DIE hete zaterdagmiddag in augustus had ik in café
"'t Kruispunt" amper de eerste slok fris bier door mijn uitgedroogde keel laten
glijden,of buiten weerklonk het onmiskenbaar geluid van twee wagens,die op
elkaar inreden. Geen oorverdovende knal,nee,een holle,doffe slag als van een
trommelstok op een te slap gespannen vel,in sourdine zo te zeggen.
Ik wou buiten gaan kijken,maar de gebeurtenissen in
het café waren me te vlug af.
In drie tellen waren de plafondlampjes gedoofd,de
gordijnen dichtgetrokken,het bordje OPEN aan de deur omgekeerd,zodat er nu
GESLOTEN stond,de sleutel omgedraaid in het slot,en de muziek het zwijgen
opgelegd. Ramen en deuren,die op de tuin uitgaven,bleven open. Het was er dus nog
voldoende licht om me toe te laten verbijsterd rond te kijken,naar de waard,die
na de beëindiging van de zojuist vermelde activiteiten gewoon doorging met
glazen spoelen,en naar de andere gasten,die gewoon doorgingen met praten,zij het
dan op gedempte toon.
De zware man in het witte polo-shirt,die naast me
zat,merkte mijn verbazing,en zei rustig : "Niks om je druk over te
maken,makker. Gewoon maar blikschade,dat kon je horen. Sla maar eens flink in mijn
maag,dan hoor je ook zo'n plof". En hij ging staan en spande zijn buikspieren. Ik
sloeg toch maar liever niet,hij haalde bijna twee meter en minstens honderd
kilo.
-"Maar waarom gooien ze alles dicht ?",vroeg
ik.
-"Geen getuigen hier",zei hij.-"Ze zullen hier geen
getuigen vinden. Dat mag je nooit doen,vertellen dat je iets gezien of ook maar
gehoord hebt. Je haalt je er de grootste ellende mee op de nek. Vraag het maar
eens aan Piet,ginder". Hij wees naar een oud kereltje met een strohoed op,dat
zelfs bij de heersende hitte een keurig jasje droeg en een wijnrood
vlinderdasje.-"Piet",ging mijn buur verder," heeft er bijna alles mee
verloren".
-"Met te getuigen ?",vroeg ik verbaasd.
-"Voor de rechtbank",knikte hij.-"Het ging wel niet
om een aanrijding,maar toch". En de man haalde zijn pijp te voorschijn,stopte
ze,stak er de brand is,en keek schuin naar zijn glas waar nog een bodempje bier
in zat. Ik snapte het probleem,wenkte de waard en stak twee vingers omhoog. De
geluidloze bestelling werd uitgevoerd.
--------------------------------------------------
-"Piet is drukker geweest",begon de man in de witte
polo,"in een provinciestadje niet ver van hier. Zelfstandig drukker,hoor,zijn
eigen baas. Had zelfs twee gasten,geloof ik. Een kleine drukkerij ,naamkaartjes ,rouwbrieven,noem maar op,alles wat de burgerij in zo'n
stadje nodig heeft. En Piet werkte hard. Hij heeft ons verteld dat hij,toen hij
als jonge drukker voor eigen rekening begon,zijn klanten vooral hier in de grote
stad moest zoeken,want in een provincienest vertrouwen ze nieuwkomers niet zo
dadelijk. In die tijd kwam hij twee keer per week naar de stad,te voet,hoor !
Drie uur heen en drie uur terug. Eén keer om de bestellingen op te nemen,de
tweede keer om te leveren en zijn centen op te halen. En dat allemaal om een
treinticket uit te sparen. Zo waren de mensen toen. Je moet dat aan die bazen van
nu maar eens vragen,je gaat wat horen.
Afijn,Piet kreeg geleidelijk klanten in eigen
stadje,en met die voetreizen was het toen gedaan. Hij trouwde,kreeg vijf
kinderen,en bleef dus hard werken. En weet je wat zijn enige ontspanning was ? De
gemeenteraadsverkiezingen.
Nee,nee,versta me niet verkeerd,Piet deed niet aan
politiek. Dat kon hij zich als handelaar in zo'n stadje niet veroorloven,je moet
van alleman leven,niet ? Maar Piet interesseerde zich,behalve voor zijn
drukkerij en zijn familie,slechts voor één ding : de uitslag van de
gemeenteraadsverkiezingen. Alle zes jaar,kun je je dat voorstellen,alle zés jaar
ging hij één keer op café. Op die zondagavond in october als het
gemeenteraadsverkiezingen geweest waren. Dan trok hij naar een café,telkens een
ander,omdat ze overal wel affiches van verkopingen hangen hadden waar zijn naam
onder stond omdat hij ze gedrukt had. En daar betaalde hij dan één rondje. Om de
zés jaar,en telkens deed het hem nog een beetje pijn. Dat komt er van als je er
zo hard voor hebt moeten werken. En als hij hoorde dat de katholieken gewonnen
hadden,en ze wonnen daar altijd,ging hij tevreden naar huis,maar hij liet dat
niet merken. Hij was een goeie katholiek,ja,maar in zaken kan je niet voorzichtig
genoeg zijn,je moet van alleman...ja.
