Ga op een willekeurige straathoek staan en vraag aan iedere passant of we er de laatste tweehonderd op vooruit zijn gegaan en waarom. Je zal verbaasde,ongelovige blikken krijgen en een lange lijst van menselijke verwezenlijkingen sinds de 19e eeuw. Met de vooruitgang in medische wetenschap wellicht als eeste,zal een hele litanie volgen: de auro,het vliegtuig,de computer en het internet en,zeker de vaccins,het DNA en nieuwe gentherapieën. Dat is allemaal zeer waar,maar het bijven allemaal dingen,toestellen,toepa?ssingen,tools zoals dat nu heet. Allemaal gereedschap waarmee we een apparaat kunnen neerzetten op een stuk rots in de ruimte. Raak gooien in kosmische vogelpik voor zeer gevorderden,dus. Maar hoe zit het met het wezen dat dat alles uitvond en bestuurt? Hoe staat het met de homo sapiens,de mens?
Niet zo best,naar het zich laat aanzien. Met hangende schouders,vermoeid en ongeintereseerdaan de ene kant en anderzijds collectief prikkelbaar,wantrouwig en gelijkhebberig. Het lijkt alsof we na 5000 jaar ontwikkeling ineens de weg kwijt zijn in ons eigen bestaan. Alsof we terecht gekomen zijn in een milieu waar andere regels gelden, een andere etiquette heerst en waarvan wijde gedragregels en de codes niet beheersen. Dat veroorzaakt ongemak,onvrede en een gevoel van machteloosheid. Sommigen wijten het aan de heersende pandemie en aan de klimaatproblematiek waarbij we zowel de ecologische kool als de economische geit moeten sparen. Eigenlijk hoeft dat gevoel van onmacht helemaal niet,want net in de aanpak van de covidpandemie hebben we een nog nooit vertoonde prestatie geleverd. Door wereldwijde informatiedeling en urgentiebesef,hebben we op nauwelijks een jaar een vaccin gecreëerd dat niet alleen beschermt,maar ook de misleidingstruken van het virus grotendeels voorziet. In feite zouden we zo fier als een heel regiment pauwen moeten rondlopen. Waarom kunnen we dat niet opbrengen? Waarom gaan we erover vitten,er twijfel over zaaien en neerbuigend over doen?
Een proeve van verklaring zal voor volgen keer zijn.
Ik moet nu mijn werkezel dringend voederen. En mezelf op een nieuwjaarsdrankje trakteren.
|