De zon is mijn oudste vriend en hij weet het. Zacht als hij zwijgt is zijn stem en als een schaduwdragende linde berustend. Soms wij praten al vliegend heel ver in de dag tot het dons op de avond geluidloos loslaat in talrijke waaiers en moeilijke sterren her en der reeds in hun moederloze webben koeren. De zon is mijn oudste vriend en hij weet het dat ik haat met alle adem van mijn hart wat hatelijk is en gemaskerd met krozige parels, dat ik eet wat drinkbaar en drink wat mooi en vloeibaar is als de waarheid. Groot als een zon is de zon, goed is de zon en bewonderenswaardig. De zon is immers een vader. door: Paul Snoek
|