Gajus Julius Caesar voert het principe in van Panem et circences (brood en wagenrennen).
Het Romeinse volk kan zich gratis vermaken. Amfitheaters en circussen worden gebouwd. Bij alle evenementen kan het volk gratis eten en drinken. Vandaar de term brood. In het Colosseum kan het plebs aanschouwen hoe gladiatoren vechten op leven en dood. Ook in het circus wordt door de toeschouwers gejuicht wanneer een gladiator uit de bocht vliegt en met zijn hoofd tegen de muur kwakt. De mensen juichen net zoals wij dat nu doen bij winst van onze favoriete voetbalploeg. Is er een link naar vandaag? Zijn de Romeinen terug?
Na Caesar blijft het principe van brood en spelen toegepast. Vorsten en keizers gebruiken het als een soort tactiek om het volk rustig te houden. Opstanden zijn uit den boze en wanneer je uw volk geeft waar het om vraagt, hoeft het niet na te denken over de gang van zaken. Lhistoire se répète is iets wat geschiedenisleerkrachten hun leerlingen tot vervelens toe proberen uit te leggen. Kunnen we in de 21ste eeuw nog spreken van een weliswaar gemoderniseerd brood en spelen?
Als ik even mijn persoonlijke mening mag geven, dan is mijn antwoord ja. De maatschappij maakt ons nu eenmaal week. Van maandag tot vrijdag gaan we van 8 tot 5 werken. Eens thuis wordt de tv opgezet. Om 19u wordt het eten geserveerd. Het Nieuws is namelijk net iets te serieus en te moeilijk. Van 19u30 tot 23u wordt tv gekeken. Mensen lachen met de Vlaamse humor(?) en gaan tevreden slapen. Nog vier maal slapen en het is weekend.
Het weekend is een feest. Op vrijdagavond gaat men uit tot een gat in de nacht. Op zaterdagmorgen wordt uitgeslapen. De zaterdagnamiddag rust men uit in de zetel en s avonds reageert de Vlaming zijn frustraties af op de scheidsrechter en op de tegenstander van zijn favoriete sportploeg. Op zondag maakt het gezin zich weer op voor een weekje werken.
Die zogenaamde spelen van heden ten dage moeten natuurlijk in de ruime zin geïnterpreteerd worden. Televisie, sportmanifestaties, computerspelletjes, reizen maken hier allemaal deel van uit. Zo sparen mensen een heel jaar lang om in de zomer één week te kunnen gaan bruinen op het strand van de Costa Blanca.
Dit is natuurlijk een persoonlijke visie, een visie die nogal eng en veralgemenend is. Natuurlijk zijn hier uitzonderingen. Maar de komst van de tv heeft hier zeker een rol gespeeld. Mensen zijn toch o zo naïef. De kritische zin lijkt niet meer te bestaan. De informatie wordt zonder ze in vraag te stellen geabsorbeerd.
Geef de mensen hun tv, geef de mensen hun voetbalwedstrijden en alles blijft rustig. Waarom moet er nagedacht worden? Daar zijn toch andere mensen voor.
Om nog eens terug te keren naar de eerste eeuw voor Christus.
Slavernij viert hoogtij in het oude Rome. Slaven worden aanzien als dingen, als objecten. Het zijn geen mensen. Ze zijn eigendom van de Romein.
Nu zon 2000 jaar later lijkt er niets veranderd te zijn. De rijke westerling gaat joggen met zijn nieuwe nikes. Dat die sportschoenen gemaakt worden in Bangladesh door kinderen van 8 jaar die 14 uur per dag werken, lijkt hen niets te zeggen. Ah neen, de westerse man betaalt er maar liefst 100 euro voor. Voor de arme kindjes is dat toch heel veel, zie je ze redeneren. Als de rijke Belg dan toevallig een reportage ziet op Koppen of Panorama over de schuldslavernij in Zuidoost-Azië, lijkt hij ervan aangedaan. Dat slaafje krijgt 1 euro per dag voor 14 uur handenarbeid. De mans idool Michael Jordan krijgt 6 miljoen euro sponsoring per jaar van datzelfde nike.
Een huzarenstukje over de eerlijkheid in de hedendaagse wereld.
De berusting slaat toe bij de westerling. Ik kan er toch niets aan veranderen.
Om nog even bij het voorbeeld van Michael Jordan te blijven. Figuren als Jordan, Beckham en consorten worden gezien als sportidolen.
