Dit elegant uitziend diertje is een sluipwesp. Welke soort is niet te zeggen, er zijn er meerdere en ze zien er allemaal quasi hetzelfde uit! Normaal ben ik niet zo voor wespen maar voor deze maak ik een uitzondering, ze leven van andere insecten waaronder ook bladluizen! Wees welgekomen!
Dat moeten deze kleine koolwitjes gevoeld hebben toen deze foto's genomen werden. Mevrouw koolwit werd benaderd door twee aanbidders. Wie van de twee uiteindelijk de hoofdprijs gewonnen heb weet ik ook niet. Het kan zo maar even zijn dat de twee rivalen zo druk met mekaar in de weer waren dat er een derde sloeber (mis)gebruik van de situatie heeft gemaakt. Mevrouw was er alleszins helemaal klaar voor!
Voor de volledigheid, de foto dateert van eerder in de week : geen gevlinder bij meer dan 6 Beaufort !!!
Odette? Welke Odette? Wel, Odette is blijkbaar de eerste herfststorm dit jaar, en dan nog een pittig geval ook. Voorlopig is het hier nog rustig, dat zou vanavond en vannacht anders worden. Windsnelheden tot 110 km/u aan de kust en 90 km/u in het binnenland worden voorspeld. En de bomen staan nog volop in blad! Dat gaat brokken maken vrees ik. Nu hebben we wel het geluk dat hier meestal de laagste windsnelheden van België genoteerd worden. We zullen de kuipplanten maar een beetje in de luwte zetten. Mijn bananenboom waar ik gisteren nog zo blij mee was in in acuut gevaar. Nu binnenzetten is geen optie want dan moet ik de bladeren halveren. Laten staan dan maar en er het beste voor hopen. De éénjarigen laten het voorlopig niet aan hun hart komen en bloeien alsnog vrolijk door en de siergrassen staan nog mooi recht. Of dat morgen nog zo is zien we dan wel!
Vandaag hebben we onze oudste Berner moeten laten inslapen. Ze kon niet meer vooruit. Ze zou morgen 15 jaar geworden zijn wat een gezegende leeftijd is voor een Berner. Liever dan het beestje te laten afzien van haar gevorderde arthrose is ze zachtjes ingeslapen. Na 15 jaar een huisgenoot afgeven is niet leuk maar je moet vooruit. De twee jongsten voelden aan dat er iets scheelde want ze zijn haar heel de voormiddag gezelschap blijven houden!!!
Ik heb er nog over geschreven aan het begin van de zomer. De verhakkelde Musa ensete van toen is uiteindelijk gerecupereerd met dank aan de warme zomer en vele emmertjes water. Binnen een maand ongeveer kan de grote verhuis weer beginnen van onze exoten naar warmere oorden. Deze roodbladige schoonheid is één van de eerste die naar binnen mag. Een stuk van de bladeren moet er af want anders kan ie niet binnen wegens te hoog!
Volgend jaar na de ijsheiligen mag ons Ethiopisch vriendje terug naar buiten met verhakkeld bladeren en begint de cyclus opnieuw. Ik moet dringend eens Euromillions gaan winnen zodat we dit eleganter kunnen oplossen. Bill Gates als schoonvader zou ook kunnen helpen maar daar kleven dan weer nadelen aan, we zullen maar gewoon doordoen zeker!
Op het eerste zicht zou je denken aan een uit de kluiten gewassen verdwaalde krokus die zes maanden van slag is maar niets is minder waar. Het is een herfsttijloos (Colchicum autumnale). (Colchicaceae). Deze soort stamt uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied. De plant komt vooral voor in bossen, langs duinpaden en in vochtige weilanden. De soort is in Vlaanderen en Nederland zeldzaam in het wild en de aantallen lopen terug. In Wallonië is de herfsttijloos plaatselijk algemeen in het zuiden en zuidoosten en elders zeldzaam.
De Nederlandse naam slaat op het nog geen bladeren hebben bij de bloei. De plant bloeit in de herfst, maar de bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar tevoorschijn. Heel de plant is giftig, zowel voor mens als dier. Let op met de zaden : deze zijn zeer giftig! Voor kinderen wordt de dodelijke dosis geschat op circa 20 mg en als je dan weet dat één zaadje ongeveer 4 mg colchicine bevat hoef je geen rekenwonder te zijn om conclusies te trekken! In de geneeskunde worden zeer kleine gecontroleerde dosis gebruikt tegen jicht en bepaalde hartafwijkingen. Ik zou je wel niet aanraden om zelf te beginnen experimenteren !
