Historie
Je
hoeft hier aan de Costa Blanca echt niet diep het binnenland in te gaan
om geschiedenis op te doen. Want de kuststreek tussen Valencia en
Alicante heeft zoveel interessants te bieden dat je maanden vooruit
kunt in je ontdekkingsdrift. Het wemelt hier niet alleen van kastelen,
ruïnes en grotten, maar ook van beroemde kloosters, kerken, gigantische
watervallen en opgravingen tot aan het geboortehuis van de Borgia's in
Gandia toe.
Sinaasappels
Wie
terug wil in de Moorse tijd hoeft slechts vanuit Javea door de Sierra
Altana, richting Alcoy te rijden. Maar wie in de streek van Javea zijn
ogen de kost geeft ziet in de gelaatstrekken van de autochtone
bevolking heel duidelijk de Moorse invloeden. Tussen Javea en Gata zijn
nog waterbronnen te zien die door de Moren zijn aangeboord en door hen
werden gebruikt voor de bevloeiing van de sinaasappelplantages, waar de
hele Costa Blanca nog steeds zo rijk aan is.
Maar ook de Romeinen
drukten hun stempel op dit gedeelte van Spanje. Het eiland Portichol
bijvoorbeeld was het "onderkomen" van het eerste Romeinse legioen dat
Javea aandeed. Dat bouwde er rond het begin van de jaartelling een
nederzetting, die later omstreeks het jaar 570 werd gebruikt door
monninken, die vluchtten voor de christenvervolger koning Leo Vigildo.
Romeins.
Een
ander merkwaardig Romeins overblijfsel is te zien achter de Parador in
Javea ( een hotel op staatskosten gebouwd op een historische plek). De
stenen trappen in een kanalensysteem. omsloten door afgebrokkelde
pilaren, lijken iets weg te hebben van een Romeins bad, maar volgens de
annalen van Javea zijn het de resten van een visfabriek of van een
ijzergieterij uit de Romeinse tijd. Imponerend zijn de steile
rotswanden van Cabo de la Nao, die op de zeebodem doorlopen en zich
tachtig!!! kilometer verderop verheffen tot de eilanden groep de
Balearen. Tegen de bijna onbereikbare rotswanden van le Nao, hoog boven
de zeespiegel, hangen touwladders. Niemand weet hoe ze daar gekomen
zijn. Ze leiden naar grotten waar versteende voetstappen van mensen
zijn aangetroffen. In de prehistorische grotten van Benido Leich, die
wel bezocht kunnen worden, werden in 1931 150 geraamtes ontdekt,
afkomstig van El Cid en zijn mannen, die op de vlucht waren voor de
Moren. En bij Cabo Negro in Javea maar ook achter het eiland Portichol
zijn in de Moorse tijd (1091) gouden en zilveren schatten begraven.
Duikers leveren daar elke zomer het bewijs van.