De Boeddha zegt dat pijn en lijden voortkomen uit verlangen of begeerte en dat we, om ons van pijn te bevrijden, de banden van de begeerte moeten doorsnijden.
Wat je vandaag een plezierig gevoel of liefde geeft, doet je morgen pijn of het verlaat je, zodat je de pijn van het gemis voelt. Dat wat vaak liefde wordt genoemd, kan een tijd lang plezierig en opwindend zijn, maar het is een verslavende aanhankelijkheid. Een toestand die bij het minste of geringste kan omslaan in zijn tegendeel. Veel zogenaamde liefdesrelaties worden, als de euforie van het begin voorbij is, een heen en weer gaande beweging tussen haat en liefde, tussen aantrekking en aanval. Werkelijke liefde laat je niet lijden. Zelfs als de hemel zwaarbewolkt is, is de zon niet verdwenen. Zij is er nog steeds, alleen aan de achterkant van de wolken.
De christen moet de heiden en de atheïst er - om diens ziel te redden - ten koste van alles van overtuigen dat God bestaat. De atheïst moet de christen ervan overtuigen dat het geloof in God niet meer is dan een kinderlijk en primitief bijgeloof dat waarlijke sociale vooruitgang enorm in de weg staat. Zo strijden ze, gaan tegen elkaar te keer en ratelen maar door. Intussen zit de taoïstische wijze rustig aan de oever van de stroom, misschien met een gedichtenbundel of een glas wijn en wat schildersgereedschap, terwijl hij met z'n hele hart geniet van het tao, zonder dat hij zich er druk over maakt of het tao al of niet bestaat. De wijze behoeft het tao niet te bevestigen; hij is veel te druk bezig met ervan te genieten! (Raymond M. Smullyan)
Wanneer de mens geboren wordt is hij zacht en zwak. Dood is hij stijf en hard.
Alle dingen, het gras en de bomen,
zijn mals en soepel wanneer ze leven;
dood zijn ze droog en breekbaar.
Stijf en hard zijn de metgezellen van de dood,
zacht en zwak, die van het leven.
Daarom zal een leger dat sterk is niet winnen,
een boom die hard is, geveld worden.
Het sterke en het grote zijn de mindere,
het zachte en het zwakke de meerdere.
Wees niet altijd zo doenerig. Laat de dingen ook eens
gewoon gebeuren. In feite is het zo, dat alle grootse dingen niet tot stand
gebracht worden, maar gewoon plaats vinden.
Kijk maar naar liefde; zij doet zich
zomaar voor, niemand kan liefde maken. Als iemand anders jou opdraagt om lief
te hebben, zelfs als een dictator dat doet, dan kun je alleen maar liefde
pretenderen, je kunt alleen maar doen alsof.
Liefde kun je niet forceren, zij is er of ze is er niet, net zoals ontspanning
en net zoals meditatie. (Osho)