Professor D. Kahneman (Princeton Univ.) stelde samen met Prof. E. Diener (University of Illinois) en Prof. N. Schwarz (Univ. of Michigan) een uniek wetenschappelijk boek samen: Well-Being. The Foundations of Hedonic Psychology. Vrij vertaald: de Theorie van het Geluk en het Plezier.
Tot dusver is daar weinig onderzoek naar verricht, om de voor de hand liggende reden dat de farmaceutische industrie zo'n studies niet sponsort. Mensen nemen pillen wanneer ze zich slecht voelen, niet wanneer ze zich amuseren.
Het lijvige werk dat de heren schreven is geen lachertje. Gedurende 600 pagina's wordt aan de hand van studies en psychologische proeven aangetoond dat verscheidene factoren bijdragen tot onmiddellijk geluk.
Bij de lectuur van het boek wordt het duidelijk dat er meerdere niveau's zijn waarop de mens geluksprikkels kan ervaren. Overduidelijk is dat sex, voedsel, drank en succes het soort van prikkels vormen die we dagelijks nodig hebben. Maar er zijn ook hogere niveau's van geluk: een mooi landschap zien, de zon die plots van achter de wolken komt, de mooie zang van een vogel die ons verrast.
Nog beter wordt het wanneer we plezier hebben in goede muziek, leuke films, geld vinden op straat. "Hier blijft het geluk zelfs nog tien à 15 minuten nagalmen" schrijft contributor Prof. Michael Argyle (Oxford Brookes University).
In het hoofdstuk Preadaptation and the Puzzles and Properties of Pleasure (Paul Rozin, University of Pennsylvania) komen we dan aan de meest verheven vormen van geluk: momenten waarop onze intelligentie (indien aanwezig) zich vermengt met hoger zintuiglijke genot: de auteur denkt dan aan het appreciëren van klassieke muziek.
|