Kort geleden overleed mijn schoonvader maar dat ontsloeg hem niet van verplichtingen jegens de fiscus. Wegens de uitzonderlijke situatie en met de uitdrukkelijke bedoeling om in de gegeven omstandigheden geen fouten te maken, besliste ik om de papieren van de overledene in handen van deskundigen te geven. Ik meldde me om 5 over 9 aan in het Financiëngebouw, checkte verplicht in en zocht op de eerste verdieping bureau 124 op. Nu ja, zoeken hoefde ik niet lang te doen want een tiental burgers waren net iets vroeger op het appel en hadden wachtend postgevat op de banken rond de deur met het genoemde nummer. Mijn buurvrouw stelde me gerust: 'Ze zijn al met drie', luidde het en daarmee bedoelde zij dat ook in 123 en 125 ambtenaren aan de slag waren gegaan.
Ik had - alsof het mij ingegeven was dat er zou moeten gewacht worden - een boek mee maar las geen letter want mijn linker buurman, hoorbaar afkomstig uit een nabijgelegen gemeente, was een echte praatvaar die in geuren en kleuren vertelde hoe hij hier 40 jaar geleden voor het eerst terechtkwam voor het berekenen van zijn belastingen. De lokale ambtenaar had een bok van formaat geschoten en voor de rechtzetting was mijn wachtbuur naar Tielt gekomen en deed die trip jaarlijks over, op vandaag vooral omdat het allemaal veel te ingewikkeld geworden is. Een andere bezoeker vertegenwoordigde zijn vader die op 96-jarige leeftijd en na jaren onderbreking plots weer een belastingsaangifte in zijn bus had gekregen. Paniek alom, maar de hoop dat het over een vergissing gin was groter dan de angst dat er een kostelijke herziening wachtte.
De klok tikte en per persoon die met afgewerkte documenten een van de drie lokalen verliet, kwamen er in de gang drie bij. Tegen 10 uur was ook ik bediend en had de rij wachtenden zich tot een dertigtal uitgebreid. Je moest beneden wel inchecken maar een nummertje kreeg je niet mee. In de gang had zich al eerder een gesprek over de volgorde ontwikkeld. Naarmate de rij groeide, vrije plaatsen op de drie banken door nieuwkomers werden ingepalmd, en de hele zaak almaar onoverzichtelijker werd en de vrees voor 'voorkruipers' toenam, begon spontaan en luidop een round-up waarbij alle betrokkenen hun plaats op de beurtrol herontdekten. Deze geruststelling zorgde voor een serener sfeer in de gang met als definitieve conclusie: ze zouden beneden beter nummertjes meegeven. Ik wenste de achterkomers succes in het uitoefenen van urenlang geduld en verdween uit het gebouw ...
|