Een arm en ziekelijk )cholera, herfst 1855 ) meisje, geboren in grenzelose diepe armoede. Haar ouders trouwde op 17-jarige leeftijd, zij verhuizen van het ene naar het andere onderkomen en eindigen, vervolgd door armoede in een oud vervallen arresthuisje, "het cachot", een ongezond en duister hok dat zij gratis mochten bewonen! 11 februari 1858 Alles begon in een sfeer van armoede. Op vastenavond is het koud en grauw, in het Cachot is geen hout om vuur te maken. Bernadette en haar zusje Toinette, stellen voor om hout te gaan sprokkelen langs de oevers van de Gave. Jeanne Abadie, een buurmeisje vergezelt de twee zusjes. Bij de molen van Savy stelt Bernadette plos voor >eens te gaan kijken waar de beek in de Gave vloeit<. Aan de oevers gekomen ontdekken de meisjes bij de weide een hoop hout. Om deze schat te bereiken moeten zij de beek over. Het water is ondiep maar ijskoud. En bernadette weet hoe vatbaar zij is voor asthma.... zij aarzelt en wil haar schoenen uitrekken.... Maar laten wij hier Bernadette zelf de gebeutenissen verhalen. "Mijn twee gezellinen staken de beek over die zich voor de grot bevond. Ik bleef dus alleen aan de overkant. Ik vroeg hen een steen in het water te werpen zodat ik via de steen aan de andere kant kon komen. Het was onmogelijk. Ik kwam terug naar de grot. Nauwelijks had ik een kous uitgetrokken of ik hoorde een eigenaardig geluid, net een rukwind! Ik draaide mij om en keek naar de weide. De bomen bewogen niet. Ik begon de andere schoen uit te trekken, wederom hetzelfde geluid. Ik hief het hoofd naar de grot en zag een in het wit geklede dame; zij had een wit kleed, een witte sluier, een blauwe gordel en een gele roos op iedere voet. dezelfde kleur als het kettinkje van haar rozenkrans waarvan de kralen wit waren. Angst greep mij aan; ik wreef mijn ogen uit, denkend dat zoiets toch niet kon! Maar dezelfde dame was er nog altijd. Ik zocht naar mijn rozenkrans en wou het kruisteken maken, maar mijn handen weigerden. Alhoewel ik zeer bang was bleef ik. De dame nam dan haar rozenkrans. en maakte het kruisteken. Ik was niet meer zo bang en pakte mijn rozenkrans weer. De angst verliet mij; ik maakte het kruisteken, viel op mijn knieen en prevelde de rozenkrans in haar tegenwoordigheid. De dame volgde ook op haar rozenkrans, maar haar lippen bewogen niet. Dan gaf zij mij een teken nader te komen. Ik durfde niet en bleef op mijn plaats staan. Even plots verdween zij als zij gekomen was. Ik trok mijn andere kous uit en waadde door de smalle rivier naar mijn gezellinen. Inmiddels hebben de twee hout vergaard en staan gereed te vertrekken. Bernadette toont zich opgewekt. Toinette vemoedt iets: heeft zij Bernadette niet geknield voor de grot gezien? Zij ondervraagt haar maar Bernadette wil niets zeggen. Na lang aandringen vertelt zij het toch maar laat ze beloven het aan niemand te vertellen. Nauwelijks thuisgekomen vertellen zij dat ik in de grot een witte dame had gezien. Haar moeder die zulke kletspraat niet verdraagt geeft beide kinderen met de stok en verbied hen nog een keer naar de grot te gaan. Zondag 14 februari Bernadette krijgt de gebeurtenissen niet uit haar hoofd en wil weer naar de grot om te zien of het allemaal echt is geweest. Na erg lang aangedrongen te hebben mocht zij wel maar alleen met de twee meisjes erbij. Hoe het ook zij, er zijn weldra 12 meisjes die samen met Bernadette de heuvel afstormen en de weg naar Massabielle in slaan. Maar de voorzorgen zijn genomen, allen hebben zij een beetje wijwater meegenomen. Bij de grot knielt Bernadette neer en begint de rozenkrans te bidden. Na het tweede tientje verschijnt het licht gevolgd door de dame. "ik haalde onmiddelijk mijn wijwater te voorschijn" vertelt Bernadette en zei haar; "blijf indien je van God komt, zoniet moet je weg ! Ik hield niet op met wijwater te sprenkelen. Zij glimlachte en boog lichtjes voorover. Ik besprenkelde haar steeds meer, tot de fles leeg was. De dame glimlachte en boog het hoofd. > Dan begint in het bijzijn van haar verschrikte vriendinnetjes de vervoering. Met moeite wordt zij door de anderen bij de grot verwijderd. Donderdag 18 februari De dame verschijnt voor de derde maal. "Zij is er, fluistert Bernadette". Gedurende haar extase prevelt zij haar gebeden. De dame komt een beetje naar haar toe. Bernadette die in opdracht papier en een pen had meegenomen vraagt de dame of zei haar naam op het papiertje wilde schrijven.. De dame glimlacht en zegt; "Het is niet nodig, verleen mij de gunst hier vijftien dagen nog te komen". Bernadette