Er hebben altijd jeugdbendes bestaan, zoals te zien op deze muurschildering in de Antwerpse Seefhoek, als herdenking voor Willy Vandersteen die hier geboren werd. Ziet u verschil met wat er nu aan de hand is ? Wij niet. Alleen is de fanatieke pastoor vervangen door een vredelievende imam. De spelende kientjes van toen zijn even leuk en schattig dan de hedendaagse jongeren. Nietwaar ?
Nabij de Antwerpse Stuivenbergwijk en de Seefhoek bevindt zich het Vincent van Goghplein, een verbinding tussen de Lange Beeldekens- en de Handelsstraat. Deze eens zo volkse wijk waar ik een deel van mijn jeugd heb doorgebracht bij mijn grootouders en mijn groottante en -oom, zou nu best de Marrakechwijk kunnen genoemd worden. Telkens ik er nu passeer, bloedt mijn hart. Ik weet het, tijden veranderen en steden leven op de hartenklop van de evoluerende maatschappij. Ik heb niets tegen modernismen of nieuwe denkbeelden die de wereld vooruithelpen, ik heb wel een schrijnende hekel aan verloedering, achteruitgang, vereenzaming en opgefokte sfeertjes-van-nieuwlichters, die de ellende verhullen.
Vroeger was alles niet per se beter, natuurlijk niet. Vandaag is er alleszins minder hoop, veel verwarring en onzekerheid. De sfeer waarin wij onze jeugd beleefden, was er een van verwachting, geloof in de toekomst, streven naar welvaart en gulzig vergaren van kennis. Dat was de naoorlogse stemming en ambitie : de welvaart van Amerika invoeren en de eigen Europese cultuur voluit beleven. Onveiligheid of angst waren gevoelens die wij niet kenden : in onze stad liepen wij overal even onbekommerd of nieuwsgierig rond. Wat kon het ons deren dat sommigen van onze vrienden 's zondags naar de mis gingen, of joods waren, of protestants. Onze vriendschappen waren getooid, zonder dat wij dit beseften, met medailles van respect, een woord dat thans dagelijks verkracht wordt door mensen die onder respect het recht opeisen onbeperkt te fluimen.
Natuurlijk sluimerde in ons ook revolte en de bewuste drang mee te bouwen aan een betere wereld dan die van onze ouders. Nooit meer oorlog, geen geweld, geen atoombommen, een open maatschappij met veel overleg, zonder betutteling, en toen ook al : een vrij Vlaanderen in een verenigd Europa.
En meisjes, of course. Meisjes en vrouwtjes. Zij waren onze inspiratie, de sterren aan een firmament waar wij niks van afwisten, voor haar poetsten wij ons in- en uitwendig op, wij ontkenden onze zwoele bedoelingen, hartstocht verpakten wij als unieke trouw om de verrukkingen van haar lichamen te beroeren en tijdens onze amoureuze rooftochten kwam de zon meerdere malen per dag op.
Ook dàt was "vroeger" en hopelijk is dàt wel hetzelfde gebleven in de wereld van "nu". Dat wensen wij alleszins alle Vlaamse jongeren toe, anders is het helemaal droefenis.
.
De Neefsteeg, een woonerf in de Lange Beeldekensstraat
De jonge Vincent van Gogh heeft een korte tijd te Antwerpen in de Lange Beeldekensstraat gewoond toen hij schilderlessen volgde bij de Academie. De Van Goghs leefden in Zundert, net over de rijksgrens en het was aangewezen dat Vincent naar Antwerpen afzakte. Een succes was het echter niet op de Academie in 1886 voor de toen al 33-jarige Van Gogh en hij is na drie maanden verblijf naar zijn broer en eeuwige toeverlaat, Theo, in Parijs verhuisd.
