertrek kwam zij met heel veel van die stompen aan. Onze geestelijk adviseur, pater Wagenaar uit huize Antonius aan de nieuwe Binnenweg voelde er ook wel iets voor. Hij had op zijn kamer een Mariabeeld staan en wilde hem daarvoor laten branden. De belading van het vliegtuig zat aan de absolute grens, want alle rolstoelen die op de heenweg met een ander toestel waren vervoert, moesten nu ineens met dit vliegtuig mee. Pater Wagenaar wist dit en maakte zich zorgen daarover. Toen ik aan het einde van alles nog een controlerende ronde door het hotel maakte, merkte ik op dat pater Wagenaar zijn kaars op zijn kamer had laten staan!! Toen ik hem dat vertelde zei hij; "nee Theo, ik heb hem laten staan omdat het vliegtuig al zo zwaar is. Ik wil niet dat de mensen door mij in de moeilijkheden komen!" "Oke , zei ik "dan laten wij hem staan!" Achter zijn rug om heb ik die kaars natuurlijk wél meegenomen.
Op Tarbes liepen wij tegen een groep Schotse vrijwilligers aan. Deze wilden voor ons wel het vliegtuig inladen. Veel mensen moesten daarin gedragen worden, dat was een hele klus! "Jullie hebben al hard genoeg gewerkt" was het commentaar. Het grondpersoneel van Tarbes eistte van ons dat wij alle bagage en al het matrerieel met onze vlucht zouden meenemen. Die Schotten hebben het voor elkaar gekregen. Het hele vliegtuig zat propvol, zelfs op het toilet en in de loopgangen stonden bagage en rolstoelen. Ik dacht toen ook ... Als die nu maar van de grond los komt!! Pater Wagenaar had misschien toch wel een beetje gelijk! Om kort te gaan, we kwamen los van de grond en hadden een normale terugreis !!
Een arm en ziekelijk )cholera, herfst 1855 ) meisje, geboren in grenzelose diepe armoede. Haar ouders trouwde op 17-jarige leeftijd, zij verhuizen van het ene naar het andere onderkomen en eindigen, vervolgd door armoede in een oud vervallen arresthuisje, "het cachot", een ongezond en duister hok dat zij gratis mochten bewonen! 11 februari 1858 Alles begon in een sfeer van armoede. Op vastenavond is het koud en grauw, in het Cachot is geen hout om vuur te maken. Bernadette en haar zusje Toinette, stellen voor om hout te gaan sprokkelen langs de oevers van de Gave. Jeanne Abadie, een buurmeisje vergezelt de twee zusjes. Bij de molen van Savy stelt Bernadette plos voor >eens te gaan kijken waar de beek in de Gave vloeit<. Aan de oevers gekomen ontdekken de meisjes bij de weide een hoop hout. Om deze schat te bereiken moeten zij de beek over. Het water is ondiep maar ijskoud. En bernadette weet hoe vatbaar zij is voor asthma.... zij aarzelt en wil haar schoenen uitrekken.... Maar laten wij hier Bernadette zelf de gebeutenissen verhalen. "Mijn twee gezellinen staken de beek over die zich voor de grot bevond. Ik bleef dus alleen aan de overkant. Ik vroeg hen een steen in het water te werpen zodat ik via de steen aan de andere kant kon komen. Het was onmogelijk. Ik kwam terug naar de grot. Nauwelijks had ik een kous uitgetrokken of ik hoorde een eigenaardig geluid, net een rukwind! Ik draaide mij om en keek naar de weide. De bomen bewogen niet. Ik begon de andere schoen uit te trekken, wederom hetzelfde geluid. Ik hief het hoofd naar de grot en zag een in het wit geklede dame; zij had een wit kleed, een witte sluier, een blauwe gordel en een gele roos op iedere voet. dezelfde kleur als het kettinkje van haar rozenkrans waarvan de kralen wit waren. Angst greep mij aan; ik wreef mijn ogen uit, denkend dat zoiets toch niet kon! Maar dezelfde dame was er nog altijd. Ik zocht naar mijn rozenkrans en wou het kruisteken maken, maar mijn handen weigerden. Alhoewel ik zeer bang was bleef ik. De dame nam dan haar rozenkrans. en maakte het kruisteken. Ik was niet meer zo bang en pakte mijn rozenkrans weer. De angst verliet mij; ik maakte het kruisteken, viel op mijn knieen en prevelde de rozenkrans in haar tegenwoordigheid. De dame volgde ook op haar rozenkrans, maar haar lippen bewogen niet. Dan gaf zij mij een teken nader te komen. Ik durfde niet en bleef op mijn plaats staan. Even plots verdween zij als zij gekomen was. Ik trok mijn andere kous uit en waadde door de smalle rivier naar mijn gezellinen. Inmiddels hebben de twee hout vergaard en staan gereed te vertrekken. Bernadette toont zich opgewekt. Toinette vemoedt iets: heeft zij Bernadette niet geknield voor de grot gezien? Zij ondervraagt haar maar Bernadette wil niets zeggen. Na lang aandringen vertelt zij het toch maar laat ze beloven het aan niemand te vertellen. Nauwelijks thuisgekomen vertellen zij dat ik in de grot een witte dame had gezien. Haar moeder die zulke kletspraat niet verdraagt geeft beide kinderen met de stok en verbied hen nog een keer naar de grot te gaan. Zondag 14 februari Bernadette krijgt de gebeurtenissen niet uit haar hoofd en wil weer naar de grot om te zien of het allemaal echt is geweest. Na erg lang aangedrongen te hebben mocht zij wel maar alleen met de twee meisjes erbij. Hoe het ook zij, er zijn weldra 12 meisjes die samen met Bernadette de heuvel afstormen en de weg naar Massabielle in slaan. Maar de voorzorgen zijn genomen, allen hebben zij een beetje wijwater meegenomen. Bij de grot knielt Bernadette neer en begint de rozenkrans te bidden. Na het tweede tientje verschijnt het licht gevolgd door de dame. "ik haalde onmiddelijk mijn wijwater te voorschijn" vertelt Bernadette en zei haar; "blijf indien je van God komt, zoniet moet je weg ! Ik hield niet op met wijwater te sprenkelen. Zij glimlachte en boog lichtjes voorover. Ik besprenkelde haar steeds meer, tot de fles leeg was. De dame glimlachte en boog het hoofd. > Dan begint in het