Za. 6/8 Rit 6 : Strigno – Passo Manghen (2042m) – Strigno (45km)
Om de loodzware Passo Manghen te bedwingen moeten 1634 hoogtemeters overbrugd op 23km aan gemiddeld 7,1%. Vergelijkbaar met de Stelvio, maar wat deze niet heeft en de Manghen wel is dat de laatste 7km aan gemiddeld 10% naar boven gaan met pieken tot 15%. Deze Girocol heeft nog nooit voor winst of verlies gezorgd. Of moeten we de onsportieve opgave van kopman Roger De Vlaeminck die niet wou werken voor zijn ploegmaat Johan De Munck in ’76 als dusdanig beschouwen? De aard van het beestje en dat geldt ook voor deze berg!
Wakker worden na een goeie nachtrust en zien dat de zon over de bergen straalt! Wat kun je als fietstoerist meer wensen? Een degelijk ontbijt zeker maar ook dat komt in orde. Als naar gewoonte zetten we ons om half acht als eersten aan tafel. Het keuzevol ontbijtbuffet voldoet ruimschoots aan onze verwachtingen. Malse broodjes, 2 soorten brood, croissants, kaas, hesp, salami, confituur, gekookte eitjes, twee soorten cake, yoghurt, fruitsap, koffie of thee, melk en suiker, stukken fruit, ruim genoeg voor elke fietstoerist!
Met de fiets vertrokken volg ik achter de wagen de weg naar Telve dat op 6km ligt en waar de klim naar de Manghen begint. Verrast door het lastige traject met steile stukken en dalingen worden de benen al serieus warmgedraaid. En de klim moet nog beginnen!
DePasso del Manghen is 20km lang naar een hoogte van 2042m. Het hoogteverschil bedraagt
1428m aan gemiddeld 7,5%.
In Telve gaat het rechts af op de SP31. Met een brede zwaai klim ik rond het dorp en uit het dal waarop ik een prachtig uitzicht krijg. Na een paar km takt een smallere weg naar rechts af en wordt de pas aangegeven. Smalle weg, weinig verkeer, doorgaande hagelwitte stroken links en rechts, de droom van elke passenrijder. Na de afslag is het eerst nog 3km vals plat, met een klein stukje 10%. Een eerste stop voor een foto aan een bar La Casina waar bikers welkom zijn. Ik rij langs de bergwand van het Val di Calamento, steeds hoger de bergen. Dan gaat het plots rap omhoog en krijg ik 2km 9% met maximaal 12% voor de wielen. Ik schakel terug en rij op souplesse verder. Het uitzicht op het Val Sugana is verdwenen en ik rij door het bos langzaam naar boven. Na een pittige stukje wordt het weer praktisch vlak. Beneden in de kloof hoor ik het bruisen van de wassende Rio Maso. Met zowat een derde van de klim achter de rug zie ik rechts een reusachtige cascade bestaande uit 10 betonnen trappen. Het bergwater stort er donderend naar beneden. Twee stevige kilometers volgen bij het plaatsje Calamento. Hier opent het landschap zich en krijg ik zicht op groene alpenweides. De weg gaat slingerend omhoog met korte prikjes van 12%. Weerom zwakt het wat af, maar niet voor lang. Ik passeer wat loslopende koeien op de weg die steeds smaller wordt en uiteindelijk hooguit 3m breed is. Als ik uit het bos kom is het gedaan met de gematigde percentages. De volgende 7km komt het nauwelijks onder de 10%. Vanaf nu is het zonder pardon direct met het voorwiel omhoog ! In 13 haarspeldbochten dienen liefst 700 hoogtemeters overwonnen te worden. Na de tweede haarspeldbocht een stukje van 15% waarvoor ik toch maar eens op de trappers ga staan. Bij de plaat op 1500m hoogte zorgt een foto voor wat adempauze. De haarspeldbochten zijn krap en steil. Iedere kilometer klimt het zo’n 100m hoger. Mijn snelheid ligt een stuk onder de 10/h. Op een hoogte van 1750m raak ik voor een poosje in het spoor van een fietster die goed meegaat tot op 2000m. Twee korte haarspeldbochten in de laatste 500m zorgen nog voor prikken van 12% en dan ben ik boven. Op de winderige top (2042m) waar een ijzeren kruis staat is het niet zo aangenaam om te vertoeven. Na wat foto’s dalen we twee bochten af tot aan een klein bergmeertje met de Baita Manghen Hütte. Hier is het een drukke bedoening van motorrijders, fietstoeristen en wandelaars om een plaatsje te bemachtigen op het zonneterras of in het restaurant. We vinden binnen plaats en bestellen twee pintjes. Daar het middag is bestelt Bart een spaghetti met spek terwijl ik van een dikke minestrone soep mag genieten. Ik kan er ook een mooi passchildje bekomen.
In de genietbare afdaling kan ik me eens onbesuisd laten gaan maar wacht op de wagen aan de Albergo Calamento. Van daar gaat het verder tot aan bar La Casina waar we afspreken voor een drink. Op het houten terras met zicht op het Val Sugana kan een cappuccino met cake er nog wel bij. Bart denkt van hieruit in de verte het hotel te zien liggen. Na een laatste pint rijden we het laatste stuk tot beneden in Telve. Hier probeer ik achter de wagen de weg naar het hotel te volgen. Op de steile binnenwegen moet ik echter afhaken en verlies hem uit het oog. Op wat mij de zwaarste klim van de ganse dag lijkt te zijn krijg ik het nu moeilijk. In een korte haarspeldbocht sta ik plots kompleet stil. Ik barst los in een vervelende hoestbui met een raar gevoel in de keel. Dit heb ik nog niet meegemaakt ! De bruuske overgang van afdalen naar klimmen was er denkelijk te veel aan. Na een tijdje langs de kant kan ik mijn weg vervolgen om veilig binnen te komen aan het hotel. Het is kwart over vier. Ik heb 3 uren en half gedaan over 56km of 15,6km/h.
Vandaag wordt de olympische wegrit gereden in Rio. Als fietsfanaten kunnen we niet anders dan het verloop live te volgen voor het scherm. Achteraf hadden we het ons nooit vergeven met een landgenoot als winnaar. Het maakt dat we hierdoor pas om half negen aan het diner toe zijn. Een goede wijn op de overwinning lijkt ons nu wel gepast bij een fijn menu. Begonnen met een gezonde salade vervolgen we met een risotto met kaas en ham. Met goulash, gebakken aardappelen, gefrituurde bloemkool en polenta wordt de hoofdschotel gevuld. Ijscreme en espresso sluiten dit voortreffelijke menu af.
De vriendelijke mevrouw des huizes biedt ons de kans om vanavond reeds te kunnen afrekenen. Morgen wacht ons immers een lange verplaatsing, ongeveer drie uur rijden naar San Martino in Badia.
Nu de dag rond is kunnen we hem meer dan geslaagd noemen !
|