Het pentagram wordt al sinds heel lange tijd geassocieerd met mysterie en magie. Het is de eenvoudigste vorm van een getekende ster en kan met een enkele ononderbroken lijn getekend worden. Het wordt dan ook wel eens 'de knoop zonder einde' genoemd. Andere namen ervoor zijn: Het Gobelinkruis, de Pentalpha, de Heksenvoet, de Duivelsster, de Druidenvuist en het Salomonszegel, hoewel deze laatste betiteling eigenlijk niet correct is, want daarmee wordt eigenlijk het hexagram bedoeld.
Sedert vele eeuwen al bestaat de overtuiging, dat het pentagram een heel krachtige bescherming biedt tegen duivelse slechtheid en demonen, een veiligheidssymbool dus, en het werd soms als amulet gedragen om een gelukkige en veilige thuiskomst te bevorderen. Het oude engelse volkslied "Green Grow the Rushes, O!" refereert aan het gebruik van het pentagram boven deuren en ramen in de regel "Five is the symbol at your door".
De kracht en de associaties van het pentagram hebben zich gedurende de geschiedenis langzaam ontwikkeld. Vandaag aan de dag is het een alomtegenwoordig symbool van de nieuwe heidense beweging (neo-pagans), en heeft een diepe magische en symbolische betekenis.
Het pentagram door de geschiedenis Tegenwoordig worden aan het pentagram vele en diepgaande betekenissen toegeschreven, de meeste ervan zijn echter van heel recente oorsprong.
Maar toch is het pentagram door een lang stuk van de historie in veel verschillende contexten gebruikt:
Het vroegste gebruik dat we ervan kennen dateert ongeveer 3500 v.Chr: In Ur der Chaldeeen in het oude Mesopotamië, waar het een symbool was voor de macht van het rijk, van de heersers.
Bij de Hebreeuwers was het het symbool voor Waarheid en had een relatie met de Pentateuch, de eerste vijf boeken van het Oude Testament. Mogelijk wordt het pentagram daarom soms ook ten onrechte het Salomonszegel genoemd.
In het oude Griekenland noemde men het pentagram de Pentalpha, omdat de geometrische compositie uit vijf letters 'a' bestond. (pent = 5,alpha = a). Afwijkend van vroegere beschavingen schreven de Grieken geen bijzondere symbolische betekenissen toe aan de letters van hun alphabet, maar bepaalde symbolen werden wel verbonden met griekse lettervormen of -posities, b.v. Gammadion en Alpha-Omega.
Voor de gnostici was het pentagram de "Vlammende Ster".
Voor de druiden was het het symbool van goddelijkheid.
In Egypte gold het als symbool voor de onderaardse (moeder)schoot.
Volgens de Elten was het pentagram verbonden met de onderaardse Godin Morrigan.
Voor Christenen in de Middeleeuwen gold het als het symbool voor de vijf Wonden van Christus.
De christelijke keizer Constantijn I gebruikte het pentagram, samen met het chi-ro symbool in zijn zegel.
In de legende van Sir Gawain en de Groene Ridder was het pentagram de glyphe van Sir Gawain, het stond in goudgravuur op zijn schild, en symboliseerde de vijf ridderwaarden.
In de middeleeuwen was de "knoop zonder einde" een symbool voor waarheid en diende ook als bescherming tegen demonen. Het werd gebruikt als een persoonlijke 'beschermer' en als bewaker voor ramen en deuren.
Het pentagram met één punt naar boven symboliseerde in de latere middeleeuwen de zomer, met twee punten naar boven was het het teken voor de winter.
Gedurende de lange tijd van de inquisitie symboliseerde het pentagram een geitekop.
Tijdens de heksenvervolgingen door de kerk werd de God Pan, en niet deze God alleen, gelijkgesteld met de duivel, (een christelijk concept, dat echter ook in andere religie's een vergelijkbaar fenomeen kent), en het pentagram kreeg voor de eerste keer in zijn bestaan een negatieve betekenis, werd het symbool voor de duivel en kreeg de naam "Heksenvoet".
