Ik herinner me niet veel van de plaats waar ik geboren ben. Wel dat het er koud, vies, vochtig en donker was. Wel herinner ik me mijn moeder. Zij was uitgeput van het elke keer nestjes werpen. Er zat haast geen energie meer in haar lichaam. Ze was vaak ziek en had haast geen melk voor mij en mijn broertjes en zusjes. Daarom stierven er al veel broertjes en zusjes van mij. Ook mijn moeder werd steeds zieker.
De dag dat ik weg ging bij mijn moeder zit nog vers in het geheugen. Mijn moeder was erg ziek en wij nog te klein om al afscheid van haar te nemen. Wij waren nog maar 3 weken.Mijn zusje en ik werden in een box gesmeten. De mensen die voor ons zorgde hadden geld nodig en wij zorgden ook nog eens voor extra rommel omdat we het hok bevuilde. Kortom we moesten weg.Wij beide, naar de dierenwinkel. Wat waren we bang, we kropen dicht tegen elkaar aan. En er was helemaal niemand om ons te troosten!
Er was nu veel te horen en te zien. Zoveel verschillende dieren. Allemaal maakte ze een ander geluid.Ook andere poesjes had ik gezien. Mijn zusje en ik werden ik een kleine houten bak gesmeten. Ook zag ik mensen vaak naar ons kijken.Ook kleine mensjes. Sommige waren erg lief, andere totaal niet.Ze bonkten tegen de bak. Daar schrokken we erg van.We zaten de hele dag in deze kleine bak. Af en toe werden we er uit gehaald en bekeken. Dikwijls zeiden deze mensen "Oooooh wat schattig" maar we werden weer terug gezet en de koop ging niet door!
Mijn zusje stierf de vorige nacht. Ze was zo erg ziek geworden. Ik legde mijn hoofdje op haar zachte vachtje. Zachtjes ging het leven uit haar magere lijfje. Ik had horen vertellen dat ik nu voor een spotprijs verkocht zou worden,want de winkel wilde geen zieke poesjes.Dus de dierenwinkel wilde snel van mij af. Toen de mensen kwamen om het levenloze lichaam van mijn zusje weg te halen om het weg te gooien,was mijn gehuil het enige geluid dat om mijn zusje treurde.
Vandaag kwam er een familie die mij kocht. Het waren hele lieve mensen. Ze wilde mij graag hebben. Ze kochten een warm mandje en nog andere poezenspullen. Het kleine meisje wat bij hun hoorde hield mij liefdevol vast. Wat hield ik van hen!De man en vrouw zeiden dat ik een triest geval was en doopte mij Minoes. Wat hield ik veel van hen, vooral van het kleine meisje.
Ze zorgde heel goed voor mij. Vooral het kleine meisje, zij speelde veel met me. Ik werd vaak uit mn warme mandje gehaald en ook vaak geknuffeld. Ook het eten was prima,lekkere brokjes,vlees en af en toe een visje. Wat was ik blij.
Vandaag ging ik naar de dierenarts.. Ik had veel meegemaakt en had daardoor schimmel gekregen.Ook had ik last van krampen,ontstoken oogjes en veel pijn. Ook had ik vele wonden van het krabben want het jeukte zo. Ik kreeg een prikje en zalf voor de wonden. Ik was helemaal niet bang bij de dierenarts hoor, want ik werd liefdevol vastgehouden door het kleine meisje. Wel hoorde ik trieste woorden tegen mij geliefde familie.
Ze hadden het over wat er allemaal loos met me was en over aangeboren afwijkingen en ook over broodfokkers. Ik weet niet alles precies, maar het deed pijn, vooral omdat mijn familie zo leed. Ik begreep wel dat ik doorgefokt was en inteelt. Ik was een erg zwak poesje, maar gelukkig de familie hield nog steeds van mij.
Helaas was mijn abces thuis open gesprongen en omdat ik erg zwak was wilde ik ook niet meer eten. Alles deed pijn, ook mijn lieve familie geloofde niet meer in een goede afloop. Maar weer naar de dierenarts, zachtjes werd ik in een reisboxje gelegd. Iedereen was zo triest. Ik was altijd lief en braaf geweest, dit had ik toch niet verdiend.
Mijn kleine meisje had tranen in haar ogen bij de dierenarts. Ze hield me vast en ik likte zachtjes haar vingers, mijn uiting van liefde. Zelfs de dierenarts was droevig, want ook hij kon niks meer voor mij doen,ik was te verzwakt. Hij had van alles geprobeerd meer kon hij niet. De tafel van de dierenarts was koud, de mensen aaide en streelde mij. Ik kon hun liefde voelen, Ooooooooh was ik maar gezond dan hadden zij nu geen verdriet.
Zachtjes likte ik nogmaals het meisje haar vingers. De dierenarts gaf mij een prikje, ik voelde geen pijn meer. Ik lig heerlijk in de armen van mijn kleine meisje. Ik had een vredig gevoel, zachtjes begin ik te belanden in een droomwereld. Ik zie mijn moeder weer en mijn broertjes en zusjes, zij vertellen mij dat er in deze wereld geen pijn meer is. Ik neem afscheid van mijn dierbare familie. Ik zal altijd van hun blijven houden. Ik had zo gehoopt op wat mooie jaren bij hun, maar helaas mocht het zo niet zijn. Ik heb hun vaak horen vertellen over poesjes van broodfokkers,ze zijn zwak en leven kort. Zo zielig. Gelukkig is de pijn nu weg. Kon ik de dingen maar veranderen, kon ik die mensen maar veranderen. Dan had ik mijn familie nog lang kunnen plezieren. Het zal wel heel heel lang duren voordat ik mijn familie weer terug ziet!
|