Ook het leger doet het erg gemoedelijk (niet altijd natuurlijk) zoals de bemanning van een duikboot bewees. In Bodø houdt men de markt op de kade; de haven ligt in het midden van de stad. Een duikboot (klassieke; zie eerder) meerde aan op enkele meters van de kraampjes. Vrijwel de hele bemanning stroomde de kade op. Ze kochten ijsjes en puntzakken met “Reke”; een soort grote garnalen (heel lekker) en installeerden zich op het dek. Een officier, bezorgt om het decorum, joeg ze naar beneden. Tien minuten later verscheen een schildwacht die zich posteerde aan de loopbrug. Nog eens vijf minuten later kwam iemand de patronen voor zijn geweer brengen: die had hij vergeten!
Kortom de mensen zijn ongelooflijk rustig. We verbleven eens bij een man die ons vroeg waar we vandaan kwamen. We vertelden het hem, zegden dat we in de stad woonden en wat we deden voor de kost. Hij zat gemakkelijk gehurkt met de rug tegen de schuur en zweeg zeker 15 minuten. Toen merkte hij op: “Jullie hebben allemaal stress”. Het gesprek was afgelopen! Hij had ook een houten brug gebouwd over de ongelooflijke kloof die de weg scheidde van zijn woning. Ik ben ze te voet gaan verkennen; ik dierf er niet over, tot ik de metalen onderbouw zag. (Zijn zoon kwam regelmatig thuis met zijn zeer zware koelwagen).
Ze zijn zeer bezorgd voor het milieu; zoals de volgende geschiedenissen bewijzen.
Je mag overal kamperen, maar als je duidelijk kunt zien dat het privé eigendom is, vereist de beleefdheid dat je toestemming vraagt. Dat is echter niet altijd mogelijk; de eigenaar kan ook kilometers ver wonen. Twee Nederlanders hadden hun tent op een bijzonder mooi plekje gezet. Naast de tent lag een grote berg afval. (Afval moet je begraven!) Toen ze aanstalten maakten de tent op te breken, stapte er een Noor uit de struiken. Hij had een ouderwets jachtgeweer bij, dat hij opspande. Zelden heb ik zo’n een propere kampeerplaats gezien; zelfs het gras was gekamd. Een jong koppeltje zette eens een tent, niet ver van de weg. Er stond wel een prikkeldraadje, 30 cm hoog, maar op veel plaatsen weggezakt in de grond. De volgende morgen vonden ze een containertje met verse melk en een korfje verse eitjes voor de tent; ze zijn dan onmiddellijk op zoek gegaan naar de lieve eigenaar van het terrein. Ze hebben ook veel discipline; zelfs de motorbendes. Stel U een motorbende voor; compleet met helmen met koehoorns, gekleed in de lederen outfit, omhangen met kettingen. Ze kwamen met veel lawaai de markt oprijden en stopten bij een frituur (ja, dat hebben ze daar ook al). Nadat ze hun friet hadden opgegeten, gingen ze één voor één netjes het lege pakje in de vuilnisemmer deponeren. Zulke dingen zie je hier niet! Je moet dan ook niet verwonderd zijn, als je een vuurtje stookt op 80 km van een bewoonbare plaats, er toch een Noor uit de struiken stapt; uw vuur monstert en als het hem bevalt, terug verdwijnt; ik heb het meegemaakt! Ze zijn zeer bezorgd voor brand!
Al wandelend; heb je recht van doorgang; ook over privé terrein; stoor de eigenaars echter niet! Ze zijn ook zeer verdraagzaam: een koppeltje was eens bezig met iets dat kleine kinderen nog niet kunnen; ze deden het wel op de kade in het midden van de stad Drammen. De rechter ter plaatse merkte op dat hij niets tegen naakt had, ook niet tegen seks. Maar hij vond het niet passend om het in het midden van de stad te doen! Veertien dagen cel en een fikse boete! Een Noor vindt het niet vreemd als je je naakt wast aan een rivier. Spoel de zeep echter af op het droge en niet in het water!
De Lappen; heten eigenlijk “Samen”, spreken iets dat volslagen onverstaanbaar is. Ze spreken meestal ook Fins; daar kun je óók geen touw aan vastknopen. Ter hoogte van de Noordpoolcirkel kom je er al enkele tegen. Ze hebben kraampjes en tenten en verkopen souvenirs, ook prachtige rendiergeweien. De dikke mevrouw met het grootste kraampje woonde op een appartement in Oslo! Om de “echten” te zien moet je veel Noordelijker. Als je een rendiergewei wilt; vraag het dan, zij smijten het toch weg! Ergens tussen Trondheim en Bodö zag ik een “echte” Lap; hij nam de trein, gekleed in een blauwe overall, rubberlaarzen en hij at rauwe ingewanden uit een stuk gazettepapier! De trein is een hoofdstuk apart, de wagons hebben de Russische breedte (het spoor niet!) en er hangt een touw door de trein, als je daar aan trekt, stopt hij op de volgende halte. De trein rijdt ook over de bergtoppen en niet in de vallei, hou er rekening mee, bij het plannen van de uitstappen.