Bij het opkomen van het hermeticisme (met een zwaartepunt op de alchemie),werd grafische symboliek uiterst belangrijk. Het concept van de micro-kosmische mensenwereld als een analoog van de macrokosmos, waarmee een groter universum van geest en materie bedoeld wordt, is een onderdeel van de traditionele occulte leren, zowel in westerse als ook in oosterse philosofieën. "Wat zich in de macrokosmos afspeelt, speelt zich ook op microkosmisch niveau af." (As above,so below); het pentagram, de 'Ster der Microkosmos', symboliseert de mens in de microkosmos, vertegenwoordigt daarom ook, in analogie, het macrokosmische universum.
Het rechtopstaande pentagram, (een punt naar boven) toont enige gelijkenis met een mensengestalte met zijwaarts uitgestrekte armen en benen. Een illustratie, toegeschreven aan Agrippa of aan Tycho Brae (1582) toont de overeenkomst in de verhouding van macro- en microkosmos: de vijf planeten aan de punten van de ster en de maan in het midden, waar zich ook de geslachtsdelen van de mensengestalte bevinden. En er bestaan nog andere illustraties uit die tijd, van Robert Fludd en Leonardo da Vinci, die de geometrische samenhang laten zien tussen mens en universum.
Later werd het pentagram eerst symbool voor de relatie tussen het hoofd en de vier ledematen, daarna symboliseerde het de relatie tussen pure geconcentreerde essentie van 'iets' (anderen noemen dit de Geest), en de vier traditionele elementen der materie. (Quintessence)
In de vrijmetselarij werd de mens als microprosopus (vertegenwoordiger van de microkosmos) geassociëerd met het vijfpuntige Solomonszegel. Dit symbool werd in doorvlochten en rechtopstaande vorm gebruikt voor de zittende logemeester. De geometrische afmetingen en de structuur van de "knoop zonder einde" werd hoog gewaardeerd en ingebed in de hoek van 72 graden van de 'passer'.
De vrouwelijke tak van de vrijmetselarij gebruikt de vijfpuntige "Ster van het Oosten" als haar embleem. Elke punt herdenkt een vrouwelijke hoofdpersoon (heldin) uit de bijbelse overleveringen.
Tot aan de 19e eeuw bestond er geen enkele grafische illustratie waarin het pentagram in verband gebracht wordt met negativiteit, slechtheid en duivel.
Eliphas Levi maakte een illustratie van het rechtopstaande pentagram met de microkosmische mens in een omgekeerd pentagram met het geitenhoofd van Baphomet.
Het pentagramteken wordt in de rituele (ceremoniele) magie al lange tijd gebruikt: met een rituele dolk (athame) worden pentagrammen in de lucht of op de grond getekend, waarmee aanroepingen of banningen in relatie tot de vier elementen worden gesymboliseerd.
In de veertiger jaren van de 20e eeuw adopteerde Gerald Gardner het pentagram met de twee punten naar boven als een sigil (magisch zegel) voor de initiatie op het tweede niveau in de nieuw opkomende, nieuw-heidense hekserij-rituelen, die later de naam Wicca kregen. Het pentagram met een punt naar boven werd, samen met de naar boven wijzende driehoek het symbool voor de derdegraads inwijding.
In deze nieuwheidense beweging werd het pentagram ook op het altaarpentakel gegraveerd, en de punten stonden dan voor de drie aspecten van de Godin en de twee aspecten van de God.
Pas achter in de zestiger jaren van de 20e eeuw kreeg het pentagram weer een functie als amulet dat gedragen werd, en van die tijd ontwikkelde het zich tot een wijd verbreid en gevestigd symbool voor de nieuwheidense beweging en de Wicca in het bijzonder, en staat voor veel mystieke aspecten en associaties die tot de oude folklore gerekend worden.
De de kracht van een symbool heeft meer te doen met zijn associaties en acceptatie, dan met de oudheid ervan, en het pentagram is zo'n symbool, dat tegenwoordig alomtegenwoordig is bij de neo-pagans.
