Net als je denkt dat de zomer voorbij is komen er nog enkele verrassingen de tuin binnengefladderd. Eén daarvan was deze oranje luzernevlinder die gisteren even langskwam. Momenteel is dit een veel gespotte trekvlinder.
Het zijn de nakomelingen van de vlinders die in de zomer hier zijn binnengekomen, maar waarschijnlijk zitten er ook exemplaren tussen uit Scandinavië en Noordoost-Europa die al weer op trektocht zijn naar het zuiden. Mogelijk dat de vlinders zich hier nog een keer voortplanten. De eitjes die nu afgezet worden op bijvoorbeeld gewone rolklaver, zullen snel uitkomen, de rups kan over een week of vier verpoppen en nog een paar weken later vlinder worden. Als het voor half november niet al te koud wordt, kunnen deze het nog redden. Serieuze vorst overleven ze niet.
Ook de atalanta en de distelvlinder die eveneens naar het zuiden trekken zijn momenteel nog goed vertegenwoordigd.
De Pelargoniums staan nog mooi in de bloei en fleuren momenteel nog steeds het terras op. Dat doen ze samen met oleander, bougainvilla en een aantal palmen. Nog een weekje en het is Allerheiligen. Momenteel is er nog geen risico op nachtvorst maar ooit gaat die er toch eens van komen. Om niet alles holderdebolder op het laatste moment naar veiliger oorden te moeten verplaatsen gaan de meeste volgend weekend de serre in. Chamaerops kan nog even buiten blijven, die kan desnoods wel een graadje vorst aan net zoals de oleander. De agaves en ander prikspul gaan ook naar binnen samen met de phormiums, cycas, boomvarens en wollemia. Die laatste is mijn grote trots en zal je niet zo snel tegenkomen in onze contreien. Deze plant is een levend fossiel uit dinosaurustijden met zijn roots "Down Under".
De vernieuwde serre staat klaar om zijn wintergasten te ontvangen. En zoals elk jaar stel ik mezelf de vraag of we de collectie niet wat zouden afbouwen. Het antwoord is steeds dubbel: nu gaan we voor afbouwen en in mei komen er steevast enkele nieuwelingen bij. Is dat nu gebrek aan karakter of een soort verslaving ?
Photinia serratifolia 'Pink Crispy' is een bladhoudende bossige heester met zeer aantrekkelijke getande bladeren aan rode steeltjes. Het blad is gemarmerd met creme/licht en donkergroene spatten. Om het nog wat vrolijker te maken zijn de nieuwe scheuten felroze gekleurd. Snoeien hoeft niet echt. Te lange scheuten snoei je best in de nazomer, dan komen er nog voor de winter nieuwe gekleurde uitlopers.
Deze planten staan liefst op een goed doorlaatbare grond in de zon of halfschaduw en ze zijn volkomen winterhard (tot -20°).
De Bougainvillea is even de draad kwijt. Na mooi gebloeid te hebben tijdens het eerste deel van de zomer vindt er momenteel een, weliswaar bescheiden, nabloei plaats. Nog even en de plant moet naar de veranda verhuizen terwijl hij nog in bloei staat. De bloemen van deze plant zijn eigenlijk botanisch gezien geen echte bloemn maar wel verkleurde schutbladeren. De echte bloemetjes vormen hierin het centrum en zijn minuscuul klein. Het maakt de plant er niet minder mooi om ! Ik overwinter de planten in de veranda bij temperaturen tussen 10-15°. Ze krijgen dan zeer spaarzaam water (eens in de 10-15 dagen). Verpotten kan best in het vroege voorjaar (maart) met gewone potgrond.
Wanneer de luchtvochtigheid te laag is kan de Bougainvillea aangetast worden door spint. Aangezien spint een hekel heeft aan vocht is het verstandig de planten af te spoelen, en vervolgens door nevelen de luchtvochtigheid te verhogen.
Vergeling van het blad tussen de nerven heeft meestal te maken met voedselgebrek (ijzertekort). Bijmesten met een meststof voor kuipplanten met extra ijzer helpt meestal wel.
