Het tao is stil
De christen moet de heiden en de atheïst er - om diens ziel te redden - ten koste van alles van overtuigen dat God bestaat. De atheïst moet de christen ervan overtuigen dat het geloof in God niet meer is dan een kinderlijk en primitief bijgeloof dat waarlijke sociale vooruitgang enorm in de weg staat. Zo strijden ze, gaan tegen elkaar te keer en ratelen maar door. Intussen zit de taoïstische wijze rustig aan de oever van de stroom, misschien met een gedichtenbundel of een glas wijn en wat schildersgereedschap, terwijl hij met z'n hele hart geniet van het tao, zonder dat hij zich er druk over maakt of het tao al of niet bestaat. De wijze behoeft het tao niet te bevestigen; hij is veel te druk bezig met ervan te genieten! (Raymond M. Smullyan)
12-12-2005 om 00:00
geschreven door Sergej
|