Ik had een droom. Mijn auto sprak tot mij En net als iedereen geneigd tot klagen Verwoordde hij terstond zijn onbehagen. Dit was het wat mijn beest op wielen zei :
'Ik ben niet zo bevoorrecht zoals jij; Jij hebt immers een werkweek van vijf dagen, Dan word je even van je taak ontslagen, Maar ik leef nog in pure slavernij.
Mij wordt bij nacht en ontij opgedragen Dat ik jou weer van hier tot gunder rij En ook vakantie is er zelden bij. Geen mens erkent de rechten van de wagen.
Vandaar dat ik jou in je droom kom vragen : Geef mij zo af en toe een dagje vrij !'
Dit is een land, waar grote mensen wonen. Je hoeft er nog niet in : het is er boos. Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen, en altijd is er weer wat anders loos.
En in dit land zijn alle avonturen hetzelfde, van een man en van een vrouw. En achter elke muur zijn and´re muren en nooit een eenhoorn of een bietebauw.
En alle dingen hebben hier twee kanten en alle teddyberen zijn hier dood. En boze stukken staan in boze kranten en dat doen boze mannen voor hun brood.
Een bos is hier alleen maar een boel bomen en de soldaten zijn niet meer van tin. Dit is het land waar grote mensen wonen... Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.
Na het zaaien weer ik vogels. Mijn armen houd ik wijd. Mij is bekend dat ik de wereld niet verfraai of help. Nog voor het koren kniehoog staat lachen de kraaien om mijn been. Mij goed. Als ze de zomer komen maaien ben ik oud genoeg. Tegen die tijd heb ik er vrede mee dat ik besta uit mannenkleren en een vrouwenhoed.
Met geld kun je een mooi huis kopen, maar geen warme gezelligheid ! Met geld kun je een zacht bed kopen, maar geen slaap ! met geld kun je relaties kopen, maar geen vriendschap !
Met geld doe je alle deuren open, maar open je nooit de deur van het hart !