Gelukkig is het wel een mooie bloem en kan je er zonder risico's naar kijken en van genieten.
Ceanothus, soms ook Amerikaanse sering genoemd, is een sterk groeiende mooie heester. De meeste bloeien in het najaar op een moment dat er weinig andere struiken in bloei staan. Je zet ze best op een beschutte plek in de tuin. Hier in mijn tuin staan ze in de halfschaduw van enkele bomen, ze bloeien dan misschien iets minder rijkelijk maar ze staan wel beter beschut in de winter en da's mooi meegenomen want ze zijn maar twijfelachtig winterhard. Ik heb ze ooit verloren in een strenge winter een tiental jaar geleden maar de huidige exemplaren staan er toch al een paar jaar zonder problemen. In een beschermd stadstuintje of tegen een zuidmuur hebben ze nog meer kans. Je kan ze ook in een pot zetten en 's winters ergens binnenzetten.
Regelmatig snoeien na de bloei verlengt de levensduur van deze planten en doet ze ook rijkelijker bloeien. Er zijn zowel bladhoudende als bladverliezende cultivars te verkrijgen. Bladverliezende soorten kunnen soms wel in zachte winters hun blad behouden, ze moeten dan in het voorjaar gesnoeid worden.
De meest Amerikaanse seringen zijn blauw maar er bestaan ook roze en witte cultivars. Persoonlijk vind ik de blauwe het meest natuurlijk. Je moet ze ook eens van dichtbij bekijken. Elke bloem op zich is een meesterwerkje met hun ver uitstekende meeldraden !
Kegelbijen zijn kleine (zeldzame) parasitaire bijen. Ze leggen een eitje in het nest van een behangersbij door aan de achterkant van het nest een gaatje te prikken. Als het eitje uitkomt ontwikkelt de larve van de kegelbij kaken waarmee ze de eitjes van van de oorspronkelijke bewoner aanvalt en opeet. Daarna leven ze verder van de stuifmeelvoorraad in het nest. Hoe de volwassen kegelbij zo'n nest weet te vinden is nog een raadsel want behangersbijen zie je ook niet altijd en overal. Op de eerste foto zie je een kegelbij (waarschijnlijk de slanke kegelbij), op de onderste foto zie je een behangersbij, in dit geval een tuinbladsnijder. Van slanke kegelbijen is geweten dat ze parasiteren op de tuinbladsnijder. Beide soorten zijn hier dus aanwezig!
De tuin is dan toch niet zo vreedzaam als je op het eerste zicht zou denken!!!
De tuinbladsnijder (onder) herken je makkelijk de aan de oranje onderzijde
Gisteren ben ik gaan ronddartelen in de tuinvijver om de lissen en riet eens serieus uit te dunnen. Doe je dat niet eens in de zoveel jaar is er binnenkort geen vijver meer met open water. De kikkers hadden het niet zo op mijn interventie begrepen, zij gebruiken het riet om uit het zicht van de reigers te blijven die hier regelmatig overvliegen. Je kan ook niet voor iedereen goed doen! Na wat geploeter, trekken en sleuren ligt de boel nu uit te lekken op de oever. Zodoende kunnen salamanders en ander klein grut dat er nog tussen zit zich nog terug naar het water laten uitzakken. We hebben ook niet alles verwijderd. Libellen gebruiken deze stengels om net onder het wateroppervlak hun eitjes af te zetten. Als je volgend jaar nog libellen hoopt te zien mag je dus niet alles zo steriel als een zwembad maken! Toeval of niet, maar na afloop van de intervantie vloog er een blauwe glazenmaker (libel) langs. Normaal zijn deze zeer schuw en hangen geen seconde stil, nu kwam deze net voor mij "surplacen" alsof hij zijn goedkeuring kwam geven voor mijn gedane arbeid. En neen, ik kan er ook niet aan doen dat de blauwe glazenmaker meer groen dan blauw is! Klachten hierover worden hier niet geaccepteerd.
Zoals veel insecten hebben ook libellen twee paar vleugels wat hier zeer goed opvalt!