bijzijn van haar verschrikte vriendinnetjes de vervoering. Met moeite wordt zij door de anderen bij de grot verwijderd. Donderdag 18 februari De dame verschijnt voor de derde maal. "Zij is er, fluistert Bernadette". Gedurende haar extase prevelt zij haar gebeden. De dame komt een beetje naar haar toe. Bernadette die in opdracht papier en een pen had meegenomen vraagt de dame of zei haar naam op het papiertje wilde schrijven.. De dame glimlacht en zegt; "Het is niet nodig, verleen mij de gunst hier vijftien dagen nog te komen". Bernadette aanvaardt het met haar hart vol blijkschap, en de vervoering blijft duren. Bernadette bidt en spreekt op intieme wijze met de dame. Later zal zij allen vertellen dat de dame zei; "ik beloof je niet in deze wereld gelukkig te maken, maar wel in de andere." De extase duurde een half uur. Vrijdag 19 februari Gisteren heeft Bernadette haar moeder vertelt wat zij aan de dame, die zij steeds 'Aquero (dit)noemt. beloofd heeft. Haar moeder beloofd deel te nemen aan haar tocht naar de grot. Bernadette ziet zich nu bij de grot in Massabiele omringt door een tiental personen. Bernadette begint haar rozenktans te bidden en reeds bij het derde weesgegroet veschijnt de dame en de vervoering begint. "Het is vijftien minuten lang een gesprek van hart tot hart, van dame tot het kind", : alleen de bijna doorzichtige schoonheid van het gelaat van Bernadette verraadt de tegenwoordigheid van de dame. "Het was een onvergetelijk genoegen haar aan te zien, ik kon niet laten haar aan te kijken.."vertelde later een ooggetuige. Zaterdag 20 februari De vijfde verschijning blijft even geheim als de voorgaande. Bij de grot zijn een dertigtal personen. Bernadette bid de rozenkrans en na 15 minuten glimlacht zij en groet. Na een tijdje komt er droefheid over haar en groet zij de laatste maal. Bernadette vertelt geen woord over haar dialoog. Zondag 21 februari Bij dageraad gaat Bernadette naar de grot. Ondanks dit vroege uur staan er zeker honderd mensen bij de grot. Er zijn geen bijzonderheden over deze verschijning bekend. Na de H.mis wordt Bernadette opgewacht door de veldwachter en de politiecommissaris Jacomet, die zegt dat zij mee moet komen. Zij wordt die dag langdurig ondervraagt. Het is bernadettes eerste ondervraging. De eerste in een hele reeks die volgen en Bernadette zal achervolgen tot op haar sterfbed in Nevers., maar deze verhoren zullen steeds, met meer zekerheid, haar oprechtheid en haar verstand bevestigen. Dinsdag 23 februari Op deze dag verschijnt de dame wel een uur aan Bernadette, nauwelijks heeft zij weer een weesgegroet gebeden of de vervoering begint. Die dag vertelt de dame haar drie geheimen die zij aan niemand mag doorvertellen. Ondanks de velen die geprobeerd hebben haar deze geheimen te ontfutselen heeft Bernadette die altijd geheim kunnen houden, zij zei alleen.. "dit is voor mij alleen bestemt en voor niemand anders". Woensdag 24 februari Twee tot driehonderd mensen zijn bij de grot als Bernadette daar aankomt. Zij ontsteekt haar kaars, knielt en maakt een kruisteken. Na 10 minuten tekent zich een diepe droefheid op het gelaat van Bernadete af. Op haar knieen gaat zij wenend naar de dame en spreekt tot de dame. Op haar knieen komt zij terug, de tranen rolde van haar wangen maar weldra glimlacht ze opnieuw. Na afloop wordt haar gevraagd wat de dame haar gezegd heeft:, zij antwoordt en herhaalt: " Doet boet.. boet... boet...bid tot God om bekering van de zondaars.. Donderdag 25 februari Tijdens deze verschijning moet Bernadette van de dame de grond kussen, als boetedoening voor de zondaars. Zij staat op en loopt in de richting van de Gave, onderweg blijft zij staan, heft het hoofd en kijkt naar de grot. Zij knikt bevestigend, keert terug en gaat naar de linkerkant van de grot. Daarna gaat zij op haar knieen en maakt een putje in de grond. Een weinig slijkwater komt uit de bodem. Bernadette schept water op met haar handen en bevochtigd haar gelaat. dan drinkt zij het water tot vier maal toe. Ook eet zij een grashalm op. Daarna staat zij op en gaat weg. Vrijdag 26 en Zaterdag 27 februari Zij hernieuwt de boetedoeningen die de dame haar geleerd heeft, tevergeefs.. de dame blijft onzichtbaar... De volgende dag gaat zij de grot binnen en drinkt aan de bron een weinig slijkerig water. Het schijnt dat deze vervoering op 27 februari een van de langste is geweest. Zondag 28 februari Deze extase verloopt zoals de vorige: rozenkrans, kniebuiging, kussen van de grond en drinken van het bronwater. Alleen aan de uitstraling van haar gelaat kan men zien dat zij een verschijning heeft. 500 mensen zijn getuige van haar vervoering. Omdat het Zondag is gaat zij naar de hoogmis. Na de kerkdienst moet zij weer mee met de politiecommissaris. nu naar de onderzoeksrechter. De rechter leidt het onderzoek! Bernadette antwoordt kalm, zelfverzekert en vastberaden. Dinsdag 2 maart Als men de commissaris Jacomet geloven mag zijn er die dag zestienhonderd mensen bij de grot. Ook deze keer gaat de vervoering net als alle voorgaande. Bernadette kijkt bezorgd na het gesprek. De dame in de grot heeft haar verzocht; "aan de priesters te zeggen dat Zij vraagt dat men hier een processie komen zou, en een kapel wenst. Als Bernadette dit vraagt aan de pastoor zegt hij: "ik wil van geen processie of een kapel weten, de pastoor wordt woedend: hij schreeuwt.. en ze staan buiten voor dat zij er erg in hebben. Woensdag 3 maart drie a vierduizend mensen van Lourdes en omstreken haasten zich naar de grot. Om twee uur zijn de beste plaaten bezet!! Bernadette kan haast niet bij de grot komen zij houdt een kaars in haar hand, knielt en bidt een lange tijd. De droefheid op het gelaat van Bernadette wordt steed groter... Als ze op staat zijn haar ogen vol tranen... De dame komt niet..... Waarom niet?... De kletspraatjes doen de ronde >onwaardige mensen hebben die nacht in de grot doorgebracht... zij hebben haar onteerd. 