Jij en ik Hebben zozeer lief, dat het Brandt als een vuur, Waarin wij een klomp klei bakken Gekneed naar jou Gekneed naar mij. Dan nemen we beide beelden, Breken ze, En mengen ze met water, En vormen opnieuw een beeld van jou, Een van mij. Ik ben in je klei. Jij bent in mijn klei. In dit leven delen we dezelfde deken. In de dood dezelfde kist.
Zo kwijt als dood mag je niet gaan. Hoe ruim ik op als ik niet eens kan bellen, vragen of je onze foto nog wel wil? Dan blijft het eeuwig stil in huis en ben je niet eens weg, maar dood. Nee, als ik je verlies, dan hoop ik dat ik op mijn zakken sla, een poosje zoek en dan ineens bedenk dat jij allang gevonden bent door wie je liever ziet. Dan zal ik kunnen rusten. Anders niet.
Mijn gezellin zit lang met mij te praten over de droeve dingen die haar drukken, als zware stenen op haar hart : een kluwen van narigheden die geen mensenhand en al zeker niet de mijne kan ontwarren.
Een musje rust even op de daklijst van de woning hier tegenover, glanst daar in het zonlicht en zoekt de blauwe lucht weer op.
Die Vogel,
geluksvogel ! heeft vleugels en weet van niets van mijn heimelijk verdriet, dat van de mens die de grens, de zekerheid bereikt heeft dat je degene die je liefhebt niet kunt helpen.
Nu ja Steven is mijn beste vriend, mijn buur jongen geweest en woont nu al jaren in Spanje. Maar van zodra hij even in België komt al was het maar voor één dag komt hij mij bezoeken. Ja hij heeft als kind vele uren bij ons doorgebracht . En chocotoffs gegeten, trouwens vraagt er nu nog achter,zo dus hebben we dat nu wel in huis als hij hier onverwachts staat. Maakte voor hem zijn lievelings pap met koekjes op en hij is dat nooit vergeten. Zo dus vriendschap voor het leven, wat vanille en chocolade pap en een petit beurkeen niet te vergeten zijn chocotoffs toch allemaal kunnen verwezenlijken.
Nu was Steven ook geen engeltje te noemen , wel een jongen met verstand van kleins af.
Op een dag riep mijn man , komvlug in de tuin Steven is thuis weer iets aan het uitsteken
zijn ouders zullen weer heel gelukkig zijn dat ze zo'n verstandige knaap in huis hebben.
Het was zomer , muggen en vliegen tijd. Ook de tijd dat die plastiek linten dat je in het deuropening kon hangen om dat ongedierte buiten te houden in opmars kwam . Dat zal daar nog maar 10 minuten omhoog gehangen hebben dat zijn ouders terug weg gingen om verder te winkelen dat Steven naar beneden gekomen was , hij was toen 4 jaar, dat hij die kermis van kleurtjes zag hangen.
Was dat nou, ik kan verdorie niet gemakkelijk naar buiten of naar binnen. Snugger dat ie was , had hij de schaar genomen en ze schuinsweg afgeknipt tot op zijn hoogte.
Mijn man had dat opgemerkt maar het was al te laat Steven zat al in de helft van zijn kunstwerkje als mijn man vroeg Steven wat doe je nou.
En dan vertelde de kleine snuiter dat dit vreselijk in zijne weg hing dat stom kleuren ding.
Ja wij stonden erbij te lachen want het ding was naar de knoppen...het was geen zicht.
Plots staan zijn ouders daar ,wij hoorde zeal roepen op Steven waar zit je.
Daar waren vier kinderen ,maar enen dat ze zeker van waren dat hij het was.
Wel de logica zelve toch hij kon niet door zo dus hij had ze op zijn hoogte gesneden...
Hij werd niet gestraft maar zowel vader en zeker moeder hebben hem goed uitgelegd dat ze er nieuwe gingen kopen en dat hij er met niks mocht aankomen, neen ook geen koordje in het midden om ze bijeen te houden. Dat linten verschillende kleuren hadden was mode en het hield het ongedierte buiten ,en ja hij had het goed begrepen, en wij goed gelachen.
Ik schreef je dat je geen illusies . en ik heb je meteen gezegd, de eerste keer, ik had het bij me op een briefje en ik schreef het op de rand van een krant en op de kalender aan je muur, en ik zei het in je oor, in de deuropening, en op straat, aan een kade, ik riep het naar je over het water in het licht van een zwiepende straatlantaarn, en jij riep terug: Ik ook van jou!
Verleid me, verstik me, pak mn vrijheid af. Bemin me, beperk me, ga je gang, ik ben laf.
Je wil samensmelten, - een onnozel idee - Maar ik ben romantisch, ik ga dr in mee
Kneed me en knecht me, wees lief en gemeen. Gun me de plek van het blok aan je been.
Als jij mijn vrouw bent, ben ik je man. Dan vechten we samen, voor dat wat niet kan.
We doen nóg meer water bij onze wijn, totdat er alléén nog maar water zal zijn. Helder maar smaakloos, geen kleur meer, geen gloed, zo leven we samen, de dood tegemoet.
Weg met de eenzaamheid, leve de sleur, jaloezie, irritatie, gesprekken, gezeur. De liefde geeft hoop, de liefde heeft zin, de liefde is een valstrik, maar ik trap er zo graag in.
Steeds dezelfde fouten, steeds dezelfde pijn. Bijna net zo gruwelijk, als helemaal alleen te zijn.
Misschien is het deze keer anders, misschien is het deze keer waar. Is alle wijsheid van de wereld maar een fout, ik wil het graag geloven, want ik houd zoveel van haar.
Het spel is weer begonnen, ik zit er midden in. Verslaafd als een verslaafde, verzetten heeft geen zin.
Ik kan alleen verliezen, mijn hart en mijn verstand. De liefde laat pas los, als ze is opgebrand.
Dan ben je weer jezelf, alleen en onbemind. Maar volwassen en verstandig, totdat het weer begint.