Toen God de politieman schiep zat hij al voor de zesde dag in het overwerk toen een engel verscheen en zei, ”U maakt er nogal werk van zeg.”
En God sprak, “Heb je de specificaties voor deze order bekeken? Hij moet vijf kilometer kunnen rennen door donkere stegen, over muren en hekken klimmen, woningen binnen gaan waar een vuilnisman onpasselijk van zou worden en tóch zijn uniform er niet bij kreuken.
Hij moet een hele dag in een postauto kunnen zitten, een moordzaak voor zijn rekening nemen, een buurtonderzoek houden en het de volgende dag allemaal aan de rechter kunnen vertellen.
Hij moet altijd in topconditie zijn ondanks dat hij loopt op zwarte koffie en halve maaltijden. Én hij moet zes paar handen hebben.”
De engel schudde langzaam haar hoofd en zei, “Zes paar handen… No way man.”
“Het zijn niet die zes paar handen waar ik moeite mee heb,” sprak God. “Het zijn de drie paar ogen die de politieman moet hebben.”
“Zit dat op het standaard model?” vroeg de engel.
God knikte en sprak, “Eén paar ogen moet door een bult in iemands jaszak kunnen kijken voordat hij vraagt, “Mag ik zien wat er in uw zak zit mijnheer?” terwijl hij eigenlijk al weet dat het een wapen is. Eén paar ogen moet in de zijkant van zijn hoofd komen zodat hij over de veiligheid van zijn maatje kan waken. Eigenlijk moet er ook nóg een paar in de voorkant komen dat geruststellend naar een bloedend slachtoffer kan kijken terwijl hij zegt, “Het komt goed mevrouw,” terwijl hij door haar haren strijkt en weet dat het niet waar is.
“God,” sprak de engel, terwijl ze heel even zijn mouw aanraakte,”Rust en werk er morgen verder aan.”
“Dat kan niet,” sprak God, “Ik moet een model hebben dat een dronken vent van 125 kilo in een surveillancewagen kan praten zonder dat het knokken wordt en ook nog een compleet gezin kan onderhouden van een Belgisch politiesalaris.”
De engel liep langzaam om het model van de politieman heen. “Kan hij denken?” vroeg ze.
“Nou en of,” sprak God, “Hij kan de bestanddelen van wel honderd misdrijven opdreunen, weet alle rechten van een verdachte uit zijn hoofd, kan iemand langs de kant zetten, speuren naar aanwijzingen, de zaak uitpuzzelen en een drugsdealer van straat plukken tegelijk, in minder tijd dan het vijf rechters kost om te discussieren over de rechtmatigheid van het stopteken dat hij gaf……… en nóg zijn gevoel voor humor niet verliezen.
Deze politieman heeft een fenomenale controle over zichzelf. Hij kan een plaats delict aan die geschapen is in de HEL, een bekentenis van een kindermisbruiker losweken en de familie van het slachtoffer van een moord troosten om vervolgens in de krant te lezen dat de politie een loopje neemt met de rechten van verdachten.
Tenslotte bukte de engel voorover en streek met haar vinger over de wang van de politieman. “Hij is lek,” merkte ze op. “Ik zei nog dat U teveel in dit model probeert te stoppen.”
“Hij is niet lek,” sprak God, “Het is een traan.”
”Waar is die traan voor?” vroeg de engel.
“Hij is voor opgekropte emoties, zijn gevallen maatjes, voor dat rare stukje stof dat we de Belgische vlag noemen en voor gerechtigheid.”
“U bent geniaal,” zei de engel.
God keek somber en sprak:
”Ik heb die traan daar niet gemaakt…””
MET DANK AAN DE STRAATGENDARM :
http://straatgendarm.wordpress.com/2013/04/01/inleiding/
Prachtig blog, het bezoeken waard...
|