'smiddags voelt zij zich onweerstaanbaar naar de grot gedreven. Met haar tante en haar neef daalt zij af naar Massabielle... glimlachend wacht de dame haar op De extase duurt kort, Bernadette vraagt namens de pastoor of zij haar naam wilt zeggen... zij glimlacht maar zegt niets. De pastoor is woedend, maar twijfelt heel erg... Donderdag 4 maart Vandaag moet het de laatste van de vijftien verschijningen zijn. Een dichte menigte trekt bij het eerste morgenlicht naar de grot. Achtduizend?. tienduizend mensen, misschien wel meer. Heel vroeg inspecteert Jacomet de grot, er valt niets bijzonders te bespeuren. Rond vijf uur in de morgen komen drie geneesheren Bernadette onderzoeken. Om half zeven worden zij door Bernadette weggestuurd. Bernadette gaat naar de grot en moet door rijkswachters en soldaten uit het fort vooraf gegaan worden. Bernadette knielt bidt, en ontsteekt haar kaars. Het volk bidt met haar mee. Bij het derde AVE van het tweede tientje, begint de vervoering. Dit zal een uur duren. Nu eens schittert het gelaat van Bernadete van innerlijk geluk. Dan weer wordt zij droevig... (Zij glimlacht 34 maal, noteert Jacomet in zijn boekje) zij groet (24 maal noteert hij) zij maakt het kruisteken en bidt langzaam de rozenkrans. Na een dertigtal minuten is Bernadette opgestaan. Met de brandende kaars in haar hand treed zij de grot binen. Zij spreekt met de onzichtbare dame, komt terug en bidt. De vervoering is ten einde en Bernadette gaat terug naar het dorp. Zij spreekt met niemand!! geen mirakels, geen buitengewone openbaringen; de liefhebbers van diepe ontroeringen zijn ontgoocheld. Iedereen benaderd Bernadette om alles, ze kan geld krijgen voor alles dat zij heeft. Zij laat alles over haar heen komen en doet niets. Het gewone leven herstelt zich in het kleine dorpje en Bernadette gaat gewoon weer naar school. Donderdag 25 maart. 's nachts droomt Bernadette dat aquero (dit) haar verwacht. Haar moeder laat haar gaan, het is nog geen vijf uur in de morgen... Wat een vreugde.. de dame verwacht haar. Onmiddelijk is Bernadette in volvoering. Bernadette is verrukt, de dame staat beneden aan de grot vlak naast haar. In een gebaar van offergave plant zij de kaars die haar tante haar gegeven had, tussen de ruwe stenen van het gewelf. Dan gaat zij terug naar het dorp rechtstreeks naar de pastorie. Zij vertelt: dat zij tot drie maal toe, namens de pastoor om de naam van de dame gevraagd had. nu, bij de vierde keer vouwde de dame de handen gekruisd voor haar borst en zei me dat zij: De onbevlekte ontvangenis was. De pastoor vroeg mij of ik dat welzeker wist. Ik zei hem van ja en dat ik die twee woorden de hele weg herhaald had om ze niet te vergeten. Bernadette wist helemaal niet wat deze twee woorden betekenden. Ze waren voor haar helemaal vreemd en zij wist niet dat hier de Heilige Maagd Maria bedoeld werd... "en zij wilde nog steeds dat er een kapel gebouwd wordt", voegt Bernadette eraan toe, Deze dag van 25 maart is werkelijk het hoogtepunt van de verschijningen te Lourdes. Is het toeval of de voorzienigheid dat de dame haar naam onthult op de dag dat de kerk het mysterie van Maria Boodschap viert ? Wonderbaar is de gelijkenis tussen de woorden van Maria en haar optreden in beide gebeurtenisen.... ik ben de dienstmaagd van de heer enik ben de onbevlekte ontvangenis. Dezelfde eenvoud en dezelfde bescheidenheid dezelfde herkenning van het mysterie van GOD in haar, dezelfde aanbidding in de grot van Lourdes.
Op deze avond van 25 maart 1858 vermenivuldigden zich ontelbaar de lichtjes der kaarsen rond deze van Bernadette. Het licht dat zij verbeelden zal te Massabielle voortaan niet meer gedoofd worden......
Bernadette was een arm en ziekelijk meisje. geboren op 7 januari 1844 in de molen van Boly. Op 11 januari 1858 verschijnt Maria voor de eerste keer in de grot in Lourdes aan Bernadette. Maria verschijnt 18 maal aan Bernadette en de laatste verschijning was op 25 maart 1858. Tijdens deze laatste verschijning noemt Maris zich "de onbevlekte ontvangenis " en ""ik ben de dienstmaagd van de heer " In juli 1860 verlaat Bernadette het oudelijk huis en komt bij de kloosterzussen van het Gasthuis. In augustus 1864 verlangt Bernadette opgenomen te worden door de Congregatie van de zusters van Nevers, maar haar gezondheid laat het niet toe. op 3 juli 1866 verlaat zij Lourdes voor goed en gaat naar Nevers. Te Nevers is haar leven een voorbeeld geweest van getrouwheid aan de Regel van gehoorzaamheid aan de Overste, van werkzaanheid en toewijding. Op 30 oktober 1867 spreekt zuster Marie-Bernard ( kloosternaam) haar tijdelijke gelofte uit en op 22 september 1878 haar Eeuwige Gelofte. Op 28 maart 1879 onving zij voor de derde maal het Heilig Oliesel. Een genademiddel voor een stervende. Haar heengaan op 15 april 1879 rond drie uur in de middag herinnert aan de dood van Christus aan het kruis. Zij werd begraven op het kerkhof, binnen de muren van het klooster. Toen het kerkhof werd opgeheven werd Bernadette ongeschonden opgegraven. Niemand durfde haar toen nog te begraven. Zij ligt, tot op de dag van heden, ongeschonden in haar glazen sarcogaaf binnen de muren van het klooster. U kunt haar daar gaan bezoeken. Ik zelf heb haar mogen aanschouwen, samen met mijn gezin in Nevers, op doorreis naar Lourdes in 1964.
