Geef me je jas van bont van teddyberen. Sla je arm om me heen en al je winterkleren. Zoen me tot ik warm word. Zoen me tot ik spin. Trek je eigen huid dan uit stop mij eronder in. Sus me met je hartslag. Wij ons wij ons wij ons. Maak van dit veel te grote bed een heel klein fort van dons.
de wereld te veranderen, het onrecht te bestrijden, maar samen krijg ik durf en moed, vind ik de kracht. Ik dank de anderen die mij hun handen reiken en met mij zoeken naar een ander paradijs. Ik dank Jou die ons samenroept en bindt Jijzelf bent de belofte die ons grondt en zendt naar onvermoede verten van geluk. dankbaarheid ons opgaan drijven !
is één thuis zijn is nog iets anders het grote verschil tussen hebben en zijn een lap grond, een hoop hout en stenen het zijne kunnen noemen een eigen woonst bezitten verschaft nog geen gezelligheid thuis zijn is nog iets steeds weten waarheen men ongedwongen straffeloos vrij voluit zichzelf mag zijn waar mensen en dingen vertrouwelijk gevoelens begrijpen en onze gedachten raden is niet de droom van ieder mens zo'n stukje paradijs ?
Je betekent zoveel voor mij. Hoe moet ik het in woorden vatten? Je brengt zon in mijn leven, je bent me meer waard dan bloemen, boeken en geld. Jij doet me leven, jij maakt me beter, jij bindt me niet, jij maakt me vrij.
Je ogen zitten vol sterren, je handen zijn tederheid, je kunt luisteren naar kinderen.
Omwille van jou kan ik veel missen. Ik weet dat jij er bent en dat jij in mij gelooft. Zolang jij er bent, hoef ik nergens bang voor te zijn, en kan ik blij zijn met heel weinig !
Liefde die je gelukkig maakt en pijn kan doen je man, je kind, je kleinkind hen verdriet zien hebben is je pijn hen gelukkig en tevreden zien is je geluk echte liefde is ook loslaten de ander de ruimte geven
liefde, vriendschap en inzicht behoren tot de geschenken van het leven
Jouw handen hebben mij zo vaak gedragen jouw lippen hebben mij zo vaak gekust nu tel je stil de uren en de dagen en bent je van de wereld niet bewust
Jouw ogen konden mij van alles zeggen ik teer nog op de liefde die je gaf het is niet zo eenvoudig uit te leggen maar wat ik voel neemt niemand van me af
Soms kun je nog genieten van het kleine gedachteloos - van alle zorgen vrij jij hebt jouw wereld nu en ik de mijne met zeeën vol herinnering in mij
Ik kom binnen, Ik zie ze staan Zij draait zich om En kijkt mij aan!
Ik kijk naar haar, Zij kijkt naar mij, We kijken veel te lang, En we denken allebei...
ELECTRICITY!
Wauw, wauw, wat een wijf, oei, wat een lijf! Ik kan er bijna niet meer naar kijken. Wauw, wauw, wat een blik, ik denk dat ik stik! Ik ben hier echt totaal aan het bezwijken.
Auwch! Ik voel hoe ik val. ...er valt in dit geval nix te kiezen. Auwch! ik kom weer van stal... En ik weet....ik ga mezelf nog verliezen.
Iedereen wacht in de rij Nog één iemand...en dan is het aan mij! Ik heb haar blik nu al te lang gemeden Ik kijk recht haar in de ogen en ik zeg... 'euh, voor mij graag een klein grof gesneden'.
OH MARIA VAN IN DE BAKKERIJ 'DE WARME PISTOLEE', OH, MARIA IK PAK ZE IN EN IK NEEM ZE MEE.
ELECTRICITY
Ze zegt...'was dat alles? Of had u nog iets anders gewenst? Ik denk: 'amaai, ze moest eens weten!' En ik voel zij kijkt naar mij... dus kijk ik wat rond en doe alsof ik nadenk!
Ah ja...voor ik het vergeet... doet u mij nog tien miljoen pistolees, En dan nog zo'n suikerbroodje en een krentenbol en een vlaai... Want den dezen die koopt alles van de dees!
een zakske? Och...als dat kan...! Ze is zo sexy, ik smelt er van! Ze zegt mercikes en salu!
Ooh, ghij schoonste aller vrouwen Merci en salu...!
OH MARIA VAN IN DE BAKKERIJ 'DE WARME PISTOLEE' OH MARIA IK PAK ZE IN EN IK NEEM ZE MEE.
ELECTRICITY!
Ik sta weer buiten, Er is eigenlijk helemaal niets gebeurd. Maar vanbinnen...totaal verscheurd.
Och ja, ik het het overleefd in de bakkerij. Maar wat wordt dat seffens weer... in de beenhouwerij!
En wat als jij me ontmantelt - me blust tot hete schaduw - als satelliet naar een ondenkbaar zwart waar drang met rede wordt behandeld ?
Ik, de blinde, alert en schuw - wakend blijf ik je aankijken - aanschouw met ogen van de nacht hoe wij elkaar ontzien en wijken en met een zelfde angstig hart kiezen voor een klein gevaar ; een ander min der zacht terwijl het ons geen rust gebaart en laaiend op elkander wacht.