Vandaag nog een schaduwplantje : Liriope muscari (leliegras)
Liriope, is een wintergroene vaste plant met fijne, zwaardvormige, grasachtige bladeren. De planten bloeien van augustus tot september met lilapaarse bloemaren die aan de bloeiwijze van de muscari latifolium (blauwe druifjes) doen denken. Er zijn ook witte cultivars. De plant houdt van een standplaats in de halfschaduw of schaduw, beschut tegen gure koude wind. Liriope muscari gedijt goed in zure tot neutrale, gemiddeld vruchtbare grond en is, eens gevestigd, goed droogtetolerant. Liriope is goed winterhard en goed ziekteresistent.
Hier staan ze in de oude bosborder in de schaduw van dennenbomen en een moerascypres. Ze krijgen gedurende de dag af en toe wat gefilterd zonlicht maar staan het grootste deel van de dag in de schaduw. Door de afgevallen naalden van die dennenbomen is de grond hier zuur wat maakt dat ze zich hier kiplekker voelen! O.a. Fuchsia magellanica houdt ze gezelschap. Trouwens een mooie kleurcombinatie vind ik, het zachtblauwe van de Liriope met het roze van de Fuchsia !
Tricyrtis hirta is een mooie tuinplant die bloeit in het najaar op een moment dat de meeste vaste planten al uitgebloeid zijn. Tricyrtis hirta wordt ongeveer 60-80 cm hoog en de wit met purper gevlekte bloemen verschijnen pas laat in september en oktober.
Het liefst staat Tricyrtis hirta in de halfschaduw op een humeuze vochthoudende grond.
Je moet je eens de moeite nemen de bloemen van dichtbij te bekijken, het zijn echte kunstwerkjes. Qua kleur springen ze er niet echt uit, als je er echt van wil genieten moet je de plant ergens vooraan in de border zetten of op een plek waar je regelmatig langskomt.
Opgelet: in strenge winters kan de plant bevriezen, onder de bomen zoals hier is de kans daarop wel wat kleiner. Hou er sowieso rekening mee dat het kortlevende planten zijn. Ik heb ze nog nooit langer dan 4-5 jaar kunnen houden. Als ze in het voorjaar niet meer terugkomen zet ik er gewoon terug nieuwe want ik vind ze fascinerend mooi!
Gisterennamiddag zaten de bijtjes en de hommeltjes samen met enkele wespen rustig nectar te slurpen van de sedum toen het insectenluchtalarm afging. Een hoornaar maakte het luchtruim onveilig! Met korte duikvluchten probeerde hij/zij een nietsvermoedend slachtoffer te steken wat na een tijdje ook lukte. Met het verlamde slachtoffer tussen de poten vloog ie een boom in. Even later zag ik een kop naar beneden vallen.
De hoornaar heeft een kenmerkende manier van eten. De wesp hangt dan ondersteboven aan een tak waarbij het dier slechts een enkele poot gebruikt om zich te ankeren. De overige poten worden gebruikt om de prooi vast te houden terwijl deze door de kaken aan stukjes wordt geknipt. Een prooidier wordt hierbij eerst ontdaan van de vleugels, poten en kop door deze eraf te bijten, daarna wordt de rest van de prooi fijngemalen en naar het nest gebracht.
De volwassen hoornaar eet zelf geen insecten, ze zijn vegetarier en leven van nectar en suikers die planten afscheiden.
Na het onverwacht overlijden van de hond van mijn vader was het daar zeer stilletjes geworden. we waren dus op zoek naar een andere lieve hond. In eerste instantie dachten we aan een asielhond. Alleen zijn de asielen momenteel zo'n beetje leeg. Daar zal Corona weliets mee te maken hebben! Enkel hele grote loebassen of honden die niet met soortgenoten overweg kunnen zijn er volop. Vermits ik zelf hier 3 monsters heb rondlopen moet het wel klikken. Conclusie : een schier onmogelijke opdracht ! Omdat mijn vader ook niet meer de jongste is staan ze bovendien ook niet te springen in het asiel om een adoptie te laten doorgaan.