Symbolische betekenissen van het pentagram Het getal 5 wordt al heel lang gezien als zijnde mystiek en magisch, hoewel hoofdzakelijk op de mens betrokken:- We hebben vijf vingers/tenen aan elke ledemaat.
We kennen gewoonlijk vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, tasten en smaak.
We kennen vijf fasen in ons leven, die alle een inwijding en een eigen leerproces hebben: Geboorte, volwassenheid, coitus, ouderschap en dood.
Hierbij dient wel opgemerkt te worden, dat er ook andere opvattingen hierover bestaan, waar het een ander getal betreft, waar andere levensfasen onderscheiden worden en waar andere attributen een centrale rol spelen.
Het getal vijf wordt geassocieerd met Mars. Het benadrukt nauwgezetheid, strengheid en soberheid, conflict, en harmonie die via conflict wordt bereikt.
In het Christendom is de 5 belangrijk, omdat Christus aan het kruis vijf wonden had.
In de Islam kent het geloof vijf belangrijke pijlers en vijf dagelijkse tijdstippen voor het gebed.
De middeleeuse ridder kende vijf nobele waarden: Vrijgevigheid, hoffelijkheid, kuisheid, ridderlijkheid en vroomheid, en dit werd gesymboliseerd in het pentagram van Sir Gawain.
In de Wicca kent men de vijfvoudige kus: voeten, knieën, schoot, borsten en lippen, en deze kus is ook zegenend.
Het getal vijf is een priemgetal. En met vijf lijnen, die ononderbroken getrokken kunnen worden, vormt het de ster in z'n eenvoudigste vorm.
Wanneer men die vorm natrekt, ontdekt men, dat het een continue lus is.
Het gezegde "Iedere man en iedere vrouw is een ster" wordt in beeld weergegeven door een mens op een pentagram te leggen, met het hoofd en de vier ledematen op de punten en de geslachtdelen precies in het midden.
Dit is de mens in de microkosmos en symboliseert tegelijkertijd zijn plaats in de macrokosmos en in de hermetische en tantrische filosofie van samenhangen: het al eerder genoemde "as above, so below".
De geometrische vormen van het gewone pentagram zijn die van de zgn. Gouden Sectie, een onderdeel van de Gouden Proportie. Deze is bij kunstenaars sedert de Renaissance heel geliefd. Met behulp van geometrische formules wordt deze rechthoek uitgebouwd tot vele soorten ingewikkelder vormen, die echter steeds die rechthoek als basis hebben. Met b.v. de Fibonacci getallenbewerkingen komen vormen tot stand van o.a. bloemen, bladeren en vruchten, die vaak een vijfvoudige symmetrie vormen.
Het pentagram was lange tijd, en wordt in steeds bredere kringen opnieuw een krachtige beschermer tegen vijandigheid, een conflictsymbool dus, dat als een afweerschild dient voor degene die het draagt, of voor het huis waaraan het bevestigd is.
Het pentagram heeft vijf puntige inkepingen en in het centrum een defensief en beschermend pentagon in de vorm van een moederschoot.
Tegenwoordig worden vijf elementen aan de punten van het pentagram toegekend, vier materiele - aarde, lucht, vuur en water - en de kwintessens, die alle elementen ook met elkaar verbindt, de geest.
Bij deze betekenis hoort het pentagram met een punt naar boven en het symboliseert dan de geest, die over de materie heerst, en staat voor juistheid. Met twee punten naar boven, de punt van de geest dus naar beneden gericht, wordt de nadruk gelegd op de aardse natuur van de mens.
Een pad met de klok mee om het pentagram toont een volgorde van de elementen in hun dichtheid, vastheid van massa: Geest heeft de vastheid van ether. Vuur lucht water en aarde volgen dan. Vuur en aarde zijn basaal, vast, waarbij het vuur grote beweeglijkheid heeft, lucht en water zijn vrij, stromend, waarbij lucht minder beperkingen heeft.