aanvaardt het met haar hart vol blijkschap, en de vervoering blijft duren. Bernadette bidt en spreekt op intieme wijze met de dame. Later zal zij allen vertellen dat de dame zei; "ik beloof je niet in deze wereld gelukkig te maken, maar wel in de andere." De extase duurde een half uur. Vrijdag 19 februari Gisteren heeft Bernadette haar moeder vertelt wat zij aan de dame, die zij steeds 'Aquero (dit)noemt. beloofd heeft. Haar moeder beloofd deel te nemen aan haar tocht naar de grot. Bernadette ziet zich nu bij de grot in Massabiele omringt door een tiental personen. Bernadette begint haar rozenktans te bidden en reeds bij het derde weesgegroet veschijnt de dame en de vervoering begint. "Het is vijftien minuten lang een gesprek van hart tot hart, van dame tot het kind", : alleen de bijna doorzichtige schoonheid van het gelaat van Bernadette verraadt de tegenwoordigheid van de dame. "Het was een onvergetelijk genoegen haar aan te zien, ik kon niet laten haar aan te kijken.."vertelde later een ooggetuige. Zaterdag 20 februari De vijfde verschijning blijft even geheim als de voorgaande. Bij de grot zijn een dertigtal personen. Bernadette bid de rozenkrans en na 15 minuten glimlacht zij en groet. Na een tijdje komt er droefheid over haar en groet zij de laatste maal. Bernadette vertelt geen woord over haar dialoog. Zondag 21 februari Bij dageraad gaat Bernadette naar de grot. Ondanks dit vroege uur staan er zeker honderd mensen bij de grot. Er zijn geen bijzonderheden over deze verschijning bekend. Na de H.mis wordt Bernadette opgewacht door de veldwachter en de politiecommissaris Jacomet, die zegt dat zij mee moet komen. Zij wordt die dag langdurig ondervraagt. Het is bernadettes eerste ondervraging. De eerste in een hele reeks die volgen en Bernadette zal achervolgen tot op haar sterfbed in Nevers., maar deze verhoren zullen steeds, met meer zekerheid, haar oprechtheid en haar verstand bevestigen. Dinsdag 23 februari Op deze dag verschijnt de dame wel een uur aan Bernadette, nauwelijks heeft zij weer een weesgegroet gebeden of de vervoering begint. Die dag vertelt de dame haar drie geheimen die zij aan niemand mag doorvertellen. Ondanks de velen die geprobeerd hebben haar deze geheimen te ontfutselen heeft Bernadette die altijd geheim kunnen houden, zij zei alleen.. "dit is voor mij alleen bestemt en voor niemand anders". Woensdag 24 februari Twee tot driehonderd mensen zijn bij de grot als Bernadette daar aankomt. Zij ontsteekt haar kaars, knielt en maakt een kruisteken. Na 10 minuten tekent zich een diepe droefheid op het gelaat van Bernadete af. Op haar knieen gaat zij wenend naar de dame en spreekt tot de dame. Op haar knieen komt zij terug, de tranen rolde van haar wangen maar weldra glimlacht ze opnieuw. Na afloop wordt haar gevraagd wat de dame haar gezegd heeft:, zij antwoordt en herhaalt: " Doet boet.. boet... boet...bid tot God om bekering van de zondaars.. Donderdag 25 februari Tijdens deze verschijning moet Bernadette van de dame de grond kussen, als boetedoening voor de zondaars. Zij staat op en loopt in de richting van de Gave, onderweg blijft zij staan, heft het hoofd en kijkt naar de grot. Zij knikt bevestigend, keert terug en gaat naar de linkerkant van de grot. Daarna gaat zij op haar knieen en maakt een putje in de grond. Een weinig slijkwater komt uit de bodem. Bernadette schept water op met haar handen en bevochtigd haar gelaat. dan drinkt zij het water tot vier maal toe. Ook eet zij een grashalm op. Daarna staat zij op en gaat weg. Vrijdag 26 en Zaterdag 27 februari Zij hernieuwt de boetedoeningen die de dame haar geleerd heeft, tevergeefs.. de dame blijft onzichtbaar... De volgende dag gaat zij de grot binnen en drinkt aan de bron een weinig slijkerig water. Het schijnt dat deze vervoering op 27 februari een van de langste is geweest. Zondag 28 februari Deze extase verloopt zoals de vorige: rozenkrans, kniebuiging, kussen van de grond en drinken van het bronwater. Alleen aan de uitstraling van haar gelaat kan men zien dat zij een verschijning heeft. 