Ook bekende acteurs en mediafiguren worden wel eens verafgood door fans. Idolatrie is dus een thema dat niet zo ver hiervandaan staat. Voetballers, acteurs en mediapersonen worden idolen van de mensen. Daar ik niet kan vatten wat mensen leuk vinden aan het vereren van idolen, vind ik idolatrie nogal belachelijk. Opnieuw komt het beeld van de Romeinen naar boven. Toen was de gladiatorenvechter ook de ster. Als hij won, kreeg hij genade en werd zijn slavenleven opgezegd. Net zoals nu een filmster dé persoonlijkheid is. Deze filmster krijgt geen vrijspraak van slavernij, maar wordt uitermate gul betaald.
De laatste jaren woedde de discussie over het te lage loon van werknemers.
De politieke top zag het gevaar. Die te lage lonen zou de regeringen nog parten spelen. Loonsverhogingen weigerde men te geven. Maar toen kwam men met het sublieme idee op de proppen van de maaltijdcheques. De link met 2000 jaar terug is hier wel heel makkelijk te achterhalen. Iedereen tevreden en probleem opgelost!
Eind jaren 60 braken in grote delen van Europa zware rellen uit. De studenten pikten de gang van zaken niet meer en begaven zich op straat. In Frankrijk waren de acties het hevigst, maar ook in Leuven was de sfeer verhit. Wanneer het in Parijs regent, druppelt het in Brussel. Een beetje geschiedenis: de revolutie in Frankrijk (mei 68) heeft ook zijn weerklank op België.
In België handelt de kwestie vooral rond de taalkwestie. De strijd barst los in het Vlaamse Leuven. Niet zozeer door een mogelijke overheersing van het Frans, maar vooral door de algemeen groeiende politieke bewustwording van de Vlamingen. De kwestie Leuven Vlaams dijt uit over heel België. Het doet zelfs een regering vallen, en het resultaat is de wettelijke splitsing van de universiteit in 1970.
Het Waals gedeelte vestigt zijn nieuwe universiteit in Louvain-la-Neuve.
Waarom dit voorbeeld? Hieruit blijkt dat 30 jaar geleden mensen nog gevoelig waren voor een problematiek die hen raakte. Nu lijkt dit niet meer te gebeuren. Mensen zijn berustend geworden. De hoge kostprijs aan het hoger onderwijs, de ingangsexamens, de toenemende discriminatie in onderwijsland enzovoort. Mensen zijn er zich van bewust, maar reageren er niet tegen.
Dit alles had zich moeten voordoen 50 jaar terug, wel, ik verzeker u: de mensen stonden op straat.
De regering heeft de mensen in zijn macht.
Grote betogingen zijn schaars geworden. Mensen mobiliseren is erg moeilijk geworden. Op zondagnamiddag kunnen mensen niet gaan betogen, want ze tonen de bekerfinale op televisie. Dat kan men toch niet missen. De vergadering die gepland was op dinsdagavond zal ook in het water vallen, want Wittekerke wordt uitgezonden. Gelukkig bestaan er nu videoapparaten en dvd-recorders die het voor de mensen kunnen opnemen. De moderne spelen noemt men zoiets. De staatshoofden en regeringen werken dit niet tegen. Op deze manier paaien ze nu eenmaal hun bevolking.
Het prototype van de gemoderniseerde spelen is het voetbal. De mensen zijn er zot van. Ze betalen iedere week 1000 oude Belgische franken om de heren voetballers aan het werk te zien. Ook in de week is er geen gebrek aan de populaire Europese sport. Televisiezenders betalen zich blauw aan televisierechten omdat de Belg in grote getale het sportevenement niet wil missen. Net hierdoor zijn de superlonen van de heren voetballers mogelijk. Velen willen dit niet inzien, maar eens het stadion leegloopt, eens de tv-kijker geen interesse meer heeft voor de kapitalistische sportwereld, dan zullen lonen van honderdduizenden euros per week verdwijnen. Zolang voetbal dé tv-sport blijft en heel Europa aan het scherm gekluisterd houdt, blijven de spelers hoogbetaalde artiesten in deze fun- fake- en fictiebusiness. Het brood en spelen in de 21ste eeuw. Die salarissen hebben niets met voetbal te maken. Wie veel publiek trekt op deze aarde wordt nu eenmaal schatrijk.
