Thuis werden we zeer kristelijk opgevoed en we gingen allen naar een katholieke school. Dus van het één komt het andere. Het was volledig normaal dat ik misdiennaar geworden ben. In die tijd werden er vele missen gelezen en gezongen. Op zondag zelfs drie. Ook waren er de begrafenissen en huwelijken. En met de Hoogdagen - Goede Vrijdag, Paaszaterdag, Pasen, Paasmaandag, Pinksteren, enz
- hadden er uitgebreide erediensten plaats. Dit alles vergde dat er tenminste één zoniet twee misdiennaars steeds dienden aanwezig te zijn. Ook werden er tijdens de week normaal twee missen opgedragen, daar de parochie zowel over een pastoor als over een onder-pastoor van het bisdom kon beschikken.
Van dit misdiennaarsschap heb ik goede herinneringen overgehouden. Soms, maar niet altijd, durfden we een beetje van de miswijn proeven. Deze witte wijn Sint Godelieve benoemd op het etiket van de fles werd dan bijgevuld met water tot het vooraf door ons aangebrachte merkteken van het niveau van vóór het proeven. Het zijn altijd de verboden dingen die men dan het vlugst en het liefst doet als men jong is.
Een andere aangename taak als misdiennaar was de klokken luiden. In de kerk waar ik misdiennaar was hingen er twee klokken. Die werden samen geluid als er iemand overleden was of tijdens vieringen op de hoogdagen. Voor de 'oproep naar de mis in de week en s zondags werd er maar één klok geluid, de helderste. De tweede was zwaarder van toon. Ik weet nog dat deze klokken ingehuldigd werden door Mgr. Suenens. Dit luiden gebeurde met een lang dik zeel. Dit was sleuren en trekken in het beging. Maar eens de kadens bereikt was van het luiden, lieten we ons soms naar boven trekken met de koord tot zeker 2 à 3 meter hoog. Dit gaf een bijzonder gevoel en was zeer plezant. Als ik daar nu zo aan terugdenk, was dat gewoon kattekwaad.
Zoals reeds hierboven aangestipt waren er op de hoogdagen lange en zeer ingewikkelde erediensten te verzorgen. Toen waren er zeker 6 à 7 misdiennaars van dienst en gezien de complexiteit van het serimonieel werd de dienst enkele dagen voordien ingeoefend. Er werden fiches uitgedeeld waarop voor elk diennaar klaar en duidelijk werd aangegeven wat juist zijn taak was. Deze erediensten duurden meestal meer dan anderhalf uur en er was steeds veel volk in de kerk aanwezig.
Ook een leuk moment van het misdiennaarschap was van dienst te zijn tijdens huwelijks- en overlijdensmissen. De sfeer van huwelijksmissen is zeer speciaal, een echte feeststemming, fijne muziek en mooie verzorgde kledij. Meestal was de buidegom zo gelukkig zijn bruid eewige trouw beloofd te hebben dat hij zijn portefeuille gul opende en een briefke van 20 of 50 BEF (we zijn in de jaren 50!) hetzij in onze handen stopte na de plechtigheid of onder het kussen legde waarop we links en rechts van het altaar neerknielden. Dit geld werd dan in een gezamelijk pot gelegd waarmee we tijdens de zomervakantie met alle misdiennaars een dagreis maakten samen met de onder-pastoor naar de Antwerpse kempen bijvoorbeeld.
|