Om de korte aanwezigheid van de thans beroemde wereldschilder te herdenken, werd een doorgangsplein naar hem genoemd in de wijk waar hij verbleven heeft. De sociale woningen aldaar zijn hoofdzakelijk ingenomen door Marokkanen en oude Antwerpenaars die niet willen of kunnen wegtrekken. Men vervult goedschiks, kwaadschiks zijn dagelijkse besognes, want mensen houden niet van conflicten en geven de voorkeur aan naast mekaar wegleven, wat dan vlug geïnterpreteerd wordt door de voorstanders van diversiteit als "vredevol nabuurschap". Zolang de buren mekaar de kop niet inkloppen of mekaar niet kelen, zijn dit inderdaad voorbeelden van innige samenleving. Het ligt nu eenmaal in de aard van de mens, om zijn eigen leefomgeving, ook als de omstandigheden verre van aangenaam zijn, als het eigen territorium te ervaren en te verdedigen. Zo zijn we nu eenmaal.
Op de foto : het plein "Duinplak". Het huis met de groene steentjes op de achtergrond bevindt zich in de Lange Zavelstraat en is de vroegere viswinkel van de ouders van de jonge voetballer Rik Coppens.
Het Duinplak op de foto hierboven is een pleintje waar mijn groottante een snoepwinkeltje uitbaatte voor de oorlog. Alles is piekfijn heraangelegd, de oude huizen zijn afgebroken en op de rustbanken (ik weet niet of u de afbeelding kan vergroten ?) zitten nu Marokkaanse wijkvaders, wellicht met weemoed terug te denken aan hùn jeugd in het warme Prachtland, dat zij ingeruild hebben voor meer centen, zekerheid en daar gratis bovenop een knagend heimwee en veel boosheid in een kille en voor hen onbegrijpelijke omgeving. Tante Tia, met haar groot hart en haar hang naar romantiek en goedheid, zou de Mohameds een paar caramels of zure bollen toegestopt hebben. Tot ze haar zouden vragen of dit wel halal is en als ze dit tijdens de ramadan zou wagen, was het een zware belediging.
.
Een beetje wazige foto van het Vincent van Goghplein
.
Momenteel is het in de wijk aldaar multiculturele boel, die ditmaal uitdijt tot in de gazetten. De bewoners worden al maanden geteisterd door een bende vandalen. Het nachtlawaai verstoort hun slaap en door de aanhoudende vernielzucht van enkele ‘bendes' voelt niemand zich nog veilig. Wij schakelen over naar enkele fragmenten uit een artikel in Het Nieuwsblad :
De sigarettenpeuken en ontelbare zonnebloempitjes waarmee het beton ligt bezaaid, verraden echter al iets van de taferelen die zich hier 's nachts afspelen. ‘Eerst zuipen ze de flessen leeg om ze dan met geweld tegen de muren kapot te gooien. Vaak zitten ze hier tot zes uur 's ochtends kabaal te maken. Mijn kinderen kunnen er niet van slapen', vertelt een bewoonster die liever anoniem wenst te blijven.
De angst zit er diep in bij de bewoners want niemand wenst zijn of haar naam in de krant te zien. ‘En dan weten ze mijn dochters te vinden zeker. Nee, bedankt', aldus een Marokkaanse vrouw.
‘Op mijn balkon vond ik onlangs een schroevendraaier en een drugsspuit. Zodra de avond valt, ruikt het hier naar de cannabis. Net zoals alle moeders hou ik mijn kinderen binnen. Helaas, want de stad heeft hier een mooie speelruimte gemaakt voor hen, maar ze zijn zelf bang om er te spelen. Onder de banken worden messen en drugs verstopt. Wij leven hier in de hel en dat is al maanden zo.'
Volgens de bewoners rukt de stad bijna dagelijks uit voor herstellingswerken aan de banken en de speeltuin op het plein. Wij treffen enkele bewoners die een beschadigde poort aan het herstellen zijn. ‘Het gaat om enkele bendes', aldus een anonieme bewoonster. ‘In totaal gaat het om zo'n twintig jongeren. Ze hebben de bloempotten al van mijn balkon geduwd. Ik vroeg de politie of ik geen prikkeldraad rond mijn terrasje mocht spannen, maar dat is verboden.'