Ook in 1974 organiseerden we weer een Lourdesreis. Reisbureau Cristoffel bestond nog steeds dus was de organisatie niet zo moeilijk meer. Gewoon met de map van de vorige keer onder je arm naar binnen lopen en de rest gaat vanzelf. De spaarrekening bij de RABO leefde ook nog. Vol vertrouwen begonnen we eraan en het vliegtuig, weer van 99 personen, was zo volgeboekt. Deze keer kon ik wel mee, het ging zakelijk zo goed dat ik dat wel even aan de chefs over kon laten! Daar gingen we voor de tweede keer... Boven Parijs...."luchtzakken"....... wat een klappen maakt zo'n vliegtuig dan! ik dacht; "hallo onze lieve heer, wat doe je nu, werk ik voor je, breng de mensen naar Lourdes toe en dan dit.." (toch maar even bidden !) Wist ik veel wat die klappen betekenden, het was de eerste keer dat ik zoiets meemaakte! Maar toch goed aangekomen. We logeerden weer in hotel Esplanada, even buiten het centrum. We hadden een geweldige hostess daar, Annie heette ze, ze zei altijd: vertrouw maar op Maria, er kan hier niets gebeuren!
Ik was erg onder de indruk van het hele gebeuren in Lourden. Men zegt wel eens dat het commercieel is maar dat geldt alleen voor het dorpje Lourdes. Daar kun je plastic mariabeeldjes met een kurk als kroontje op haar hoofd kopen, daar kan je dan Lourdeswater in meenemen!! Op de heiligdommen zelf is niets van deze onzin te koop. Wel kaarsen, en als je geen geld hebt mag je ze ook zo meenemen en voor de grot neerzetten en aansteken. Er zijn kaarsen van wel een meter hoog met een diameter van wel 20 cm. Ik kom daar later in het verhaal nog op terug.
In 1971 wordt in een landelijke vergadering besloten de K uit onze naam te schrappen. De naam van de Nederlandse Katholieke Invaliden Bond St. Liduina wordt de Gehandicapten Organisatie Nederland agfekort de GON. We hebben een eigen landelijk centrum in Eindhoven met een eigen directeur en natuurlijk een Hoofdbestuur van de vereniging.
Het altijd eigenwijze Rotterdam besluit voorlopig de naam St. Liduina, afdeling Rotterdam te handhaven. We blijven wel aangesloten bij de GON maar hebben geen eigen revhtspersoonlijkheid. Landelijk staat de GON bekend als een elitaire groep met in het hoofdbestuur hoge ambtenaren die er niet veel van bakten. Het accent bij de afdelingen ligt op ontspanning en welzijn. Van belangenbehartiging was nog geen sprake. De voorzieningen vielen als rijpe appeltjes uit de bomen. En de overheid was bezig het hele sociale stelstel drastisch te verbeteren. Voor ons was er (nog niet) de noodzaak om als belangenbehartiger voor onze doelgroep op te komen. Bovendien deed het ons zeer dat onze oude naam. die in Rotterdam was uitgedacht en gebruikt vanaf 1946, nu niet meer gebruikt zou worden. Juridisch kon dit helemaal niet maar we dreigden met het aanvragen van een eigen rechtspersoonlijkheid en dan zelfstandig door te gaan. Het gaf wel de nodige spanningen tussen hoofdbestuur en Rotterdam.
Door mijn werk kon ik niet altijd de vakantieleider zijn. Ik herinner mij nog dat een mede-bestuurslid het uiteindelijk van mij overnam. 's avonds belde hij mij dan op om; het een en ander door te spreken. Probleempjes waren er altijd wel ! Op een keer belde hij zeer ontdaan op.. Bij het wekken 'smorgens had hij een gast dood op bed aangetroffen... "hoe moet ik dat afhandelen?" Ja. het was de eerste keer dat zo iets gebeurde en er was ook geen draaiboek voor. Via de plaatselijke dokter is er een overlijdingsakte opgemaakt en 's middags werd de overledene naar Rotterdam gebracht. Ik adviseerde hem om het aan de overige gasten niet te vertellen, dat zou een te grote domper op de vakantie geweest zijn.
We hebben dit nog een keer in de Staalberg meegemaakt. Een echtpaar sliep aan de boskant in een tweepersoonshuisje. 's nachts overleed de man. Met de ervaring van de vorige keer werd dit adequaat opgelost. Het jaar daarop wilde de weduwe weer mee naar de Staalberg, tenminste... "als zij hetzelfde kamertje kreeg als waar haar man overleden was!" Na enig beraad onzerzijds stemde wij hierin toe. Eigenlijk vonden wij het raar dat iemand daar voor koos. De eerste avond toen de gasten naar bed gingen hielden wij dit kamertje speciaal in de gaten, je wist maar nooit! Na een uur ontdekte wij dat deze mevrouw haar kamertje vol met brandende kaarsen had staan. Zij was in een soort tranche en sprak voortdurend met haar overleden man. We hebben dit zijn gang laten gaan. Toen wij 's morgens vroegen of zij goed geslapen had, antwoordde zij; "nee, ik heb de hele nacht met mijn man gesproken, ik had gelukkig contact met hem, daarom wilde ik speciaal dat kamertje hebben, ik wist zeker dat hij er ook zou zijn!. "Wat heerlijk voor u dat u dat gelukt is" Begrijpen doe je zo iets niet maar je hebt weer geleerd om iedereen in zijn waarde te laten.
Ook mag niet onvermeld blijven dat wij de volgende dag met zo veel mogelijk gasten naar een ven in de Oisterwijkse bossen gingen. Bij het ven aangekomen, alle gasten aan de waterkant neergezet. Om de gasten enigzins te vermaken werd de voorzitter door drie stafleden beetgepakt en met kleren en al zonder pardon het ven ingegooid. Jammer van mijn pakje sigaretten.
Vrijdagsavonds hadden wij "als de laatste avond" altijd een feestavond met als het even kon levende muziek.Een bestuurslid had ergens nog wel een relatie! En zo stond er die avond een orkest van 4 man. Het werd een groot feest, compleet met polonaise lopen met de rolstoelen.
Er was toen nog geen aangepast vervoer. Dus de twee touringcars die wij inhuurden moesten wij zelf laden en lossen. Dit betekende weer, mensen in- en uit de bussen sjouwen. De bedpatient werd met een volkswagenbusje (zonder ramen!) vervoerd. In de bak stonden 4 groentekisten, daarop de brancard met de gast. Eén keer zijn we aangehouden door de rijkspolitie. Het mocht niet zo.... "ja, dat weten wij ook wel", "geef maar een bekeuring" was het advies van onze zijde. Dan zorgen wij wel dat we de krant halen en er misschien iemand is die een betere oplossing weet en/of wil betalen!!.. er is geen bekeuring gegeven!!
