Ik las op internet een krantenbericht (De Standaard) dat luidt als volgt:
"De stelling van het openbaar ministerie bij de rechtbank van koophandel dat Fortis Bank niet verkocht kan worden zonder de goedkeuring van de aandeelhouders, veroorzaakte gisteren een staat van groot alarm bij overheid en Fortis. Het gaat in deze fase enkel om een advies en nog geen uitspraak van de kortgedingrechter, maar de wending sloeg in als een bom.
Samengevat komt het advies van Paul Dhaeyer van het openbaar ministerie hierop neer: de regering had niet het recht om Fortis Bank te verkopen aan BNP Paribas; het komt toe aan de aandeelhouders om de operatie te laten goed- of afkeuren; voorts moeten experts de waarde van Fortis Bank bepalen en de financiële toestand ervan in kaart brengen; ten slotte moeten ad hoc bestuurders aangesteld worden om het nodige te doen voor de bijeenroeping van de aandeelhouders.
Het omstandig gemotiveerd advies van het openbaar ministerie kreeg spontaan applaus vanop de tribune (waar aandeelhouders van Fortis zaten), maar sloeg bij de advocaten van Fortis en BNP Paribas in als een bom. Er was sprake van totale consternatie. Advocaat Mischaël Modrikamen, die het kort geding had aangespannen, glunderde."
Mijn bedenkingen: dit advies zet de 'politici' in hun hemd: zij hadden niet het recht Fortis te verkopen aan wie dan ook. Dit recht komt toe aan de aandeelhouders. Leterme met zijn ploeg gaat hier af als een gieter!
Het bericht vervolgt:
"Het openbaar ministerie was bijzonder scherp voor de manier waarop Fortis werd verkocht, maar ook voor de wijze waarop de advocaten van Fortis hun verdediging hadden gevoerd. De overmacht was niet aangetoond, er werden geen cijfers voorgelegd en essentiële principes waren met voeten getreden."
Mijn bedenkingen: het is verontrustend dat (ingehuurde) pleitbezorgers de essentiële regels van 'gezond verstand' niet (willen) gebruiken om hun betoog te staven. Dit getuigt van weinig respect voor de aandeelhouders in kwestie.
|