Uiteindelijk besloten we dan maar voor een puppie te gaan. Niet te groot want anders loopt ie mijn vader omver, maar wel stevig genoeg om zijn mannetje (of vrouwtje) te kunnen staan als de Berners komen begroeten. Het is uiteindelijk een "Old English bulldog" geworden, een redelijk recent ras met een minder platte snuit dan de klassieke Engelse bulldog waardoor de gekende ademhalingsproblemen van dat ras achterwege blijven. De kleine "poppenmie" ging vanaf seconde één in de speelmodus met onze jongste Berner. Je lacht je een breuk als je die twee bezig ziet. De kleine kruipt bovenop of onder de grote door of gaat zijn tandjes eens bekijken van binnenuit zijn muil. Als iedereen is moe gevochten is het tijd voor een slaapje. En met de twee andere Berners klikt het ook maar die doen minder gek. Kortom een succesnummer !!! Zalig !
Gisteren had je niet veel fantasie nodig om je in de tropen te wanen. Met nooit geziene temperaturen van 33-34°C half september was het weer puffen en zweten. Ik wil de pret niet bederven maar binnen een week of 6 (of vroeger) komt de eerste nachtvorst eraan. Daarom snel nog wat genieten van al het exotisch spul in de tuin. Je hebt niet altijd bloemen nodig om een tropensfeertje te creeëren. Met enkele bladplanten kan het ook. Je kan dan combineren op kleur of op verschillen in vorm van het blad. Veel groter dan hier kan het bladcontrast niet worden! Enerzijds de gigantische bladeren van de Tetrapanax papyrifer en rechts het smalle varenachtige blad van Dioon. Beide komen uit de tropen maar daar stopt elke gelijkenis. Tetrapanax staat hier in volle grond, het blad sterft af bij de eerste vorst en in het voorjaar loopt de plant terug uit. Dit is slechts een jonge plant die nu zijn derde zomer heeft gehad. Bij zeer strenge vorst kan je de stam inwikkelen met buisisolatie uit de doe het zelf zaak waarmee je de waterleiding kan beschermen. Makkelijker kan niet! Vliesdoek is ook ok maar is wat meer geprul om te beletten dat alles wegvliegt met de wind. Binnen enkele jaren kunnen de bladeren makkelijk 1 meter groot worden. De Dioon is een ander verhaal, die behandel je best zoals een Cycas revoluta (familie overigens). D.w.z. naar binnen en overwinteren tussen 10 en 15° waarbij de plant zijn blad houdt. Zowel Dioon als Tetrapanax zijn schaduwplanten, in de volle zon verbrandt het blad snel (vooral bij tetrapanax)
Ik zie de laatste tijd om de zoveel dagen één of enkele kegelbijen in de tuin. Nu zijn kegelbijen niet alledaags. Er zijn een vijftal soorten actief in de lage landen waarvan de ene al zeldzamer dan de andere. Sommige worden enkele malen per jaar gespot, andere slechts eens in de zoveel jaar. Welke soort dit is weet ik niet, zelfs de specialisten weten het niet altijd. Je zou een bij moeten vangen en dan zou microscopisch onderzoek uitsluitsel kunnen geven. Persoonlijk vind ik, als deze bijen dan zo zeldzaam zijn, je ze beter gerust kan laten ! Een fotootje nemen en ze rustig hun gang laten gaan lijkt me hier meer op zijn plaats. Opmerkelijk is dat ik ze slechts op één soort herfstaster zie, er staan genoeg andere asters in de tuin maar die hebben geen aantrek. Maar ja, dat was in pre-coronatijden bij mensen ook zo; het ene terras zit vol en net daarnaast zit niemand !
Sorry dat de foto niet 100% scherp is, de wind was spelbreker !
Wist je dat er tal van (sub)tropische planten zijn die makkelijk -10°C aankunnen maar bij ons in de tuin er toch het bijltje bij neerleggen bij 1 of 2 graden nachtvorst ? De reden daarvoor is de vochtigheid, onze winters zijn veel te nat voor deze planten. De cactus op de eerste foto zou temperaturen aankunnen tot -8°C. In zijn land van herkomst (Mexico) daalt de temperatuur in de bergen ook regelmatig onder nul. Met het grote verschil dat het daar wel droog is zoals meestal in woestijnachtige gebieden. Zelfs een laagje poedersneeuw deert ze niet ! Eén cm sneeuw komt ongeveer overeen met 1mm regen, da's dus niet veel. In de serre houden we zulke planten vanaf november zo droog mogelijk, één keer per maand wat water met de "druppelteller" zou moeten volstaan. Bedoeling is dat de serre enkel wat bijverwarmd wordt bij strenge nachtvorst.
