Rotterdam versus Antwerpen. In België weten ze wel waarom Nederland op onnavolgbare wijze een juridisch rookgordijn heeft opgeworpen, dat de betere bereikbaarheid van de Antwerpse haven naar een verdere toekomst schuift.

Complottheorieën genoeg. In crisistijd zou het Nederland niet slecht uitkomen als het wat langer duurt voordat grote containerschepen probleemloos kunnen doorstomen naar Antwerpen. Dat suggereerde de Antwerpse havendirecteur Eddy Bruynincks althans, dinsdag 8 september in NRC Handelsblad.

Een andere verdachtmaking, die ook in Nederland opduikt, raakt de Zeeuwse wortels van premier Jan-Peter Balkenende. Hij zou niet geheel onpartijdig zijn bij het getouwtrek over het al dan niet onder water zetten van de Hedwigepolder, als milieucompensatie voor de uitdieping van de Westerschelde.

De Tweede Kamer debatteert volgende week verder, maar in België slijpen ze alvast de messen. De Vlaamse minister-president Kris Peeters zint op claims, mocht de door Nederland beloofde baggerklus eind dit jaar niet zijn uitgevoerd.

Wraakzuchtige Belgen
Voor de Nederlandse regering dreigt gezichtsverlies, linksom of rechtsom. Als het kabinet een compromis zoekt waarmee de milieubezwaren van de Raad van State worden weggenomen, loopt dit vrijwel zeker uit op vertraging bij de afwikkeling van het Westerschelde-dossier. Minister Maxime Verhagen van buitenlandse zaken kan dan met recht van woordbreuk worden beticht. Hij beloofde immers dat vóór het eind van dit jaar een start wordt gemaakt met de uitdieping.

De gevolgen laten zich raden. Boze en wraakzuchtige Belgen bestoken Nederland met financiële claims. Hollandse truckers kunnen rekenen op pesterijtjes rond de Antwerpse ring.

Draai van JP
Nederland kan België ook volledig apaiseren door aan te sturen op een noodwet, waarmee de juridische blokkade die de Raad van State heeft opgeworpen terzijde wordt geschoven. De regering kan de baggerklus laten aanvangen en de buurvrede met België herstellen.

In het Haagse incasseert premier Balkenende in dit geval alsnog een forse nederlaag. Hij moet een draai maken, want Balkenende klampt zich al maanden vast aan het standpunt dat de regering de Raad van State niet zomaar kan negeren.

Belgische omissie
Balkenende heeft kortom wisselgeld nodig, een Belgische bonbon waarmee hij in Nederland goede sier kan maken. Gelukkig hoeft de zoektocht niet lang te duren, want uitdieping van de Westerschelde is drie jaar geleden al eens gekoppeld aan het hsl-project voor supersnelle treinen.

Vanuit Nederlands perspectief is de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Parijs een prettige twistappel. Die lijn bevat, ook nu treinen op het volledige traject sneller gaan rijden, nog een gapende Belgische omissie op het boemelstukje tussen Antwerpen en Brussel.

Beetje sneller
Eind dit jaar komt de Belgisch-Nederlandse hoge-snelheidsverbinding met horten en stoten op gang, ruim twaalf jaar na de start van de snelle treinverbinding tussen Brussel en Parijs. De afstand tussen Amsterdam en Parijs wordt hierdoor vanaf december bekort tot drie uur en achttien minuten, een tijdwinst van 51 minuten.

In de loop van 2010 gaan er nog eens zeven minuten van de reistijd af, als hsl-treinen op het tracé tussen Schiphol en Rotterdam mogen opschakelen tot de topsnelheid van 300 kilometer per uur.

Nederland heeft dan aardig z'n best gedaan. Tussen Amsterdam en de Belgische grens is gewerkt aan 125 kilometer spoor, waarbij 85 kilometer nieuw hogesnelheidsspoor is aangelegd.

Hsl als wisselgeld
De Belgische tegenprestatie laat te wensen over. Parallel aan de aanleg van het Nederlandse hsl-spoor heeft België de afgelopen jaren gesleuteld aan wat vanuit zuidelijk perspectief de noordelijke tak van hogesnelheidsnet heet: het stuk tussen Brussel en de Nederlandse grens. Dat omvat zo'n 87 kilometer, maar alleen op de 35 kilometer tussen Antwerpen en de Nederlandse grens heeft België echt hsl-spoor aangelegd waar treinen op topsnelheid kunnen rijden.

Op het circa 50 kilometer lange stuk tussen Antwerpen en Brussel is volstaan met aanpassingen van het bestaande spoor, zodat de snelheid van hsl-treinen daar beperkt is tot maximaal 160 kilometer per uur. Nederland heeft België laten begaan, zodat sprake blijft van een stukje nep-hsl op de route Amsterdam-Parijs.

De tip voor Balkenende ligt voor de hand: Westerschelde uitgediept? Prima, maar dan willen wij graag tien minuutjes tijdwinst op een echt racespoor tussen Antwerpen en Brussel. Met spoed.