In de loop der jaren hebben wij de Staalberg geadviseerd bij het bouwen van een aangepaste vleugel. De gasten werden steeds ouder en bewerkelijker. Goed dat wij A-verpleegkundige hadden en een strenge hoor! De meisjes die hielpen mochten niet met hun achterste op het randje van het bed van de gast gaan zitten. "dat doe je toch niet "zei ze. Ook moesten alle meisjes en jongens "in het wit werken". Vrijwillig of niet, van vrijblijvend was geen sprake, er was een behoorlijke dicipline, maar wel oer-gezellig.
Op 4 september 1967 wordt er een dagtocht naar AVIFAUNA georganiseerd. Deze keer met een boot vanuit Rotterdam. Er moet een afspraak met de havendienst gemaakt worden voor een lig-opstap plaats voor het vertrek. Een van onze bestuursleden maakt dit in orde en het wordt de Veerhaven, vlak tegen het centrum van Rotterdam aan.Wij hebben van "de grote slag" (collecte in alle kerken voor welzijnswerk) f 1000,= ontvangen. Op 21 Augustus blijken er voor deze boottocht meer dan 250 leden te hebben ingeschreven. Op 4 september komt de boot aan de steiger van de Koninklijke zeil- en roeivereniging te liggen. Hier nog een "klein" probleempje.....
We hadden een lid die constant zuurstof toegediend moest krijgen. We hadden gezorgd voor een fles zuurstof met een pomp, deze liep op 220 volt. Ik heb aan de kapitein gevraagd of dit technisch mogelijk was. Geen enkel probleem hoor dat kan makkelijk Het lid werd door mij persoonlijk in mijn auto van huis gehaald en zo snel mogelijk aan boord gebracht. Hij bleek elk uur aan de zuurstof te moeten. Toen het zover was en wij de pomp aansloten op het stroomnet van de boot. bewoog de pomp wel maar ging niet rond!.... paniek.... De kapitein had een iets te overdreven voorstelling van zijn dynamo gegeven. De boot werd onderweg aan de kant stil gelegd, en alleen als alle electrische voorzieningen van de boot werden uitgeschakeld en de motor op vol vermogen gas gaf, leverde de dynamo net voldoende stroom op om de pomp rond te krijgen. Dat dit een erg spannend momentje was kunnen jullie wel begrijpen maar.... het werd een geweldige dag en wat belangrijk was.... veel zeer tevreden leden.... Er is op dit moment f. 9036,32 in kas. De kosten voor de vakantie in de Staalberg en de boottocht naar Avifauna bedragen f. 7862,56, als dit betaald is hebben wij nog in kas f. 1773,81. Toch wordt er dit jaar nog een reunie met de vakantiegangers en een Snt. Nicolaasfeest voor alle leden in de grote zaal van Odeon georganiseerd.
De leden van de St Liduinabond waren al 2 jaar achtereen geintegreerd in de Limburgse bedevaartorganisatie naar Lourdes geweest. Dit ging per trein met veel vrijwilligers. Om de deelnemersprijs voor de leden zo laag mogelijk te houden werden er acties op touw gezet o.a. -verkoop van lepeltjes met het logo van onze bond er op; 1000 stuks -verkoop van glazen met het logo van de Euromast, 2 x 1200 stuks -loterij met 5000 loten a f 1,= per stuk -ballpoints met opschrift 2000 stuks -notitieboekje met omslag met logo van Euromast 1000 stuks en een spaaractie voor de deelnemende leden.
Er gingen per bedevaart 20 a 25 leden mee. We kwamen op het idee om zelf deze bedevaartreizen te gaan organiseren. Niet meer met de Limburgse bedevaart naar Lourdes. Wij vonden dat, naast het indrukwekkende gebeuren in Lourdes er ook nog wat meer ontspannende en touristische attracties ingebouwd konden worden. Al nadenkend hoe dit allemaal moest, kwamen we ook nog op het idee om met een eigen vliegtuig te gaan. Kort en goed wij zette onze wensen op papier en namen contact op met reisbureau Snt. Cristofel en langzaam kreeg het organiseren van zoiets gestalte.
In no-time was deze 'nieuwe'vakantie volgeboekt. Wij hadden de week van 23 tot 30 september 1967 vastgelegd. Met 64 gasten, verzorgd door 25 stafleden gingen wij van start. De huishoudelijke dienst kreeg een huisje toegewezen om diverse dingen voor te bereiden. Ook de staf kon daar 's morgens terecht voor hun ontbijt. De lunch en het diner werden door de eigenaar (tante Ko ) verzorgd. Zoals gezegd, wij sliepen in een tent. ook mijn persoontje. Ik had een stretcher meegenomen om op te slapen..... Toen ik de eerste nacht hierop ging liggen en mijn lantaarn uit deed werd ik na 5 minuten met stretcher en al onder de flappen van mijn tent door naar buiten getrokken... Aan de andere kant van het touw hingen vijf stafleden! De lieverdtjes hadden dit zonder dat ik het gemerkt had bekokstoofd. "Wij niet op een stretcher... jij ook niet op een stretcher... was het commentaar. Van slapen kwam de eerste nacht niets, de hele staf dolde en speelde in de speeltuin op het terrein! Ik dus ook maar schommelen !! Ondanks deze afreageermethode van spanningen over het slagen van de onderneming drukte de verantwoording voor al deze mensen op mij erg zwaar. Elke nacht liep ik om de twee uur een rondje langs de bungalows, enerzijds ter controle of de nachtwacht niet in slaap was gevallen. anderzijds om te zien of het overal rustig was,
We stonden voor niets, er werd voor donderdag een treintje gehuurd, iedereen kon, en moest mee. Er was één bedpatient bij. Wij waren toen in het rijke bezit van een rijdend onderstel met een brancard er op. De bed-gast werd op de brancard vastgebonden, en die weer op het achterste wagentje van het treintje, en maar tuffen door het bos, Als je dan merkt hoe die mensen het naar hun zin hebben is vrijwilliger zijn een voorrecht om te kunnen doen.
DE STAALBERG Op de thans volgens anderen doordrammige wijze heb ik het bestuur in 1967 bereid gevonden om AHOY in Oosterhout in te ruilen voor "de Staalberg" in Oisterwijk. Ik ben daar met mede-bestuursleden wezen kijken. Er stonden in U-vorm 32, 2 persoons bungalows. Kun je, je voor-stellen wat een verbetering dat zou kunnen zijn ?
