Dit is het verslag van mijn jarenlang gevecht tegen chronische rugpijn. Het begint in 1982 met een banaal sportletsel, maar evolueert met de jaren tot een hallucinante strijd op leven en dood. Talloze diagnoses, verschillende operaties waarvan een bijna fataal afloopt.
Pijn is niet levensbedreigend maar het is dodelijk voor de levenskwaliteit. Je voelt je opgesloten in een gevangenis met onzichtbare muren. De pijn beperkt je in alle activiteiten, in al je sociale contacten. Pijn is een rood lampje, een alarm, een loeiende sirene. Maar je bent de enige die ze hoort. Pijn is een sluipend gif, onmeetbaar en daardoor geminimaliseerd en genegeerd. En zo verlies je gaandeweg het enige dat je nog in leven houdt: de hoop.
Geen enkel feit in dit verhaal is verzonnen, het is de brutale realiteit. En die is soms sterker dan de beste fictie.
|