Ik loop naar een kledingrek vol met de nieuwste voorjaarsmode. Mijn ogen vallen op een broek. Leuk hè, de nieuwste collectie. Ja! prachtig!
Ik pak een zwarte spijkerbroek uit het rek.
Een nieuwe broek! mevrouw?' Een andere verkoopster kijkt mij aan. Kan ik u helpen? Ik kijk even rond! Als u iets speciaals zoekt, dan hoor ik het wel. Ik zoek niks speciaals, maar dank je wel. Laat me toch, denk ik bij mezelf.
Lukt het mevrouw? U zoekt iets nieuws? Ja, ik ben er weer aan toe. Hij is er óók in denim blauw? Oh ja? Maar ik ga voor zwart. Ook leuk, mevrouw.
Ik loop naar het dichtstbijzijnde pashokje.
U gaat die broek passen, mevrouw? Mooi hè, de nieuwe voorjaarscollectie. Heeft u wèl de juiste maat? Zucht! Jaaaa!
Het pashokje is wél heel erg klein. Ik trek de broek aan. Het zweet breekt me aan alle kanten uit. Shit! De knoop wil niet dicht. Ik trek mijn laarzen erbij aan, dat staat leuker .
Mevrouw,heeft u de broek al aan? En of ik hem aan heb!, roep ik.
Ik gooi het gordijn van het pashokje opzij.
Verkoopster nr 2 is er als de kippen bij. Het kan wel een maatje minder, hè?' 'Hij loopt nog uit. Ik krijg de knoop niet eens dicht.
Verkoopster nr.1,Staat u goed die broek! Goede maat ook, sluit mooi aan.
Ik sta voor de spiegel kritisch naar de broek te kijken. Ik draai me om, en nog eens.
Verkoopster nr.3 OHh! U heeft toch voor de zwarte uitvoering gekozen? Goede keus!
Ohh! Laat me toch
Verkoopster nr.1 Lukt het, mevrouw? Als ik moet helpen, moet u het zeggen.
Ik zeg toch niks. Ik kijk alleen.
Wat erg! Ik wil ZELF bepalen wat ik leuk vind! Ik weet zelf wél of het past. Ze lijken verdorie wel stalkers! Waar ik ook ga, zij zijn er óók.
Het was een warme zomerdag. We liepen met ons drietjes in de stad, mijn vader, onze hond en ik toen een voorbijganger mijn vader aansprak: Laat u uw kind in deze hitte lopen? Waarom neemt u hem niet op uw schouders, dat kunt u toch makkelijk aan? Mijn vader vond dat wel een goed idee, tilde me op en zette me op zijn schouders. Niet veel later kwamen we een mevrouw tegen die verbaasd tegen mijn vader zei: Waarom heeft u uw kind op uw schouders? Hij kan toch goed zelf lopen? Mijn vader zette me weer op de grond en we liepen vrolijk verder. Al snel kwamen we een stel kinderen tegen die zeiden: Laten jullie die hond in de felle zon lopen op deze warme dag? Het is toch beter dat jullie zoveel mogelijk de schaduw opzoeken? We liepen nu zoveel mogelijk in de schaduw maar het duurde niet lang voordat er weer iemand iets te zeggen had: Zijn jullie nou helemaal gek geworden? Het is een prachtige dag en jullie lopen hier in de schaduw? Geniet toch van de zon! Mijn vader keek mij aan en sprak: Zie je zoon, zo is het leven. Je kunt het onmogelijk iedereen naar z'n zin maken. Dus zoek voor jezelf een pad en maak je niet druk om wat anderen zeggen.