Er stonden ook nog enige huisjes op het terrein die men erbij kon huren maar... De deelnemersprijs voor onze leden moest bij een summiere doorberekening van F. 48,= (Ahoy) naar F.90,= voor de Staalberg. Een behoorlijke verhoging voor de deelnemers. Ik werd zelf de vakantieleider en had zodoende alle touwtjes in handen. Mijn voorstel was: (teruggelezen in de notulen!, om alleen de gasten onder te brengen in de huisjes. De stafleden moesten een eigen tent meebrengen. Ik had toestemming om op het terrein deze tenten neer te zetten. Ik gaf zelf het voorbeeld en ging dus ook in een tent ! Zodoende konden wij 64 gasten meenemen. Er was geen bel-systeem of alarmcentrale. Toch vond ik dat er 'snachts een 'wacht' moest zijn. Dit werd opgelost door de aanschaf van 50 kleine zaklantaarntjes. één bed stond vlak voor het raam, als men 'snachts hulp nodig had moest de gast die bij het raam lag het lantaarntje brandend in het kozijn leggen. Er werd door mij voor elke nacht een wacht van twee personen aangesteld. Deze moesten elk uur een rondje langs de bungalows maken. Waar een lantaarntje brandde moesten zij hulp verlenen. Het nachtverblijf voor de wacht was.... de gemeenschappelijke doucheruimte. Ook werd de staf verdeeld in een medische staf met aan het hoofd een A-verpleegkundige, een technische staf en een huishoudelijke staf. Deze had o.a. tot taak om elke morgen om 8 uur met vers brood "de bakker!"en beleg "de slager!"langs de kamertjes te gaan zodat de gasten zelf, eventueel met hulp, hun ontbijt konden verzorgen. Ik zei altijd.. voor alles is een oplossing!!
Sinds 1962 organiseerde, op innitiatief van Dhr. Ploeg, de Liduinabond een week vakantie voor de aangesloten leden.. Men had al in Bennekom gebikkakeerd en was na een jaar terecht gekomen in kamp 'AHOY' te Oosterhout. Een vakantie week in kamp AHOY kostte toen F 45,= per persoon. Alles was in eigen hand. De kokkin, en de vrijwilligers waren nonnen en EHBO-ers. De leden schilden buiten in het zonnetje samen de aardappelen. De totale baten bedroegen F. 1872,= en de kosten bedroegen F. 1820,=. Sociale zaken had voor 7 leden de helft van de deelnemersprijs vergoed. In 1964 bleken er 55 vakantiegangers te hebben ingeschreven en men beschikte over 17 stafleden die de vacantiegangers begeleidden.
1966 In dit jaar werd ik officieel voorzitter van de St. Liduinabond. Omdat kamp AHOY volgens mij niet meer aan de eisen van de tijd voldeed werd er uitgekeken naar een nieuwe en tevens moderne gelegenheid. Die werd gevonden in Oisterwijk "de Staalberg " heette dit vakantieoord. Ik heb daar gelijk contacten gelegd en na ampel beraad werd hiervoor gekozen. Hiermee werd de periode AHOY afgesloten.
10 october 1966 De heer Ploeg is ernstig ziek in het sint Franciscus ziekenhuis aan de Schiekade opgenomen. Wij hadden al besloten om hem het ere-lidmaatschap van de Liduinabond aan te bieden. Tevens liep er een aanvraag voor een hoge kerkelijke onderscheing namelijk de "PRO ECLESIA ET PONTIFICE". Wilden we dit nog op tijd klaar krijgen moesten we wel opschieten. Zijn toestand werd zo ernstig dat ik op een avond bij hem op bezoek ben gegaan. Ik wilde met hem praten over de verantwoording die het voorzitterschap met zich meebracht. Ook had ik vragen over wrijvingen met personen uit het verleden binnen de organisatie. Hij heeft lang met mij gesproken, nog steeds nieuwe ideeen en oplossingen. Ik was pas 34 jaartjes jong en hij had al zoveel ervaringen opgedaan. Aan het einde van zijn verhaal liet hij mij beloven dat ik zijn taak als voorzitter, die hij op zich genomen had zou voortzetten, "Jij kan dat" zei hij! Ik was zo ontroert dat ik gelijk spontaan beloofde dit te zullen doen. Het is nu 1999, trouw aan mijn belofte en nog steeds volgehouden. De kerkelijke onderscheiding, die toegezegd was, en het erelidmaatschap waren intussen gereed gekomen. Wij moesten direct naar Beverwijk want daar lag hij nu in een ziekenhuis.
Mevr. Ploeg heeft hem de versierselen, behorende bij de Pauselijke onderscheiding opgespeld. Ik weet zeker dat er op dat moment geen gelukkiger mens op de wereld was dan hij. Hij zei; "dit heb ik niet verdiend maar wij met z'n allen ".
Op 20 december kreeg ik het bericht dat Dhr. Ploeg was overleden. Ik besloot in een vergadering dat wij een speciale editie van ons periodiek aan het werk van Dhr. Ploeg zouden besteden. Iedereen die wilde kon hier zijn belevenissen en zijn ervaringen met hem in kwijt. Het blad is er gekomen en was een geweldig mooie uitgave. De nabestaanden waren hier erg blij mee, en ik had een voldaan gevoel..... (slogan) voor je zelf en voor de ander............... en zo zit dat.
13 juni 1966 *****Na opening met gebed zegt de voorzitter dat hij per 1 september gaat verhuizen en zijn functie als voorzitter neerlegt. Dhr. Peters zal tot de eerste jaarvergadering plaatsvervangend voorzitter zijn. Op 12 september wordt door mij, de eerste notulen van een bestuursvergadering in de functie van voorzitter voor goedkeuring ondertekent. Ja-ja, nu is dat boeffie uit Delfshaven nog voorzitter ook. Zal wel wat worden!! Jammer dat mijn moeder dit niet meer mee mag maken .........