Om nog een evenwijdige te trekken met het Romeinse tijdperk het volgende: als de gladiatorenspelen populair zijn, zitten de stadions propvol. Er is het plebs dat rechtstaand het spektakel aanschouwt, maar er zijn ook de welvarende mensen die het evenement bijwonen vanuit een speciaal gemaakte tribune. Een loge avant la lettre. Opnieuw lhistoire
Een jaar of twee geleden dient de Engelse minister van sport een wetsvoorstel in om een maximum te stellen aan het salaris van een topvoetballer in Europa. Dit voorstel werd weggelachen door quasi iedereen. Alles weer in alle redelijkheid belonen, vond dus geen gehoor. Zoals gezegd: zolang wij blijven kijken naar en lezen over voetbal zullen deze lonen blijven bestaan. Sponsors hebben de markt gevonden. Een voetbalwedstrijd op tv is zóveel meer dan alleen de wedstrijd. Een halfuur voor de match wordt er een voorbeschouwing gegeven. Drie blokken reclame later wordt de wedstrijd uitgezonden. Ook na het spektakel wordt nog een halfuur geluld over enkele fases. De 39 cameras tonen de herhalingen tot in den treure.
Om nog maar eens aan te tonen dat de overheden het brood en spelen mede in hand werken, het volgende. Op het einde van een legislatuur moet de regering zich in allerlei bochten wringen om toch maar geen begrotingstekort te kennen. Desondanks blijft de overheid alle sportevenementen subsidiëren. Al maar meer worden (nog) grote(re) stadions gebouwd. Net zoals in het oude Rome, toen men zag dat het concept van brood en spelen het gewenste doel had, men ook amfitheaters bleef bijbouwen, nemen wij, nu zon twee eeuwen later, als het ware hun werkwijze over en het werkt nog ook.
Die spelen maken de mensen ook nogal opportunistisch. Als de Rode Duivels op het wereldkampioenschap schitteren, komt het nationaal gevoel naar boven en worden de Belgische vlaggen bovengehaald. Als Justine Henin een Grand Slam-toernooi wint of als Tom Boonen een rit in de Ronde van Frankrijk wint, laait het Belgische gevoel op. Een dag later is dat gevoel terug weggeëbd en herbeginnen de communautaire discussies. Of hoe sport (spelen) zijn invloed heeft op de politiek.
Ook het brood uit de Romeinse tijd is vandaag nog steeds een middel om de mensen stil te houden. Geef de mensen een inkomen, laat de mensen de kans een huisje aan te schaffen, geef ze een kleine vorm van luxe en ze zullen gelukkig zijn. Als ze dan al eens zullen klagen, zal het op café zijn en dit bij het drinken van een grote pint. Wanneer de discussie dan losbarst, moet één van de twee huiswaarts, daar zijn lievelingsfeuilleton begint. We praten er dan wel nog een keer over. Op deze manier wordt het probleem weer opgeschoven.
Politici spelen hier ook een bepalende rol in. Hoe vaak zie je niet een bekende politicus aantreden in een amusementsprogramma of in een quiz op televisie? De mensen zien dit. Je hoort ze haast denken: politici zijn ook gewone mensen, ze kunnen ook lachen met grapjes. De mensen gaan opnieuw absorberen wat die grote meneren verkondigen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de politicus die vaak op tv komt voor belachelijke spelletjes veel voorkeurstemmen gaat halen.
De politici die werken voor de mensen en doen waar ze betaald voor zijn, betalen het gelag bij de verkiezingen.
Een volk regeren is dus niet moeilijk. Zorg ervoor dat het volk niet hoeft na te denken, zorg ervoor dat ze niet kritisch zijn. Geef hen daarvoor een goed inkomen (brood) en geef hen de nodige ontspanning (spelen).
Vroeger was het de facto nog een tikkeltje gemakkelijker. Toen was het geloof nog erg sterk verspreid. De Kerk hield de mensen dom en de bazen hielden de mensen arm.
Het socialisme en de vakbonden gingen hiertegen in. Nu houden televisie, in de vorm van sportmanifestaties en belachelijke spelletjes, de mensen dom en zorgt de consumptiemaatschappij ervoor dat mensen moeten blijven gaan werken willen ze hun huis en andere luxeproducten afbetalen.
Het volkslied is een lied dat symbolisch een volk vertegenwoordigt en daartoe officieel wordt aangenomen. De Vlaamse Leeuw, een "Vlaams nationaal gezang voor de Vlamingen alleen geschapen" (Frans Eduard Lauwers) is het officiële volkslied van de Vlaamse Gemeenschap sinds 1985.