En dan kwam de televisie,en bij de eerste
gemeenteraadsverkiezingen,waarvan de uitslagen ook op het scherm gingen komen,in
'58 geloof ik,besloot Piet dat hij die keer ook wel eens wat zien wou. En iets
zien dééd hij. Want laat nu juist in dàt café,waar Piet zijn affiches én een TV
vond Rosse Roos binnenkomen. Als Piet beter thuis geweest was in het
uitgaanswereldje van zijn stadje zou hij wellicht Rosse Roos gekend hebben,en
had hij het café op staande voet verlaten en een ànder met TV en met zijn
affiches opgezocht. Maar hij kende Rosse Roos niet. En dus bleef hij zitten kijken
tot de uitslag van zijn stadje op het scherm zou komen. Maar hij kreeg iets heel
anders.
Rosse Roos was,hoewel zwaar gebouwd,waarschijnlijk
het lichtste meisje van de stad. Om je een voorbeeld te geven : Roos was in haar
jonge jaren eens aangerand geweest door een kerel,die haar slipje stuk scheurde
en ze overweldigde. En Roos vond dat heel jammer,want het was een mooi slipje
geweest. Dus droeg ze er nooit weer een. Het moet trouwens de dorpsidioot geweest
zijn,die haar dat geflikt heeft. Hij had het gewoon kunnen vragen. Maar ja,ieder
diertje zijn pleziertje,natuurlijk.
Roos had prachtige,lange haren met de kleur van
rood koper,maar onder die weelde had ze een erg bleke snoet.Want haar tweede
gebrek,na haar volkomen gemis aan kuisheid,was de drank. Met
permissie,meneer,maar ze zóóp. En geen pils zoals u en ik,maar kort
nat. Jenever,whisky,cognac,noem maar op,Roos goot het allemaal haar keelgat
in. Zoiets laat natuurlijk zijn sporen na. Ze had dan ook mettertijd twee rode
oogjes gekregen,die ze nooit helemaal droog kreeg. Kortom,de naam Rosse Roos was
volkomen op zijn plaats,vooral als ze op haar kop stond.
Want dat zou ik nog vergeten te vertellen,'s
jonge,ik word zo stilaan ook een ouwe sufferd. Wel,al dat zuipen kostte
natuurlijk geld,en dat had Roos niet. Ze had vroeger gewerkt,maar door de
drank,en door dat andere,ja,kon ze nergens een baantje houden. De mannelijke
collega's waren niet veilig als Roos in de buurt was. Ze werd er overal
uitgegooid,en kwam tenslotte op de zwarte lijst terecht. Wat daarom Roos niet
belette van verder te drinken als een tempelier,want ze had er iets op
gevonden. Ze was een sterke meid,Roos,heb ik je al gezegd. En atletisch ook. Daar
sloeg ze munt uit als ze op café ging. Voor een fles jenever of cognac,geeft niet
wat als het maar sterk was,zwierde Roos fluks haar benen de lucht in,en wandelde
ze op haar handen rond het biljart. En als je dan bedenkt dat ze nooit een slipje
droeg,nu ja. Het wàs Rosse Roos,zoveel was duidelijk.
En ik zei het al,laat ze nu juist die avond van de
verkiezingen het café uitpikken waar Piet zat TV te kijken. Ik ben er zeker van
dat de arme kerel niet wist wat hem overkwam toen Roos met een klant een zaakje
afsloot en onderste boven ging. En tot overmaat van ramp ,net op dàt ogenblik
viel de politie binnen,greep ze bij haar...". De man in de witte polo merkte dat
ik schrok.-"Nee,nee",zei hij sussend,-"ze hebben ze eerst terug op haar
benen gezet,grepen ze toen bij de kraag,en voerden ze af naar het bureau,maar
niet zonder eerst de namen van de aanwezigen genoteerd te hebben als
getuigen,Piet incluis,ja.
Tja,het is voor de man een martelgang geweest. Om te
beginnen verliet hij natuurlijk op staande voet het café,en moest hij tot de
volgende dag wachten eer hij wist of de katrholieken gewonnen hadden,wat,het
weze hem een troost,inderdaad het geval was. Dan,een paar dagen later,werd hij
vriendelijk op het politiebureau ontboden om zijn verklaring af te
leggen. Hij,die nog nooit zo'n bureau van binnen gezien had. Bovendien bleken de
agenten in de veronderstelling te verkeren dat Piet geweten had welke
attractie hem te wachten stond toen hij het bewuste café binnenstapte,want
de andere bezoekers hadden het bijna allemaal ook geweten. Het heeft hem heel wat
zweet,ja bijna tranen,gekost om hen te overtuigen dat hij nooit eerder in dat
café geweest was,dat hij alleen in een café kwam als het
gemeenteraadsverkiezingen waren geweest,eens om de zes jaar. En dat hij helemaal
niet had bijgelegd voor de fles cognac,die Roos beloofd was voor haar gunsten,ik
bedoel kunsten. Uiteindelijk hebben de agenten waarschijnlijk begrepen dat ze met
een uniek fenomeen te doen hadden,en hebben ze maar alles genoteerd wat Piet
verklaarde. En hij heeft dat nog ondertekend ook.
