Hoewel haar hart vol droefheid was, voelde ze zich ook vastbesloten.
Zoals elke ouder wenste ze dat haar zoon opgroeide en zijn dromen kon waar maken.
Nu was dat niet langer mogelijk.
Leukemie zou daar voor zorgen.
Maar ze wilde toch dat de droom van haar zoon
vervuld zou worden.
Ze nam de hand van haar zoon en vroeg:
Billy, dacht jij ooit aan wat je wilde
worden als je groot zult zijn?
Heb je ooit gedroomd en gewenst wat je met je
leven zou willen doen?'
'Mamma, ik wilde altijd brandweerman worden wanneer ik groot ben.
De moeder glimlachte en zei, Laten we eens zien of we jouw wens in vervulling kunnen laten gaan.
Die dag nog ging ze naar de lokale branweerkazerne waar ze brandweerman Bob ontmoette, die een hart had zo groot als Phoenix.
Ze legde uit wat de laatste wens van haar zoon was en vroeg of het misschien mogelijk was haar zesjarige zoon mee te nemen in een brandweerwagen voor een ritje rond de kazerne.
Brandweerman Bob antwoordde:
We kunnen beter doen dan dat. Als je zorgt dat
je zoon woensdagmorgen om 7 uur klaar staat, maken we hem erebrandweerman voor de hele dag.
Hij mag meekomen naar de kazerne, eten met
ons, meegaan naar alle oproepen, alles erop en eraan!
En als je ons zijn maten geeft,
zorgen we voor een echt uniform voor hem,
met een echte brandweerhelm geen speelgoed
met het logo van de Phoenix
Brandweer erop, een gele jas zoals wij dragen en rubber laarzen.
Ze worden hier in Phoenix gefabriceerd, dus we kunnen ze snel hebben.
Drie dagen later pikte brandweerman Bob Billy op,
deed hem zijn uniform aan en
begeleidde hem van zijn ziekenbed naar de wachtende ladderwagen.
Billy ging achter in de wagen zitten en reed mee terug naar de kazerne.
Hij was in de hemel.
Er waren die dag drie oproepen in Phoenix en Billy mocht mee naar alle drie deze oproepen
Hij reed mee in verschillende brandweerwagens, in de ziekenwagen en zelfs in de auto van de commandant.
Hij werd ook gefilmd voor het lokale nieuwsprogramma.
Nu zijn droom, die hem met alle liefde en aandacht geschonken werd, waarheid geworden was, werd Billy zo diep geraakt,
dat hij drie maanden langer leefde dan
de dokters voor mogelijk hielden.
Op een nacht begonnen zijn vitale functies dramatisch achteruit te gaan en de hoofdzuster in het verpleeghuis voor terminale patiënten,
die vond dat niemand eenzaam mocht sterven,
begon de familieleden te bellen om naar het ziekenhuis
te komen.
Toen herinnerde ze zich de dag die Billy doorgebracht had als
brandweerman en ze belde de brandweercommandant en vroeg of het mogelijk was een brandweerman in uniform te sturen naar het ziekenhuis om bij Billy te zijn
wanneer hij overging naar de overzijde.
De commandant antwoordde: 'We kunnen beter dan dat.
We zijn er binnen de vijf minuten. Wilt u me een plezier doen?
Wanneer u de sirenes hoort en de zwaailichten ziet, wilt u dan via het
omroepsysteem aankondigen dat er geen brand is?
Het is de brandweer die een van haar fijnste leden nog eens wil zien.
En wilt u het raam van zijn kamer openen?
Ongeveer vijf minuten later arriveerde een ladderwagen bij het ziekenhuis en schoof de ladder uit tot Billy's open raam op de derde verdieping
16 brandbestrijders klommen via de ladder tot in Billys kamer !
Met de toestemming van zijn moeder knuffelden ze hem en vertelden hoeveel ze van hem hielden.
Met zijn laatste adem keek Billy op naar de commandant en vroeg:
Commandant,
ben ik nu een echte brandweerman?
Billy, dat ben je, en de hoofdcommandant, Jezus, houdt je hand vast, zei de commandant.
Op deze woorden glimlachte Billy en zei, Ik weet het, Hij houdt mijn hand al de hele dag vast en ik hoorde de de engelen zingen.
Hij sloot zijn ogen voor de laatste keer.