2. Richtlijnen voor de uitvoering van het volkslied
Het uitvoeren van het Vlaams volkslied is verplicht in de volgende gevallen :
bij officiële plechtigheden t.g.v. de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap
Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap moet gespeeld worden bij officiële plechtigheden, ter gelegenheid van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli), georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een provincie of een gemeente van het Nederlandse taalgebied.
Dat gebeurt bij het begin of bij het einde van de plechtigheid.
Aangezien het gaat om plechtigheden "ter gelegenheid" van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, geldt de verplichting niet alleen op 11 juli zelf, maar ook op andere data rond 11 juli.
Veel 11-julivieringen vinden immers niet op 11 juli zelf plaats.
Door de formulering in het decreet van 7 november 1990 worden ook deze officiële plechtigheden aan de verplichting onderworpen.
Het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgevoerd, hetzij bij het begin, hetzij bij het einde van de officiële plechtigheden die georganiseerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een provincie of een gemeente van het Nederlandse taalgebied, op de data waarvoor het hijsen van de vlag van de Vlaamse Gemeenschap is voorgeschreven.
De wettelijke bepaling is zeer ruim in die zin dat er niet wordt verwezen naar de openbare gebouwen (die bevlagd moeten worden). Ook plechtigheden op andere plaatsen (bv. in de open lucht) vallen onder de verplichting. Kortom deze verplichting geldt dus voor alle officiële plechtigheden op de data waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap moet worden gehesen.
Anderzijds is het wel zo dat de verplichting om het Vlaams volkslied uit te voeren niet zomaar geldt voor elke soort plechtigheid die een officieel karakter heeft en plaatsvindt op een van de data, zoals eerder vermeld in deze omzendbrief: het moet wel degelijk gaan om plechtigheden die precies plaatsvinden naar aanleiding van de gebeurtenis waarop de vlag van de Vlaamse Gemeenschap, de Belgische vlag of de Europese vlag wordt gehesen.
Dat wil dus zeggen dat officiële plechtigheden met een ander karakter, die toevallig op dezelfde dag plaatsvinden, niet onder deze verplichting vallen.
Zo zal het Vlaams volkslied niet uitgevoerd moeten worden bij de uitreiking van een prijs van de Vlaamse Gemeenschap, wanneer deze uitreiking toevallig gebeurt op 11 juli of op een dag waarop de Belgische vlag gehesen moet worden.
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw, Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan. De legerbenden sneven: een volk zal nooit vergaan. De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar. Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar!
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft, zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tekst van De Vlaamse Leeuw, strijdlied en later algemeen erkend als nationaal lied van de Vlamingen, werd gedicht door de toneelschrijver Hippoliet Van Peene (1811 - 1864), en getoonzet door de componist Karel Miry (1823 - 1899).
Beiden waren actief in de Gentse amateurtoneelmaatschappij Broedermin en Taelyver.
De tekst en het lied ontstonden in juli 1847, blijkbaar naar aanleiding van een discussie onder de leden van Broedermin en Taelyver over volks - en nationale liederen.
Ook Hippoliet Van Peene was daarbij aanwezig en het was voor hem de aanleiding om
De Vlaamse Leeuw te dichten. Daarbij heeft hij zich duidelijk laten inspireren door het ook in Vlaanderen populaire strijdgedicht van de Duitser Nikolaus Beckers "Der deutschen Rhein (Sie sollen ihn nicht haben )".
Muzikaal is er beïnvloeding van de melodie van Robert Schumans "Sonntags am Rhein".
De historische context heeft ook een rol gespeeld, met name de politieke omwenteling van februari 1848 in Frankrijk, die de Tweede Republiek in het leven riep, en de vrees in België deed aanwakkeren voor een mogelijke annexatie. Dat schiep een klimaat waarin de bevolking psychologisch behoefte had aan een strijdlied.
Rond 1900 was De Vlaamse Leeuw reeds algemeen als nationaal lied van de Vlamingen ingeburgerd.
Bij het decreet van 6 juli 1973 van de voormalige Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap werden de eerste twee strofen van De Vlaamse Leeuw uitgeroepen tot eigen volkslied.