De politie bevestigt dat er problemen zijn met hangjongeren rond het plein, maar daar blijft het niet bij. In het oosten wordt het plein geflankeerd door vier privéwoningen. Hun tuinen grenzen aan het Vincent Van Goghplein wat de onruststokers interpreteren als een open deur. ‘Een koppel verhuist weldra vanwege de inbraken', zegt een andere bewoonster. ‘Toen ik hier net kwam wonen, stond op mijn deur ‘racist' geschreven. Omdat ik Belg ben. Ook bij mij is er al ingebroken. Ik ging om thee bij mijn Marokkaanse buurvrouw en toen ik terugkwam, merkte ik dat er heel wat spullen waren verdwenen uit mijn woning. Zelfs een tube tandpasta hadden ze gestolen.'
De bewoners werden eind mei ontvangen door de politie voor een gesprek rond de problematiek, maar volgens hen is er daarna niets gebeurd. ‘Een aantal keren per avond passeert hier een politiecombi, maar daar hebben die herriemakers geen schrik van', klinkt het in koor. ‘Wij denken allemaal aan verhuizen. Het is gewoon een kwestie van tijd.'
Aan futuristische projecten ontbreekt het niet. Buitenlandse architecten kunnen hier hun fantasieën en sociale waandromen uitleven. Er wordt naar hartenlust geïnvesteerd in beton en staal. En in allerlei integratie- en steunprojecten voor vreemdelingen. Ten koste van ALLES willen alle overheden vermijden dat deze stad in handen zou vallen van Vlaams Belang, dàt en dàt alleen is de reden van de vele subsidies die Antwerpen ontvangt van àlle niveaus : belgië, Vlaanderen en Europa. Maar de centen zijn altijd die van de afgeroomde burgers, want de staat zelf heeft NIETS, behalve schijn, veel praats en langzamerhand een prestige zoals Zimbabwe.
In deze stad, die ik enkel kan liefhebben zoals een hoorndrager aan zijn ontrouwe vrouw verhangen blijft, woedt momenteel een beschamende strijd om een mobiliteitsprobleem dat al jaren geleden had moeten aangepakt zijn. Er zijn meer dan 140 miljoen euri vermorst aan studies en loonkosten, dat zijn 5,5 miljard oude franken. De burgemeester van wie ik zeker weet dat hij niet mijn burgemeester is en ook nooit zal zijn, heeft plots de reden van zijn bestaan en functie ontdekt : na een winterslaap van 6 jaar smijt hij zich in deze discussie omtrent een volksraadpleging. Uitgerekend als van hem verwacht wordt, dat hij niet zou lispelen, staat hij te molenwieken naast Brabo : "Luister naar mij, ik had vroeger een gedacht, nu heb ik een tegengestelde mening". In politiek bestaat weinig eergevoel en evenmin schaamte. Eigenlijk kan ik als stadshoorndrager perfect blijven paraderen en mijn medeburgers hoofs groeten met gebogen gewei : de Sinjoren zijn vergroeid met oneer.
Toen 10 jaar geleden Vlaams Blok, ondersteund door 50.000 handtekeningen een referendum vroeg over de migratie, werd dit afgewezen : het cordon sanitaire beteugelde toen de burgerinspraak, zoals het ook het manke paard van de democratie blijft afranselen.
Als het over bruggen, tunnels en fijn stof gaat, zijn ze wakker de viswijven en kruiers van het Schoon Verdiep. Als het over het samenleven in de parochies van miserie gaat, wenden ze het hoofd af. Dat moeten de burgers zelf oplossen. Er is gelukkig nog één fractie voor wie ik eerbied heb in deze stad en die al jaren waarschuwt tegen de waanzin, tegen alle politiek-correcte lafbekkerij in. Als ik op mijn wandeltochten Filip Dewinter ontmoet, zal ik ook hem hoofs en waardig groeten (met gebogen gewei) : in mijn vrijstad Antwerpen, erken ik enkel hem als mijn burgemeester. Die andere man is slaapburgemeester van de stad van Allah.
Ray
|