In september 1983 besluit ik terug te gaan werken, pijn of geen pijn. Tenslotte heb ik thuis ook pijn, en op het werk heb ik tenminste iets waarop ik me kan concentreren. Zo kan ik misschien de pijn een beetje vergeten. Bovendien heb ik het minste pijn als ik volkomen onbeweeglijk blijf; dat moet dus te combineren zijn met zittend werk. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik een job heb die lichamelijk niet belastend is, zoniet had ik mijn beroepsleven definitief mogen vaarwel zeggen. Ik blijf werken, zo goed en zo kwaad als het gaat. Elke middag moet ik naar huis om minstens een uur te gaan liggen. Gedaan de gezellige wandelingen met de collega's over de middag.
Mijn leven is op alle domeinen drastisch veranderd. Fysieke activiteit moet ik beperken tot het uiterste minimum. Ik kan letterlijk het gewicht van mijn bovenlichaam niet meer dragen. Steeds moet ik mijzelf ondersteunen, via de armleuningen van een stoel of zetel, of door te werken met één hand, zoals de auto wassen. Met de ene hand hou ik de spons vast, met de andere duw ik mij af tegen het koetswerk. En dan nog is het een race tegen de tijd, want na een uur is de pijn niet meer te harden en moet ik gaan liggen.
Mijn nieuwe grote hobby's, het windsurfen en tuinieren, het is ermee gedaan. Een jaar na het ongeval verkoop ik mijn surfplank. Het is een vreselijke beslissing, een bezegeling van het definitieve van de situatie. Tuinieren beperkt zich tot wat hoogst noodzakelijk werk van wieden en snoeien. Van een lust is het een last geworden.
De computerclub waar we met een aantal vrienden onze eigen computer bouwen, de PMF-1, moet ik laten vallen. Na het werk ben ik volkomen uitgeput en 's avonds ben ik verplicht te gaan liggen.
Bijna alle contacten met vrienden en familie vallen weg. Een vriend belt me om eens samen te komen; ik antwoord dat ik zal terugbellen zodra mijn rug beter is. 25 jaar later heb ik nog steeds niet teruggebeld. Luc ik ben u niet vergeten. Alle activiteiten die nog overblijven moeten zorgvuldig gepland worden in functie van mijn rug. Iedere zomervakantie reden we naar Spanje, en dat wil ik absoluut in ere houden. Maar in '87 heb ik te veel pijn om de autorit te doen en we moeten thuis blijven. Het jaar daarop nemen we het vliegtuig. Elke keer voor we vertrekken denk ik bij mezelf 'dit is waanzin, met zo veel pijn op reis vertrekken'. Maar ter plaatse zitten we vlak bij het strand waar ik kan neerliggen en zwemmen. In het water is de pijn veel minder door de gewichtloosheid. Daardoor vermindert ook de stress en voel ik me een ietsje beter.
|