De tekst en de notatie van de muziek werden officieel vastgesteld zoals aangegeven op de bijlage bij het ministerieel besluit van 11 juli 1985 (BS 11 juli 1985), nu als volkslied van de Vlaamse Gemeenschap.
Het koninklijk besluit van 5 juli 1974 betreffende de uitvoering van het volkslied van de Nederlandse Cultuurgemeenschap (BS 10 juli 1974).
Het ministerieel besluit van 11 juli 1985 tot vaststelling van de versie van de tekst en de notatie van de melodie van het volkslied van de Vlaamse Gemeenschap (BS 11 juli 1985).
Decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (BS 6 december 1990), zoals gewijzigd bij de decreten van 13 juni 1996 (BS 10 juli 1996), 15 juli 1997 (BS 29 augustus 1997) en 18 mei 1999 (BS 10 juli 1999).
Het Limburgse volkslied was aanvankelijk bedoeld als een romantische ode op de provincie Nederlands-Limburg. Voor de oorsprong ervan moeten we naar Roermond. Het Limburgse volkslied werd er geschreven door de Nederlandse onderwijzer Gerard Krekelberg (1864-1937).
Hij schreef de tekst waarschijnlijk op verzoek van Hendrik Thyssen (1862-1926), dirigent van het Roermonds Mannenkoor, die het lied in 1909 voor het eerst uitvoerde.
Het bronsgroen eikenhout waarover Gerard Krekelberg dichtte waren de (ondertussen verdwenen) eikenbomen rond het kasteel Borgitter in Kessenich.
Dit kasteel ligt op de boord van de Itterbeek op de grens met de dorpskom van het Nederlandse Neeritter. Gerard Krekelberg was geboren in Neeritter. De gemeente Hunsel, waarin Neeritter is opgenomen, noemde het dorpsplein naar zijn "beroemde" zoon het "Krekelbergplein".
Zijn geboortehuis staat er nog. Volgens sommige bronnen werd derde strofe niet door Gerard Krekelberg gedicht, maar werd ze achteraf door iemand ander erbij "gelapt".
Die "Geus" in de laatste regel moet trouwens "God" zijn.
Het lied werd spoedig populair, zowel in Belgisch- als in Nederlands-Limburg en geldt tegenwoordig als "volkslied" van beide Limburgen.
In Vlaanderen worden er enkel de eerste twee strofen gezongen, doorgaans door jeugdbewegingen en op manifestaties. In Nederland is het volkslied vooral populair bij Mannenkoren.
Het ligt voor de hand dat de vierde strofe in Vlaanderen "vergeten" wordt.
Tekst van ons Limburgs Volkslied
Limburgia
(1) Waar in t bronsgroen eikenhout, t nachtegaaltje zingt: Over t malse korenveld, t lied des leeuweriks klinkt: Waar de hoorn des herders schalt, langs des beekjes boord.
(refrein) Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord! Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!
(2) Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit: Weeldrig sappig veldgewas, kostelijk groeit en bloeit: Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort.
(Refrein)
(3) Waar der vaadren schone taal, klinkt met heldre kracht: Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht: Eigen zeden, eigen schoon, 't hart des volks bekoort.
(Refrein) en einde voor Vlaams Limburg.
(De vierde strofe wordt in Vlaanderen niet gezongen)
(4) Waar aan t oud Oranjehuis, t volk blijft hou en trouw: Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en trouw: Trouw aan plicht en trouw aan Geus(*), heerst van Zuid tot Noord
* De Geuzen waren de Nederlandse opstandelingen tegen het Spaanse bewind van Philips II
Bron: Nederlands Limburgse geschiedkundige kringen
Tuikabel-fiets-wandel-speel-kruip-val en kijkbrug, is een onbruikbaar en duur kunstwerk geworden.
Voor de opwaardering en uitbreiding van de industriezone Lanklaar werd een grootproject gerealiseerd voor op termijn de creatie van 1500 bijkomende werkplaatsen.
Het stadsbestuur van Dilsen-Stokkem met Open-VLD burgemeester Lydia Peeters op kop, had zich tevens tot doel gesteld om aan ondernemers een aantrekkelijk, modern en goed ontsloten bedrijventerrein aan het water te kunnen aanbieden.
De ontsluiting van het industrieterrein te realiseren door middel van de aanleg van een tuikabelbrug, een fietsbrug over de Zuid-Willemsvaart.