500 mensen zijn getuige van haar vervoering. Omdat het Zondag is gaat zij naar de hoogmis. Na de kerkdienst moet zij weer mee met de politiecommissaris. nu naar de onderzoeksrechter. De rechter leidt het onderzoek! Bernadette antwoordt kalm, zelfverzekert en vastberaden. Dinsdag 2 maart Als men de commissaris Jacomet geloven mag zijn er die dag zestienhonderd mensen bij de grot. Ook deze keer gaat de vervoering net als alle voorgaande. Bernadette kijkt bezorgd na het gesprek. De dame in de grot heeft haar verzocht; "aan de priesters te zeggen dat Zij vraagt dat men hier een processie komen zou, en een kapel wenst. Als Bernadette dit vraagt aan de pastoor zegt hij: "ik wil van geen processie of een kapel weten, de pastoor wordt woedend: hij schreeuwt.. en ze staan buiten voor dat zij er erg in hebben. Woensdag 3 maart drie a vierduizend mensen van Lourdes en omstreken haasten zich naar de grot. Om twee uur zijn de beste plaaten bezet!! Bernadette kan haast niet bij de grot komen zij houdt een kaars in haar hand, knielt en bidt een lange tijd. De droefheid op het gelaat van Bernadette wordt steed groter... Als ze op staat zijn haar ogen vol tranen... De dame komt niet..... Waarom niet?... De kletspraatjes doen de ronde >onwaardige mensen hebben die nacht in de grot doorgebracht... zij hebben haar onteerd. 'smiddags voelt zij zich onweerstaanbaar naar de grot gedreven. Met haar tante en haar neef daalt zij af naar Massabielle... glimlachend wacht de dame haar op De extase duurt kort, Bernadette vraagt namens de pastoor of zij haar naam wilt zeggen... zij glimlacht maar zegt niets. De pastoor is woedend, maar twijfelt heel erg... Donderdag 4 maart Vandaag moet het de laatste van de vijftien verschijningen zijn. Een dichte menigte trekt bij het eerste morgenlicht naar de grot. Achtduizend?. tienduizend mensen, misschien wel meer. Heel vroeg inspecteert Jacomet de grot, er valt niets bijzonders te bespeuren. Rond vijf uur in de morgen komen drie geneesheren Bernadette onderzoeken. Om half zeven worden zij door Bernadette weggestuurd. Bernadette gaat naar de grot en moet door rijkswachters en soldaten uit het fort vooraf gegaan worden. Bernadette knielt bidt, en ontsteekt haar kaars. Het volk bidt met haar mee. Bij het derde AVE van het tweede tientje, begint de vervoering. Dit zal een uur duren. Nu eens schittert het gelaat van Bernadete van innerlijk geluk. Dan weer wordt zij droevig... (Zij glimlacht 34 maal, noteert Jacomet in zijn boekje) zij groet (24 maal noteert hij) zij maakt het kruisteken en bidt langzaam de rozenkrans. Na een dertigtal minuten is Bernadette opgestaan. Met de brandende kaars in haar hand treed zij de grot binen. Zij spreekt met de onzichtbare dame, komt terug en bidt. De vervoering is ten einde en Bernadette gaat terug naar het dorp. Zij spreekt met niemand!! geen mirakels, geen buitengewone openbaringen; de liefhebbers van diepe ontroeringen zijn ontgoocheld. Iedereen benaderd Bernadette om alles, ze kan geld krijgen voor alles dat zij heeft. Zij laat alles over haar heen komen en doet niets. Het gewone leven herstelt zich in het kleine dorpje en Bernadette gaat gewoon weer naar school. Donderdag 25 maart. 's nachts droomt Bernadette dat aquero (dit) haar verwacht. Haar moeder laat haar gaan, het is nog geen vijf uur in de morgen... Wat een vreugde.. de dame verwacht haar. Onmiddelijk is Bernadette in volvoering. Bernadette is verrukt, de dame staat beneden aan de grot vlak naast haar. In een gebaar van offergave plant zij de kaars die haar tante haar gegeven had, tussen de ruwe stenen van het gewelf. Dan gaat zij terug naar het dorp rechtstreeks naar de pastorie. Zij vertelt: dat zij tot drie maal toe, namens de pastoor om de naam van de dame gevraagd had. nu, bij de vierde keer vouwde de dame de handen gekruisd voor haar borst en zei me dat zij: De onbevlekte ontvangenis was. De pastoor vroeg mij of ik dat welzeker wist. Ik zei hem van ja en dat ik die twee woorden de hele weg herhaald had om ze niet te vergeten. Bernadette wist helemaal niet wat deze twee woorden betekenden. Ze waren voor haar helemaal vreemd en zij wist niet dat hier de Heilige Maagd Maria bedoeld werd... "en zij wilde nog steeds dat er een kapel gebouwd wordt", voegt Bernadette eraan toe, Deze dag van 25 maart is werkelijk het hoogtepunt van de verschijningen te Lourdes. Is het toeval of de voorzienigheid dat de dame haar naam onthult op de dag dat de kerk het mysterie van Maria Boodschap viert ? Wonderbaar is de gelijkenis tussen de woorden van Maria en haar optreden in beide gebeurtenisen.... ik ben de dienstmaagd van de heer en ik ben de onbevlekte ontvangenis. Dezelfde eenvoud en dezelfde bescheidenheid dezelfde herkenning van het mysterie van GOD in haar, dezelfde aanbidding in de grot van Lourdes.
Op deze avond van 25 maart 1858 vermenivuldigden zich ontelbaar de lichtjes der kaarsen rond deze van Bernadette. Het licht dat zij verbeelden zal te Massabielle voortaan niet meer gedoofd worden......
|