Er waren eens zeven muisjes in mooi Amsterdam Die zaten in een molen heel stiekem verscholen Ze dachten bij zichzelf: wat is het toch fijn Wij muizen in een molen in Mokum te zijn.
Ik zag muizen Waar? Daar op de trap Waar op de trap? Nou daar! Zeven kleine muisjes op klompjes Nee, 't is geen grap 't Ging van klip klippedieklap op de trap Oh, ja!
Sommige muisjes waren eenzaam en zochten naar vrouwtjes En piep zei één muis in het voorhuis, ik trouw En toen zongen ze samen: wat is het toch fijn Wij muisjes in een molen in Mokum te zijn.
Die muis kreeg een vijfling en allen gezond Toen aten de muisjes beschuitjes met muisjes Ze zongen toen allen: wat is het toch fijn Wij muizen in een molen in Mokum te zijn.
De muizenfamilie werd vreselijk groot De molenaar vluchtte, hij was als de dood Voor de muizen die zongen: wat is het toch fijn Wij muizen in een molen in Mokum te zijn.
De muizen die hebben het fijn naar hun zin De molen staat leeg want geen vrouw durft erin.
Vroeger dachten anderen voor ons wezen anderen ons de weg drongen anderen ons waarden op hoe bepalen we nu zelf ons denken hoe kiezen wij nu zelf onze weg hoe bepalen wij nu zelf onze waarden door ons vaker af te vragen is dat wel zo wil ik dat wel
en als het NIET zo is ? durf DAN je zelf te zijn !