De tuikabelbrug in Lanklaar is een kunstwerk geworden, en kunstwerken zijn er om bewondert te worden. Fietsen is helaas op eigen risico en is voor de plaatselijke overheid blijkbaar van ondergeschikt belang. Alleen kijken en niet aankomen.
Een Fietsbrug met aan een kant 50 treden waar je te voet, met uw fiets in een gleuf naar boven of naar omlaag moet. Dikke verticale 9 meters hoog. Aan beide zijden een draaiend hellend vlak was waarschijnlijk te gemakkelijk. De belastingbetalers moeten wat afzien voor het geld, dat ze in grote hoeveelheden naar deze klungelaars storten.
Volgens Arcadis (ontwerper) is een luie trap voldoende. Ja, ze hebben gelijk: een luie trap onder hun k..nt moesten de verantwoordelijken krijgen. Opsmodderen van belastinggeld noemt ik dat.
Even meedenken met de dagdagelijkse realiteit was voor de ontwerpers en opdrachtgevers te hoog gegrepen? Dik 70 procent van de recreatieve fietsers in Limburg zijn senioren. Waarom fietsen die zo graag? Ra, ra? Omdat wandelen en trappen op en af moeilijk(er) gaat. (Cfr.) Provinciaal toerisme Limburg.
Met een fiets in beide handen in een goot langs trappen (50 stuks) op en neer kan en zal voor ongelukken zorgen. Zelfs kinderen en tieners zullen daar problemen mee hebben. 50 Trappen a.u.b. voor de fotos en de pers zullen de politici wel even het monument bestijgen, om daarna in hun limousine met chauffeur terug naar af te vallen, hoop ik van harte.
De overheid eist overal hellende vlakken om de toegang voor kinderen, senioren en mindervaliden te vergemakkelijken, en terecht. Hiervoor zijn zelfs monumentale trappen van historische gebouwen verkracht met een hellend vlak. En wat doet de overheid opnieuw? Juist, men verkracht zijn eigen wet op de toegankelijkheid van Een ezel trapt zelfs niet tweemaal op dezelfde steen.
Het kon niet uitblijven. De opwarming van de aarde verplicht ons uit de kleren te gaan. Ik zal mijn spaarlampje maar niet uitdraaien zeker?
De low-cost maatschappijen maken plannen om ook op de verre afstanden actief te worden. Voor een luttel bedrag naar het andere eind van de wereld? Het zit er aan te komen.
Ryanair-baas Michael OLeary voorspelt dat binnen drie of vier jaar tickets van Europa naar de Verenigde Staten te koop zullen zijn vanaf 10 euro.
Een boude voorspelling, maar een hele industrie heeft geleerd OLeary niet te onderschatten. Ryanair gaat een nieuwe maatschappij oprichten voor deze transatlantische vluchten. Overigens zullen de meeste zetels aan boord van de toestellen van de hand gaan voor normalere tarieven, dat wil zeggen goedkoop maar niet belachelijk goedkoop.
De aankondiging van de flamboyante Ier is het zoveelste teken dat low-cost vliegen binnenkort ook mogelijk zal zijn naar verre bestemmingen.
Natuurlijk kunt u nu al profiteren van zeer voordelige aanbiedingen, inbegrepen op de Atlantische routes, maar die aanbiedingen zijn schaars, tijdelijk, onvoorspelbaar en moeilijk te vinden. Het wordt heel anders als het volstaat ruim op tijd te reserveren. Als dit allemaal doorgaat, is een nieuwe lifestyle change op komst.
Azië Vooral in Azië wordt gebroed op goedkope langeafstandsverbindingen, door Air Asia uit Singapore en vele concurrenten. Het aanvliegpunt in Europa zal in het begin meestal Londen zijn. Oasis Hongkong biedt trouwens tegenwoordig al retourtickets Londen Gatwick Hongkong voor 250 euro (plus 170 euro taksen). Ook Jet Airways, de grootste full-service privé-luchtvaartmaatschappij op de groeiende Indiase markt, koestert low-cost plannen via een apart dochterbedrijf. Datzelfde Jet Airways komt vanaf 5 juli naar Zaventem, en wellicht zullen er dan interessante lanceertarieven zijn, eerst op Mumbai en vanaf augustus ook op Delhi. Er is bij Jet Airways ook sprake van Zaventem New York voor minder dan 250 euro. Hun site biedt helaas geen simpele manier om in te schrijven op een nieuwsbrief.