De openluchtmusea moet je gezien hebben! Sommige zijn zo groot als een dorp; Bjørnevasshytta of zo groot als een stad; Røros! Zie Femunden! Zie dat je een goede kaart hebt; ik zocht eens achter een oude vikingburcht en vroeg aan een oude Noor of het nog ver was. Hij meende dat het op een zijweg lag, drie km verder. Het was negen km! Daar schieten ze nog heel ver met pijl en boog! (Oude Noren rekenen nog in hun oude Mijlen!) De middernachtzon; bijzonder vreemd verschijnsel voor ons! Ik ken een plaats waar de zon bijzonder fotogeniek tussen twee eilanden even de zee raakt om vervolgens weer te stijgen. Het heeft ook nadelen. Noren durven het gras afrijden om middernacht, om vervolgens in de tuin de krant te lezen en te kletsen tot ver over twee uur. Lastig als je wilt slapen.
Ik denk dat ze in de zomer niet gaan slapen! Het zal er in de winter minder prettig zijn, denk ik: vier meter sneeuw en de gehele dag duister. Daarom stonden er in de industriezone zulke hoge verlichtingspalen! Tenslotte nog wat over het klimaat: in de zomer kan het vrij warm zijn, maar dat betekent niets: op de bergpassen of tussen de gletsjers kan de temperatuur nachts tot ver onder het vriespunt dalen. Doodvriezen behoort tot de mogelijkheden. Als een Noor een wagen of een mobilhome op een pas ziet staan, zal hij komen vragen of je niet in panne staat. Doodgevroren toeristen zijn een slechte reclame. Als je een gletsjer wilt beklimmen doe dat dan altijd met gids!
En pas op voor de sledehonden; die krijgen in zomer, als ze niet moeten werken, maar om de drie dagen eten. Ze liggen langs lijnen gebonden, in dezelfde volgorde als wanneer ze de slede trekken. Een dame in ons gezelschap heeft het er ternauwernood levend afgebracht. Ze wou die lieve diertjes koekjes voeren. Een gids is er als een briesende leeuw met de zweep tussen gesprongen. Het mens was er erg van aangedaan! (Hardangervidda) Als je voor de eerste keer gaat, hoe sportief je ook mag zijn, begin niet aan de wandelingen in de bergen. Neem eerst voldoende inlichtingen voordat je aan trektochten begint. Ik nam eens de trein naar een bijzondere vallei, na enkele uren gelopen te hebben, zag ik een wegwijzer: de vallei was drie dagen te voet verder. Toen ben ik in alle ernst begonnen met kaarten van 1/25000 te verzamelen. (De Hardangervidda is nog menselijk, de Jotunheimen vereist de fysieke conditie van een Paracommando en een up-to-date uitrusting)!
En over de beleefdheid: Dank U = Takk, als er een belangrijke dienst bewezen is; zeg je: “Takk, Takk”, of ook als het zeer belangrijk was; “Tusend Takk”! Men zal antwoorden als volgt: “Takk for Igjen!”: Dank U voor niets!
U volgt een zware camion, doch slaagt er niet in voorbij te steken! Hij zal het linker richtingslicht ontsteken, dit betekent niet dat hij gaat links afdraaien, maar dat hij van zijn hoge zitplaats heeft gezien, dat je voorbij kunt! Nadat ik met mijn trage (volgeladen) wagen vele kilometers achter een trage vrachtwagen gereden had; ik kon de weg niet inschatten, (het zijn niet alleen de bochten, maar ook de glooiingen die het zicht belemmeren) zette die zich rechts opzij, het linker richtingslicht ontstoken. (Let wel; deze procedure gaat niet altijd op!) Door deze ervaring wijs geworden, trachtte ik op een zeer bochtig en steil parcours een zware vrachtwagen met aanhangwagen, te volgen. Mijn idee was: dat hij de weg waarschijnlijk op zijn duimpje kende en de snelheden beter kon inschatten dan ik! Hij reed echter zo snel dat ik hem niet kon volgen. Nu, heb ik een wagen die dat zeker wel kan; maar ik zal het niet meer proberen!
Kortom; éénmaal daar, probeer mens te zijn; in de ware betekenis.