Al bij al kwam Piet er nog goed van af,geloofde hij
tenminste. Tot hij een paar maand later,wéér van de politie,een bevelschrift
ontving "tot verschijning voor de correctionele rechtbank,als getuige ten
laste,in de zaak Openbaar Ministerie tegen Rosalie Van Pippeldonck,beticht van
openbare zedenschennis bij herhaling. Verschijning verplicht".
Slapeloze nachten heeft het Piet gekost,en met lood
in de schoenen is hij op de dag van de zitting naar de rechtbank getrokken. Hij
heeft zijn beurt afgewacht,en omdat het zo lang duurde werd hij tenslotte
kalmer,zodat hij zijn zenuwen de baas was toen de zaalwachter hem binnen riep,en
de voorzitter hem zijn naam vroeg en hem de eed liet afleggen. Toen vroeg de
magistraat hem wat hij gezien had op die zondagavond in oktober.
Piet herhaalde wat hij op het politiebureau
verklaard had,en misschien zou alles nog goed afgelopen zijn als de voorzitter
niet gemerkt had dat hij een ernstig man tegenover zich had,die hij een
bijkomende vraag wou stellen.-"Getuige",zei hij"wat is uw mening over de
moraliteit van de beklaagde ?".
Piet : "Over wàt,meneer de voorzitter
?".
Voorzitter (goed articulerend) :"Over de
mo-ra-li-teit van de beklaagde".
Piet : "Meneer de voorzitter,ik heb u nog niet
verstaan,zulle".
Voorzitter (wrevelig) :"Getuige,u hebt gezworen de
volledige waarheid te zeggen,draai dus niet langer rond de pot. Ik vraag u kort
en goed : wat is uw mening over de moraliteit ven de beklaagde".
Piet : "Wel,meneer de voorzitter,die was gelijk
hare kop,hé,zo wat aan de rosse kant".
--------------------------------------------
De man in het witte polo-shirt dronk zijn glas
leeg. Ik stak twee vingers omhoog,en de voorraad werd aangevuld.
-"Arme Piet",zuchtte hij.-"Als hij dat moeilijke
woordje nu maar gekend had,het zou een getuigenis als een ander geweest zijn,er
zou wellicht geen haan over gekraaid hebben. Nu deed het verhaal de ronde in het
hele stadje. Hoe de rechtbank op slag veranderd was in een circus. Hoe ze de
voorzitter met een glas water hebben moeten bijbrengen. Hoe ze,temidden van de
algemene leute,Rosse Roos hebben moeten tegenhouden,want die wou Piet's
getuigenis illustreren met een handstandje. En hoe de voorzitter tenslotte de
zitting heeft moeten schorsen tot de orde hersteld was. Het hele stadje lachte
Piet zowat onder de grond. Maar de gevolgen waren niet om te lachen. Piet kreeg
zowaar het etiket van Vrolijke Frans opgekleefd,hij die ééns om de zes
jaar...ja. En zoals dat gaat in zo'n stadje,de klanten bleven weg. Die durfden
zich bij Piet niet meer te vertonen,hun goede naam stond op 't spel. En Piet
heeft zijn drukkerij moeten sluiten. Hij heeft ze overgebracht naar hier,naar de
grote stad,en hij heeft ze van de grond af terug opgebouwd. En het is hem goddank
gelukt. Nu is hij met pensioen. Doe me nu een plezier,meneer,ga hem niet vragen
wat de moraal is van deze geschiedenis,hij is de tachtig voorbij,het zou hem
geen goed doen. Ik zal ze je ten andere vertellen,de moraal : geen getuigen
hier,voor niks en voor niemand,er mag gebeuren wat wil".
Op dat ogenblik piepte een der verbruikers door een
spleet in het gordijn,en riep dat de kust veilig was. En de gordijnen gingen
open,de plafondlichtjes aan,de deur werd ontsloten en het bordje op OPEN
gezet. En de muziek begon weer te spelen.
Ik wenkte de baas,en betaalde mijn schuld,een
pintje voor Piet inbegrepen. Ik nam afscheid van de witte polo. Toen ik bij de
deur was keerde ik me om. Daar zat hij met zijn jasje en zijn vlinderdasje,en hij
hield zijn glas omhoog om te klinken op mijn gezondheid.-"Proost,Piet",dacht
ik,"en hou het moreel maar hoog".
Van de aanrijding heb ik niks meer
gezien,nee.
15-11-2008, 00:00 geschreven door bosman
|