"De europese burger wordt de mond dichtgesnoerd" Zaterdag: 03/11/07 (Belga)
- De Europese staatshoofden en regeringsleiders zullen het nieuwe Hervormingsverdrag voor de EU normaal gezien op 13 december ondertekenen in Lissabon. Meteen daarna vliegen ze naar Brussel voor de EU-top.
Het Europees Hervormingsverdrag werd twee weken geleden op de valreep goedgekeurd. Het vereenvoudigt de werking van de Europese Unie en moet een einde maken aan de crisis waarin de EU al enkele jaren verkeert.
Europees voorzitter Portugal mocht beslissen waar het verdrag plechtig ondertekend zal worden. En dat is dus Lissabon geworden, op 13 december.
Maar diezelfde dag begint in Brussel de traditionele wintertop van de Europese Unie. Dat zou betekenen dat de Europese leiders meteen na de ondertekening van het verdrag elk met hun eigen vliegtuig naar Brussel zouden moeten vliegen.
Volgens de krant The Times betekent dat 77.000 nutteloze kilometers, of een vermijdbare uitstoot van 135 ton CO2. En dat om een verdrag te ondertekenen dat het onder meer heeft over een vermindering van de CO2-uitstoot.
"We zijn uit de crisis geraakt"(Belga)
vr 19/10/07
- De staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie hebben vannacht op de top in Lissabon een akkoord bereikt over de tekst van het Hervormingsverdrag. Dat bepaalt de toekomstige werking van de EU.
"We zijn erin geslaagd uit de crisis te raken." Met die woorden kondigde de Portugese premier en EU-voorzitter José Socrates vannacht in Lissabon een akkoord over het verdrag aan.
Het Verdrag van Lissabon zoals het later zal heten, komt in de plaats van de eerder afgeketste EU-grondwet en bepaalt hoe de Unie in de toekomst moet worden georganiseerd.
Door de goedkeuring is een punt gezet achter een discussie over de hervorming die zeven jaar geduurd heeft. Die hervorming was nodig door de toetreding van nieuwe lidstaten tot een totaal van 27.
Tegelijk dateren de instellingen en de besluitvormingsprocedures nog uit een tijd dat er tien of twaalf lidstaten waren en de werking van de EU dreigde stil te vallen.
Wat staat er in het verdrag?
Het Verdrag van Lissabon of Hervormingsverdrag is een afgezwakte versie van de Europese grondwet die twee jaar geleden verworpen werd na enkele referenda. Toch is de inhoud in grote mate dezelfde:
Er komt een voorzitter van de EU-Raad met een mandaat van 2,5 jaar. Die moet het roterende voorzitterschap van zes maanden vervangen.
Er komt ook een topfunctie voor Buitenlands Beleid. Nu zijn er nog twee mensen bevoegd om de Unie in het buitenland te vertegenwoordigen.
De stemmingsprocedure wordt aangepast en inzake justitie en politiesamenwerking verdwijnt het vetorecht.
De Europese Comissie zal nog 17 in plaats van 27 leden tellen met een mandaat van vijf jaar. De leden komen volgens een rotatiesysteem uit de 27 lidstaten
Harde onderhandelingsronde: (Belga)
Aan de triomfantelijke aankondiging van de EU-voorzitter ging echter nog een harde onderhandelingsronde vooraf.
Zo heeft Italië de toezegging gekregen dat het land één extra zetel in het Europees Parlement zal krijgen. Om dat mogelijk te maken, is in het verdrag vastgelegd dat het halfrond 750 zitjes zal tellen, maar de zetel van de parlementsvoorzitter wordt niet langer in rekening gebracht.
Ook Polen is gepaaid. Het land eiste een sterke juridische verankering van het zogenoemde compromis van Ioannina. Dat biedt lidstaten die niet over een blokkeringsminderheid beschikken de mogelijkheid om beslissingen voor enige tijd op te schorten.
Het mechanisme van Ioannina wordt vastgelegd in een verklaring bij het nieuwe verdrag, maar via een protocol kreeg Polen de garantie dat Ioannina enkel geschrapt kan worden via een unanieme beslissing van de lidstaten.
"Polen heeft alles gekregen wat het wou", verklaarde de Poolse premier Jaroslaw Kaczynski achteraf.
De huidige klimaathype doet meer kwaad dan goed. Belangrijke zaken die onderzoek verdienen worden niet onderzocht. Onderwijl worden we gebombardeerd met nepwetenschap en onwaarheden.