Een dakloze is een vreemd fenomeen. Hij heeft met een dakbezitter weinig gemeen. De mens zonder huis of eigen woning voelt zich met een flinke doos al een ware koning.
Terwijl de huiseigenaar zit met allerlei financiële vragen, hoeft de dakloze slechts zijn bezit op de rug te dragen. Hij loopt van portiek naar portiek voor een droge plek en wordt van gemeentelijke heffingen niet meer gek.
Hij draagt zijn lot met zo veel genoegen en hoeft voor de hypotheek niet te zwoegen. Geen onderhoud, reparaties of ander gemier. Nee, slechts een kartonnen doos, of wat krantenpapier.
Elke keer, als ik aan je denk Slaat mijn hart zo´n twee keer over Krijg ik vlinders in mijn buik Nee dit gevoel gaat nooit meer over Elke keer, als ik je zie Krijg ik weer een kleur Prachtig donker haar, je mooie bruine ogen Zelfs in mijn dromen, ruik ik nog je lichaamsgeur Mijn vrienden zeggen het al weken Een roze blos op mijn gezicht Je doet iets met me Ik kan niet kan niet verklaren waarom Velen verklaren me voor gek Anderen vinden me weer dom Maar het maakt me allemaal niets uit Bij alles wat ik doe Zelfs hier in de kroeg Waar het bier nog rijkelijk vloeit En iedereen zich met elkaar bemoeit Kan ik maar aan één ding denken Aan een beauty van een vrouw Ze heet Clara en is de allermooiste koe.
Ik kon maar niet slapen voelde me alleen Keek eens naar mijn slapende man en riep heel gemeen: "Ben je wakker, of slaap je, schat?" Ik gaf een flinke por, kriebelde aan zijn snor Er volgde een rare zucht, zijn arm zwaaide door de lucht Slaperig vroeg hij: "Wat was er, dat je riep?" "Ohhhh...niets, ik wou weten of je sliep"
-Dag, beste Kachel ! Je bent me wat waard ! - Nee ! zei de kachel, ik bén geen kachel. Nee ! zei de kachel, ik ben een haard !
- Dag , beste wekker, tik-tak-tok ! - Nee ! zei de wekker, ik bén geen wekker ! Nee ! zei de wekker, ik ben een klok !
- Dag mooie kamer, licht-van-zon ! -Nee ! zei de kamer, ik bén geen kamer. Nee ! zei de kamer, ik ben salon !
-Dag, aardig kastje, blank en net ! - Nee ! zei het kastje, ik bén geen kastje. Nee ! zei het kastje, ik ben buffet !
-Dag hoge zold'ring ! - Loop toch rond. -Nee zei de zold'ring, ik bén geen zold'ring. Nee ! zei de zold'ring, ik ben plafond !
- Dag , klein ventje, dag, kleine Jan! -Nee ! zei 't ventje, ik bén geen ventje, Nee ! zei 't ventje, ik ben een man !
-Neem me niet kwalijk ! zei ik dalijk ! zo mooi als ik 't maar zeggen kon. - Wat, 'niet kwalijk', zeiden ze dalijk, 't héét niet 'kwalijk', 't heet pardon !