De andere kant van de serre is de speeltuin van Fuchsia, mini hosta's en ander klein grut. Die hosta's sterven bovengronds af zoals hun grote neefjes in de tuin en lopen terug uit in het voorjaar. Fuchsia houdt het uit tot ongeveer nul graden. We zullen dus af en toe een klein beetje moeten bijverwarmen als het echt koud wordt maar door het feit dat het een muurserre is wordt ze aan één zijde al vanzelf beschermd tegen de vorst. De stookkosten zullen dus wel meevallen en oleander & co komen hier ook overwinteren. Bij de oleander is het zo ongeveer hetzelfde verhaal als bij onze Mexicaanse prikkevriend. Mits niet te nat kunnen ze makkelijk enkele graden vorst aan.
Maar eerst gaan we vandaag nog genieten van de waarschijnlijk laatste 30° graden dagen van dit jaar !
Boeddha kan rustig mediterend de winter ingaan want het Oosters hoekje is afgewerkt. De bloeiende roodbladige Heuchera "Fire Chief" heeft wel iets weg van een uitslaande brand. Deze Heuchera bloeit al heel de zomer zonder ophouden. Of je hem nu in de zon, halfschaduw of schaduw zet maakt niet uit ! Hier heeft ie 's morgens zon en na de middag schaduw van het huis, dat is niet zo donker als onder de bomen en ik heb de indruk dat onze Heuchera hier tevreden mee is. De steenkorven doorbreken de groene muur van taxushaag en zijn ook accumulatieverwarming, als de zon weg is geven ze nog wat warmte af. De taxus is voor een deel recuperatie. Vorig jaar heb ik er een aantal uitgegraven en hier geplant om de muurserre te kunnen zetten. De voorbije zomer heb ik ze dikwijls extra water moeten geven want ze waren natuurlijk nog niet volledig ingeworteld en met de hitte in augustus hebben ze serieus afgezien. Daarom ogen ze wat kaal onderaan maar binnen een jaar of twee zie je daar niks meer van. In tegenstelling met andere coniferen loopt taxus wel altijd terug uit vanop kaal hout ! Ik heb elders 30 jaar geleden een totaal verwilderde taxushaag "gesnoeid" met de kettingzaag want er was anders geen doorkomen aan. Alles af tot 10cm boven de grond. Het volgend voorjaar overal groene sprietjes en bij mijn weten staat de haag er nog steeds ! Ze zeggen dat taxus 1000 jaar oud kan worden; wel ik geloof het graag !
Op de foto hieronder zie je links onderaan nog een stukje van de Japanse tempelboom "Ginkgo biloba" die overigens uit China en niet uit Japan komt. In de natuur vind je ze niet meer maar ze worden gelukkig al honderden jaren gekweekt. Deze boom is een levend fossiel, 200 miljoen jaar geleden toen dino's de aarde bevolkten waren ze al !
Asters zijn ideaal om kleur in de border te brengen vanaf begin augustus tot de eerste vorst een einde aan het spektakel maakt. Je hebt ze in allerlei kleuren en formaten. Oudere cultivars hadden regelmatig last van meeldauw maar tegenwoordig is dat veel minder het geval.
Eén van de betere soorten is "Karl Foerster', genoemd naar de bekende Duitse kweker die veel met o.a. asters en siergrassen is bezig geweest. Dit is een hoge en subtiel lichtpaarse, zeer rijkelijk bloeiende soort. Als het wat meer mag vlammen moet je maar eens naar de 2 volgende foto's kijken. Qua kleur zijn ze bijna identiek maar de eerste soort wordt 1 m hoog en de andere slechts 20cm! Voor elk wat wils dus!
Eén ding hebben ze allemaal gemeen : ze houden van zon, zon, zon !!!
O ja, nog iets ! De hoge soort is heel populair bij de zeldzame kegelbijen. Alhoewel er dus verschillende soorten asters en voorts Heliantus, Sedum, Coreopsis staan, landen die kegelbijen enkel op deze ene soort ! Waarom dat zo is blijft een geheim van moeder natuur !
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....