1945 ! ! ! Ik noemde de naam Dina Bosman, dit is ze. Later hoorde ik dat zij met nog drie andere mensen direct na de oorlog het innitiatief genomen hadden om de slachtoffers van het bombardement op Rotterdam uit hun isolement te halen (1940) Er waren veel "verminkten!!" die niet meer naar buiten durfden en zich schaamde voor hun gebrek. Zij hebben toen de bond van "lichamelijk gebrekkigen" opgericht. Enige jaren later kreeg deze bond de naam NKIB ST. Liduina (Nederlandse Katholieke Invaliden Bond.) Het toenmalige bestuur heeft deze Rotterdamse invalidenbond uitgebouwd tot een landelijke organisatie. Zij verkregen op voorspraak van Deken Niekel zowel kerkelijke als Koninklijke goedkeuring, een geweldige prestatie. Op de Dovenbond na was dit de eerste bond voor invaliden, het accent lag op dagjes uit en gezelligheid maar vooral om de mensen uit hun isolement te halen.Woningaanpassingen en dergelijke waren toen nog niet actueel, er zit in ons archief wel een brief uit 1949 met het verzoek of de invalidenbond misschien voor een houten voet kon zorgen omdat de voet bij een ongeluk door de tram er af is gereeden (jawel! met 2 e's). Dit was de eerste belangenbehartiging. Terug waar ik gebleven was..... We zaten in Groot Speyk aan het diner, de organisatie verliep niet helemaal vlekkeloos en eigenlijk jeukte mijn handen om meer te doen dan alleen maar mensen vervoeren. Ik heb dat toen tegen Dhr. Ploeg gezegd (voorzitter) 'dat, als hij nog iemand nodig had, ik bereid was om meer te doen voor de invalidenbond! nou.. daar kwam hij op terug en .... hij deed het nog ook!!
Op een avond belde hij mij op of het goed was dat hij, samen met Dina kwam praten. Zij kwamen en hij vroeg direct op ik het meende? "we zitten hard om bestuursleden verlegen, wil je, je daar voor beschikbaar stellen? Mijn antwoord (na ruggespraak met mijn vrouw!) was, ja dat doe ik. Ik zou voor de eerste bestuursvergadering een uitnodiging krijgen, bij hem thuis op de Statenweg in Blijdorp (oh, zat het zo met die auto's!). Hij was directeur van een grote theaterzaal in Rotterdam "Odeon" in de Gouvernestraat. 's nachts in mijn bed lag ik na te denken of ik dit wel aan kon? Jij altijd met je grote mond! Wat wordt er van mij verwacht? Hoeveel werk is dit? wat voor job krijg ik? veel vragen waar in nog geen antwoord op wist.
Je werd als vrijwilliger in die vereniging niet uitgenodigd voor een gesprek of 'intro' Ik had mij opgegeven en wachtte maar af. Ik kreeg een brief dat de organisatie met hun leden een dagje naar groot en klein Speyk in de buurt van Oisterwijk wilden. Of ik mijn medewerking hieraan wilde verlenen?. Kort en goed, ik kreeg weer drie namen op van mensen die ik moest gaan halen. Tevens kreeg op een kaart een nummer die ik rechts bovenaan de voorruit moest plakken De verzamelplaats was wederom de Statenweg in Blijdorp. Op de rand van het trottoir waren de nummers van de auto's opgeschreven. Het waren er in totaal 85 !! Ook stonden er 4 motoragenten.
Toen wij compleet waren vertrok de stoet. Ik reed ergens middenin, aansluiten werd gezegd anders wordt de optocht te groot! Twee motoragenten voorop en twee achteraan, (kom daar nu eens om !) Ik voelde me geweldig en ook trots dat ik met drie dames in mijn autootje in zo'n grote stoet en onder politiebegeleiding mee reed.. een menselijk trekje niet waar? Een niet onbelangrijke bijkomstigheid was en is dat je een dag vrij van je werk moest nemen. Voor mij was dat niet zo'n probleem want mijn vrouw waarmee ik samen de kruidenierszaak runde vond ook dat ik dat vrujwilligerswerk moest doen "zij liep dan wel een stapje harder!" Nog steeds geldt voor iedere vrijwilliger dat de 'tuisblijvers'er voor 100 % achter moeten staan. Voor werknemers kost het immers een vakantiedag en in veel gevallen werkte het bedrijfsleven hier niet aan mee. Benzine was voor eigen rekening. Dat hoorde er bij. De rit verliep voorspoedig, o ja; de mensen die wij vervoerden waren allemaal mobiel, wel moeilijk lopend of met een stok, maar er waren toen nog geen rolstoelen of iets van die aard. Dat is nu wel even anders! Toen wij in Oisterwijk aankwamen stond ik toch wel even beduusd te kijken. Ik drie personen in mijn auto en dat maal 85 plus chauffeurs is een totaal van 340 personen. Al had ik verder nog niets met die organisatie te maken stond ik toch gelijk even te rekenen. 340 x een lunch met koffie, 340 x een diner met tussendoor drankjes.. Later bleek dat er voor deze dagtocht jaarlijks een gigantische loterij werd opgezet. maar toch.... 85 chauffers maal een lunch, maal een diner en drankjes... dan kosten 3 touringcars goedkoper en hebben ze nog meer aanspraak ook!!
Gezellig was het wel o ja, dhr. Ploeg was een voorzitter van het kaliber 'dieselmotor' hij bleef gaan en had voor alles een oplossing. een prachtige man. Hij werd geassisteerd door een dame met een gewoon been en een heel dun pootje! Overgehouden van kinderverlamming in haar jeugd, Dit was Dina Bosman.
6 JUNI 1959 DEFILé VOOR KONINGIN JULIANA , De hr Ploeg (voorzitter) overhandigd de koningin een bos bloemen
De voorzitter van de Invalidenbond had voor elkaar gekregen dat wij met onze leden mee mochten doen in het defilé voor het paleis Soestdijk ter gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit Koningin Juliana. Wij moesten aansluiten bij een stoet bejaarden uit Den Haag. Ik maakte, met drie dames in mijn auto, deel uit van een konvooi van 120 auto's die 's morgens verzamelden op de Statenweg in Blijdorp. Het zou de eerste keer zijn dat ik aan zo'n geweldige tocht deelnam.