Deze attributen van de punten van het pentagram worden gebruikt bij rituele inscripties, in magische schriften, en bij het in de lucht tekenen van deze ster met de hand of met de rituele dolk. Het pentagram wordt hier in verschillende vormen gebruikt voor aanroepingen, uitbanningen en het aarden van de elementen, afhankelijk van de aard van het ritueel.
Men kan de 'weg van het pentagram' ook zien als de spirituele reis van de mens door de evolutie; de levensvonk, komend van God/Goden/heilige levensbron dringt door tot in de eenvoudigste embryonale vorm (Aarde),komt op, ontwikkelt zich tot beweging, actie, stromen, (Water en Lucht)op ons bestaansniveau, (hierbij denkt men ook aan de betekenis van het intoneren van de AUM mantra), daalt dan weer af naar zuivering en zuiverheid (Vuur), en stijgt tenslotte weer op als zuivere levenvonk naar de oorspronkelijke spirituele bron. Zo'n reis om het pentagram kan men zich dan als een golfbeweging voorstellen.
Het pentagram wordt ook gezien als een vervlochten lijnsymbool, staande voor de web-wevende kracht van de magie. De neergaande lijn Geest-Aarde kruist de Water-Lucht lijn; wanneer de GA-lijn onder de WL-lijn doorgaat, brengt men een mannelijk aspect in het spel, eroverheen geeft een vrouwelijk aspect, en het pentagram wordt dan verdeeld in twee vormen die licht van elkaar verschillen en in een ceremonieel-magisch ritueel ook hun eigen betekenis hebben.
Het pentagram komt 'open' voor, dus zonder circel er omheen. Dit is een actieve vorm, die het naar buiten tredende Zelf symboliseert, paraat voor activiteit, waakzaamheid, conflict. (Iemand die een open pentagram draagt, moet ook oppassen, waakzaam zijn voor het fysieke 'gevaar', want de punten, die nogal eens goed scherp zijn, kunnen af en toe flink in de huid prikken).
Het gesloten pentagram, met een circel er omheen staat voor behoudend en beschermend. Het is de passieve vorm, die de spirituele expansie van de magische circel binnen haar vorm houdt.
De circel staat hier ook voor eeuwigheid en oneindigheid.
Het omgekeerde pentagram Het omgekeerde pentagram heeft een punt naar beneden gericht. Het houdt in, dat de geest ondergeschikt is aan de materie, dat de mens als geheel ondergeschikt is aan zijn wereldse verlangens.
Veel pagans (aanhangers van natuurreligies) zijn het omgekeerd epentagram gaan zien als de representatie van de 'donkere kant', en wijzen het af omdat ze het als een slecht, negatief symbool zien.
Fundamentele Christenen zien elke vorm van het pentagram als 'duivels'.
De opvatting om het omgekeerde pentagram als iets negatiefs te zien is echter van recente datum; in de gardneriaanse richting van de Wicca (de meest authentieke Traditie) is dit pentagram het symbool voor de tweedegraads inwijding en representeert de noodzaak voor de heks om de donkere kant van zichzelf tegemoet te treden, zichzelf ermee in evenwicht te brengen, en ervoor te zorgen, dat deze kant van de persoonlijkheid niet de overhand krijgt.
In de traditionele ceremoniele magie heeft het omgekeerde pentagram ook belangrijke functies.
Het centrum van een pentagram laat een zeskantige vorm zien. Deze symboliseert, dat liefde en de wil van binnenuit 'heersen', materie en geest beheerst door de Wil, en dat liefde en wil de magische richting van sexuele energien sturen.
