Do. 4/8 Rit 4 : Monte Velo – Monte Bondone (1654m) – Monte Velo (123km)
De Monte Bondone die Trente domineert is met zijn uitstekend maar nooit té steile wegdek en zijn ontelbare haarspeldbochten die bijna over mekaar krullen één van de prachtigste beklimmingen in West-Europa. Op zijn kruin fietste Charly Gaul zichzelf en de berg de geschiedenis in tijdens een historische en heroïsche etappe uit de Giro van ‘56. Het maakte de berg bijna even beroemd als de renner die er een gedenkteken en een naar hem genoemde jaarlijkse Cyclotocht aan overhield.
Alweer een mooie dag in het verschiet bij het opstaan. Steeds als eersten komen we aan het ontbijt dat we nu al kennen. Twee broodjes, boter, ham, salami, confituur, taart en yoghurt, het gaat er best in met twee cappuccinos en veel suiker.
De bedoeling is om vanuit Dro (120m) de westelijke klim naar de Bondone aan te vatten. Het is er markt maar we vinden parkeergelegenheid op een plein.
De westelijke beklimming van de Monte Bondone (1654m) is liefst 34km lang en verloopt in drie trappen. Het te overwinnen hoogteverschil bedraagt 1674m bij gemiddeld 4,5%.
Het eerste stuk tot in Drena (439m) loopt gedeeltelijk door de wijngaarden en helt aan zo’n 7%. Ietwat ongerust over de juiste weg ben ik gerustgesteld als Bart staat te wachten aan het kasteel. Na het dorp zijn er een paar lendenrukken nodig voor een iets steiler stukje. Aan een kapelletje heb ik de eerste trap van de klim er reeds opzitten. De Passo San Udalrico na 8km vermeldt een bescheiden hoogte van 584 meter. Nog duizend hoogtemeters te overwinnen ! In een lange afdaling van 6km passeer ik met Brusino, Cavedine en Stravino enkele kleine rustige dorpjes, gelegen in een genietbaar landschap, maar die me wel 130 hoogtemeters aan verlies opleveren. In Lasino gekomen (op 456m ) gaat het rechtsaf op de SP85. Recht voor me uit kijk ik op het hooggelegen kasteel Madruzzo dat in een rechtse haarspeldbocht uit het zicht verdwijnt. Ik ben begonnen aan trap twee met nog 20km te gaan. In het bos gekomen moet ik fel terugschakelen want de berg wil me pijn doen. Een paar ruime haarspeldbochten kunnen wat solaas brengen en de pijn verzachten. Vijf km verder bereik ik Lagolo waar het weer even wat vlak loopt vooraleer aan de derde trap van de klim te beginnen. Nu volgen er 7 zware kilometers waar mijn snelheid tot fel onder de 10km/u zakt. Een fietsend koppel dat ik inhaal beantwoordt nog vriendelijk mijn groet. ‘Va bene’ maar of het goed gaat ! Proberend om zo lang mogelijk in het zadel te blijven beginnen de benen wat trager rond te draaien. Schouderwiegend van links naar rechts stuur ik mijn fiets vooruit. Van typische ruime haarspeldbochten is geen sprake meer. De rug stretchend en af en toe dansend op de pedalen probeer ik het ritme te behouden. Het is nog 10km tot de top maar weet dat de laatste 5km vals plat zijn, wat me kracht geeft om dit stuk te overwinnen. Wanneer Bart mij bij het verlaten van het bos doet stoppen om een uitzonderlijk panorama te aanschouwen is dat een welgekomen moment. We moeten ervoor op een wankelbaar houten bordes klimmen. Na het doorkruisen van de alpenweiden heb ik bij de werkloze skiliften het kwaadste gehad. In Viote (1550m) wordt het weerstation op de top zichtbaar. De laatste 4km blaast de wind mij komfortabel tot Vasone waar de top van de Bondone zich bevindt.
De verloren krachten worden op de middag teruggewonnen met een pizza prima vera of tonijn bij een koele pint in Hotel Vason. De gebruikelijke plaatjes op de top mogen niet ontbreken ; ‘congratulazioni grandi salite del Trentino’ bij het profiel van de klim. Aan het beeld en bord met Salita Charly Gaul laat ik me als fietser vereeuwigen met de legendarische klimmer. Hierna ben ik vertrokken voor een hemelse afdaling van 38 ruime haarspeldbochten op een prima onderhouden wegdek. Met 4 lussen daal ik tot Norge en nog 9 lussen lager kom ik in Vaneze (1300m). Het was hier dat de legendarische heldentocht van Charly Gaul in de Giro ’56 eindigde. Met gelijkmatige daling van 8% loopt het asvalt bergafwaarts tot Candriai waar het rechts aanhouden is. Drie bochten van meer dan 180 graden binnen 200m lijken wel over elkaar te krullen. De uitzichten op Trento zijn grandioos. Voorbij Sardagna loopt het in de laatste 5 bochten door wat loofbos om plots in de laatste km met een scherpe draai uit te komen in Montevideo op de weg van Riva naar Trento. Wachtend op Bart plaats ik mij langs de weg in het gras. Wanneer hij na meer dan een half uur nog niet opdaagt verneem ik dat hij op mij wacht in Trento. Nog steeds snappen we niet hoe dit is kunnen gebeuren daar hij me niet heeft ingehaald. Na meer dan drie kwart uur kan ik eindelijk de wagen volgen tot in Trento. Aan het ronde punt ‘La Legendaria Charly Gaul’in de stad nemen we een foto. Mijn plan om met de fiets tot in Dro te rijden wordt moeilijk te doen met het drukke verkeer. Bovendien zijn de fietspaden slecht en moeilijk aangegeven. Voor vandaag hou ik het dan maar op 54 fietskilometers, in 3 uren tegen 17,5 km/h. Met de fiets in de wagen rijden we naar onze vertrekplaats vanmorgen in Dro. Aan de ijsbar ‘Alla Piazza’ kunnen we eerst onze dorst stillen met twee pinten Weissbier op het terras. Drie grote bollen ‘gelati’ zorgen verder voor de nodige afkoeling. Een laatste maal de Monte Velo op naar het verblijf dat we bereiken omstreeks zes uur.
Voor ons laatste avondmenu kiezen we vast weer voor tagliatelli bolognese en brood om te starten. Onze hongerige magen worden deze keer overstelpt met konijn, fritten, courgetten, zuurkool, rosbief en schnitzel, ideaal passend bij een fles streekwijn. We eindigen met roomijs en esspresso.
In de koele avondlucht geniet ik nog van een kleine wandeling rond het verblijf. We vragen de waard om vanavond te kunnen afrekenen met morgenvroeg een lange verplaatsing voor de boeg. Als geschenk biedt hij me een fles ‘olio extravergine di oliva’ aan van de Agritur Torboli. Meer dan tevreden over het goede onthaal en ons verblijf hier maken we onze bagage klaar voor het vertrek morgen.
|