De drie dames bleken geboren te zijn in Nederland maar zij hebben gewerkt in Nederlands Indie. Tijdens de autorit naar Soestdijk vertelde zij mij dat zij alle drie in een Jappenkamp hadden gezeten en de verschrikkelijkste dingen hadden meegemaakt. Zij waren als invaliden uit dat kamp gekomen en waren boos op de Nederlandse regering omdat er niets voor hun gedaan werd, Zij verwachtten van mij dat ik vlak voor de koningin zou stoppen. De dame die naast mij zat liet zich dan uit de auto vallen om zodoende de aandacht te vestigen op het vele leed en de mishandelingen die de mensen in de Jappenkampen hadden meegemaakt. Ik beloofde niets maar zei dat we moesten afwachten hoe dit defile zou verlopen. Aangekomen in Soestdijk werd ons per brief door de mareschausse medegedeeld dat het verboden was te stoppen, de ramen van de auto moesten gesl;oten blijven en men moest aaneengesloten en langzaam blijven rijden.
Toen ik de koningin, die boven aan de trap stond passeerde stopte ik uiteraard niet, wel gingen de drie dames in de auto wild te keer ze schreeuwde; "we zijn kapot geslagen !"Ze gilden en het was een oorverdovend lawaai in de auto. Er stonden gelijk twee mareschausses bij mijn auto die mij sommeerden om door te rijden, zij bleven naast mijn auto lopen totdat ik de tuin van het paleis uit was. De dames waren helemaal overstuur en scholden op alles waar een rood-wit-blauw lintje aan zat. Het was een hele ervaring!
Over de route van de zeven heuvelen zijn we naar een hotel gegaan waar wij gedineerd hebben. Om negen uur waren wij terug in Rotterdam waar ik de drie dames weer keurig netje thuisgebracht heb. Dat was dus mijn eerste grote rit voor de Nederlandse Katholieke invalidenbond Snt. Liduina
Ik ben geboren in 1932, als een na de oudste in een gezin dat uit zou groeien tot 12 kinderen. We woonden in Rotterdam en we hadden thuis een eigen bakkerij. In het gezin van 12 merkte ik snel dat je niet alleen op de wereld bent en dat je veel met anderen moest delen. Wij hadden een zeer toegewijde moeder, ik herinner mij dat zij met elk nieuw kindje heel erg blij was. Er werd niet veel verdiend in de bakkerij, het was eigenlijk "armoe 'troef. Moeder maakte van linnen meelzakken veel van onze kleding, dat kon zij heel goed, Het kon dan wel eens voorkomen dat er op je rug U.S.A. stond maar dat gaf niet want niemand had in die tijd iets nieuws. dat kwam door de oorlog die wij net achter de rug hadden. Ik was, wat men noemt een "boeffie" , de helft van de grijze haren van mijn moeder was mijn schuld (vind ik nu). Ik verdiende bij mijn opa in de bakkerij F. 2,50 in de week en was bere-trots dat ik dat elke vrijdag aan mijn moeder kon geven. Je hebt nu een sumiere indruk van mijn jeugd en de moeilijke omstandigheden waarin wij groot moesten zien te worden. Men noemde ons de "oorlogsjeugd"". Ik trouwde in 1956 met een dochter van een waterstoker, ook een klein winkeltje. Op innitiatief van mijn vrouw gingen wij samen de levensmiddelen in want mijn vader kon mij geen normaal loon betalen waar ik zelfstandig van zou kunnen leven. Mijn moeder was toen al aan het sukkelen, in het ziekenhuis werd kanker aan de lever geconstateerd en zij konden niets voor haar doen, zij werd door de dokters naar huis gestuurd. Ik kocht in die tijd net mijn eerste auto'tje. Wat was ik trots toen mijn moeder vroeg of ik haar uit het ziekenhuis wilde halen en naar huis wilde brengen. Samen reden wij naar huis en zij genoot volop: "bij Theo in zijn eigen auto rijden, dat had zij nooit durven dromen !" Zomer 1958 stierf zij op 51-jarige leeftijd en bleef mijn vader met dat grote gezin alleen achter. Wat jammer dat ik haar niet meer mee kon nemen voor een ritje!! Ik las toen net in de krant: "automobilisten gevraagd "om invaliden met kerstmis naar de kerk te brengen. Omdat ik voor mijn moeder niets meer kon betekenen heb ik daarop gereageerd en zo werd ik op vrijwillige basis automobilist in de Nederlandse Katholieke Invalidenbond, de NKIB snt. Liduina. te Rotterdam. Het betekende dat ik elke zondag in Rotterdam-zuid zieke mensen die niet meer konden lopen naar de kerk vervoerde. Ophalen en thuisbrengen.. het betekende ook sjouwen, dragen, samen met anderen, soms van drie hoog naar beneden en terug. Van aangepast vervoer was uiteraard geen sprake, en van het een kwam het ander.....
Op een dag,na het werk gingen wij om een uur of twaalf naar bed. Het was de gewoonte dat ik, met nog een stuk of tien anderen nog even bij iemand op de kamer wat aten en dronken. Dan bij de een en dan weer bij de ander. Wie op het idee kwaam weet ik niet meer, maar opeens wilden wij allemaal naar de grot! We zijn daar naar toe gelopen. Eerst bij de grot je eigen indrukken verwerken en een paar die dit niet deden zaten op de rand van een stenen muurtje, dat stond langs de Gave vlak voor de grot. We zaten daar allemaal bij elkaar. De harmonie in deze groep was zo groot dat we dit eigenlijk niet meer los konden laten.. De een begon 'zijn' verhaal te vertellen terwijl de anderen luisterden. Daarna volgde een ander "over wat wel en niet belangrijk was en is in het leven!" Wij waren daar op dat muurtje zo 'closed' met elkaar, dat ik mij heden ten dage nog afvraag en verbaasd ben over hoe dit mogelijk was. Op zulke momenten voel je hoe belangrijk mensen voor elkaar kunnen zijn en hoe anderen je dikwijls nodig hebben! Als het moet.. - alleen maar luisteren - naar iemand, zelfs dat heeft een enorme invloed. Wonderen hoef je en mag je in Lourdes niet verwachten. Maar de indrukken die ik daar beleefd heb, zullen mij altijd bij blijven en hebben mij gesterkt om met dit vrijwilligerswerk door te blijven gaan. Niets geeft zoveel voldoening, als je merkt dat je anderen soms wat een beetje gelukkiger kan maken. Ik heb ook geleerd dat je deze gevoelens niet altijd kunt uitstralen of waarmaken en dat je in omstandigheden kunt komen waar het helemaal fout gaat! Ook daar moet je mee kunnen verder leven !
(foto boven) Bij elke activiteit van de GON wordt er voor de gasten een groepsfoto gemaakt. Deze krijgen zij 'gratis' mee naar huis, met als onderschrift; "LOURDES" en het jaar waarin de reis werd gemaakt.