Het Goddelijke In de wicca wordt het Goddelijke doorgaans gezien als een dualiteit. In de eerste plaats betekent dit dat er zowel een God als een Godin in het geloof aanwezig zijn. Welke vormen deze Godin en God aannemen in het geloof varieert echter van groep tot groep en van persoon tot persoon. Sommigen geven er de voorkeur aan de Godin een bepaalde naam te geven, naar één van de oude Godinnen uit bijvoorbeeld het Keltische of Noorse pantheon, anderen hebben het gewoon over 'De Godin' en geven haar verder geen naam, dit omdat het geven van een naam aan een God of Godin ook het geven van beperkingen inhoudt. Elke oude God of Godin wordt tenslotte met bepaalde dingen geassocieerd en met anderen niet. Weer anderen geloven in verschillende Goden en Godinnen. Het kan zijn dat ze geloven dat er daadwerkelijk verschillende Goden en Godinnen zijn maar veel meer komt het voor dat ze elke God of Godin als één van de vele 'gezichten' van hetzelfde Goddelijke wezen zien.
Wicca is een moderne religie die is gebaseerd op oude west-europese, voor-christelijke sjamanistische Shamanisme is een oeroude zoektocht naar de waarheid. Het is ouder dan de bekende religies of spirituele paden. Het is de zoektocht naar persoonlijke kennis en macht, deze zoektocht bestaat uit het overbruggen van de denkbeeldige kloof tussen de materiele wereld en wereld van inspiratie. tradities. Wicca zelf is nog niet zo heel oud, pas een jaar of 50, 60, maar de tradities en de geloofsovertuigingen waarop zij is gebaseerd zijn wel al heel oud en uit verschillende religieuze stromingen afkomstig.
Wicca is een heidense religie; dat wil zeggen dat hij van oorsprong niet joods-christelijk is.
Heidens is echter absoluut geen negatief woord. Elke religie die zich richt op ontwikkeling en ontplooiing, die gebaseerd is op liefde en mededogen - en Wicca is dat zeker ook - is waardevol. Waardevol zodra en zolang hij wordt beleefd en niet ontaardt in alleen maar flirten met onbegrepen rituelen, kleding en taal. Bij Wicca gaat het, net zoals in alle mystieke religies, om beleving van het goddelijke. Rituelen, kleding, gebruiken en taal kunnen behulpzaam zijn, maar het zijn wel alleen maar instrumenten.
Wicca is één van de religies die geen dogma's, leerstellingen of verplichte regels kent. Dat is voor velen een beetje verwarrend. In de westerse wereld, waarin het joods-christelijk gedachtengoed nog altijd domineert, zijn we er niet zo aan gewend dat het in de eerste plaats gaat om beleving en niet om woorden, zoals Bijbel of Koran. Wicca en de wijze van beleving ervan is dus heel open, individueel en ook daarin ligt haar kracht en schoonheid.
Individualiteit is erg belangrijk in Wicca en daarom is Wicca ook geen echt "instituut" geworden. Wicca kun je alleen praktiseren óf in een coven en op je eigen heel persoonlijke manier. Als je mensen ontmoet die je in de manier waarop ze Wicca beleven aanspreken, kun je je natuurlijk aaneen sluiten en zo zijn de covens ontstaan.
De individualiteit in de beleving van Wicca heeft ertoe geleid, dat er allerlei stromingen zijn ontstaan. Ze hebben méér met elkaar gemeen dan dat er verschillen zijn, maar die zijn er wel: in taal, gebruiken en dergelijke. De basis blijft de verbondenheid met en liefde voor de natuur en de inspiratie die de natuur kan geven.
Er zijn traditionele stromingen, maar ook richtingen waarin verschillende tradities zijn vermengd.
Wanneer we echt aan onszelf beginnen te werken, worden dingen soms slechter voordat ze beter worden. Het is prima als dat gebeurt, het is het begin van het proces. Oude knopen worden ontrafeld. Ga gewoon met de stroom mee. Er is tijd voor nodig om te leren wat we te leren hebben. Vraag niet om instant verandering. Ongeduldigheid duidt slechts op weerstand om te leren. Het betekent, dat je het doel wilt zonder door het proces te gaan. Gun het jezelf om het stap voor stap te doen. Het zal gaandeweg makkelijker worden. Louise Hay
Wanneer we bereid zijn om bepaalde positieve veranderingen in ons leven te maken, trekken we precies aan wat we nodig hebben om ons te helpen. Louise Hay