Op vette maandag reed Allaert te paard naar Brugge en kocht daar een dozijn maskers. Hij zocht ook de schilder Staffin op die met de gegevens van Allaert in de herberg " De Cordewaeghen" de tekst van een schimplied bijeenrijmde . Herbergier Vanluyt uit "Het Handbogenhof" , fungeerde als scibent (schrijver), waarschijnlijk omdat Allaert niet handig genoeg was met de pen . Ook alle attributen voor de carnavleske stoet werden door Allaert geleverd : Paard (+geleider )en hurde, een speciaal vervaardigde pop alsook de klederen van de suyge-minne, sijnde de klederen van Pieternelle Rammelaere . Voor de uitvoering van het gelegenheidslied vond Allaert niet erg veel gegadigden : Arnold van Nieukercke en huisvrouw , alsook Albert Bonte en Jozef Denys bedankten voor het aanbod , zodat tenslotte de rol van liedjeszanger aan zijn zoon Pieter Allaert werd toegewezen . Om de figuranten voor zijn plan te winnen had Allaert verzekerd dat hij over een toelating beschikte van de plaatselijke berijder van het Vrije ( Gerechtsdienaar te paard ), de heer Parmentier . In werkelijkheid had Allaert alleen met Parmentiers echtgenote gesproken die van mening was dat het mocht op voorwaarde dat alles in fraeyheyt passeerde. Allaert beweerde nog dat het ganse opzet bedoeld was als eene recreatie en dat sijne intentie niet en is geweest omme den backer van Hemele in sijne eere te crencken ofte eenighe quaede saecken te veroorsaecken . Het vonnis van 27 februari 1788 bepaalde dat Allaert die reeds vroeger een straf van negen maanden had uitgezeten in het Gravensteen te Gent , ernstig zou berispt worden , dat hij op twee naeenvolgende zondagen een hoed ( oude graanmaat = 1 3/4 hectoliter ) terwe geconverteert in broodt op zijn kosten moest laten uitdelen door de plaatselijke armentafel en dat hij binnen de drie weken een attest vanwege de dismeesters van Westkapelle moest afleveren omtrent de gedane brooddeling .Tenslotte moest hij ook de onkosten van het rechtsgeding betalen. Bakker Pieter van Hemele zou in de kamer van het Vrije geroepen worden om een strenge berisping te aanhoren over sijne indiscrete discoursen ten overstaan van zijn vrouwelijke dorpsgenoten . Einde !
J. Geldhof ( uit Biekorf 1982 )
Noot van de .redactie : Westkapellenaren opgelet !! Met carnaval in het vooruitzicht en deelname van vele dorpsgenoten aan de grootse carnavalstoet in Heist ( De mooiste en sfeervolste van onze provincie )op 26 februari 2006 één goeie raad : Vier uitbundig , maak leute en plezier maar .. lach of spot niet met de Westkapelse vrouwtjes of je kunt de weg opgaan van Allaert en van Hemele en als straf , inplaats van brood ,"pinten uitdelen " in onze plaatselijke herbergen in de volksmond noemt men dat :"Tournéé générale " .
Guido
|