Vroeger werd deze plant beschouwd als een kamerplant. Tot bleek dat deze eigenlijk veel robuuster is dan wat algemeen werd aangenomen. Dit exemplaar staat hier al zo'n 5 jaar in de volle grond, op een weliswaar beschutte plek, en is ondertussen uitgegroeid tot een struik van zo'n 2.5 m hoogte. Elk jaar komt de plant in bloei met kleine witte bloemetjes, een beetje vergelijkbaar met de bloeiwijze van klimop. En elk jaar is het een race, bloei Fatsia versus nachtvorst. De Fatsia wint elke keer ! Als het volgende week terug wat zonniger wordt zullen er honderden zweefvliegen en hommeltjes op af komen want veel andere keuze is er niet meer. De Verbena heeft het uiteindelijk opgegeven met bloeien en de herfstasters zijn ook reeds over hun hoogtepunt heen.
Er zijn een groot aantal planten die perfect bestand zijn tegen vriestemperaturen maar niet tegen onze winterse nattigheid. Daarvoor zal deze serre zonder bijkomende verwarming een toevluchtshaven moeten worden. De grotere serre achteraan de tuin wordt wel net vorstvrij gehouden om een aantal exoten te overwinteren. Chamaerops & Co, phormium en andere oleanders kunnen daar terecht.
Vermits onze nieuwe tuinkamer aan de noordzijde ligt zal daar in de winter weinig rechtstreeks zonlicht binnenvallen. Ideaal voor Bletilla, Dracunculus (drakenwortel) en andere aronskelkachtigen. Enkel in geval van extreme vorst (hoe lang is dat weeral geleden ?) zullen we hier een beetje bijstoken. Ik heb nu éénmaal slechts een budget dat wat kleiner is dan wat Bill Gates of Richard Branson kunnen spenderen !
Nog even en de herfstfinale komt eraan. Voorlopig ziet alles nog redelijk groen want de nachten zijn nog zacht van temperatuur. Da's goed want zo kan het graszaad dat ik begin vorige week ingezaaid heb nog vlotjes kiemen. Er waren nogal wat plekken verbrand in het gazon door de extreem felle zon en hitte gecombineerd met de droogte in juli en augustus. Normaal herstelt het gras zichzelf wel maar dit zou even geduurd hebben. We hebben dus een handje geholpen en de kale plekken beginnen nu terug een groen schijntje te krijgen. Zolang het boven de 10° blijft blijft het gras groeien.
En als binnenkort de nachten kouder worden begint alles te rood, bruin en geel te kleuren. Ik kijk al uit naar de herfst tooi van de Japanse esdoorns. In afwachting kan Musa ensete (rode sierbanaan) nog even buiten blijven !
't Is weer het seizoen van de paddenstoelen. Eén van de meest de meest in het oog springende is de vliegenzwam. Dat zijn de rode met witte stipjes waarin vroeger de kabouters leefden. We leerden toen ook dat we daar moesten afblijven want dat ze giftig zijn.
De toxiciteit van deze paddenstoel wordt vaak overschat, van aanraken zijn geen nadelige gevolgen te verwachten. Toch kan het opeten van een hele paddenstoel voor bijvoorbeeld een kleine hond in enkele uren fataal zijn.
De vliegenzwam is minder giftig dan veel mensen denken. Hij wordt al lang gebruikt door verschillende volken, onder andere in Lapland waar soms één vliegenzwam werd geruild tegen één rendier. De vliegenzwam heeft namelijk bedwelmende en hallucinogene effecten en werd vaak gebruikt in rituelen. Spijtig dat Lapland zo ver is, ik zou deze wel willen ruilen !
Deze "zangers" zijn normaal alleen op mooie zomerdagen te zien en te horen. Dat ze tot begin deze week nog actief waren had alles te maken met het warme weer met temperaturen tot 23° op zondag. Wist je dat stadssprinkhanen er anders uitzien dan de exemplaren op "den boeren buiten" ?
In de steden Antwerpen en Brussel hebben deze sprinkhanen langere vleugels en achterpoten en ook een minder zwaar achterlijf dan soortgenoten die buiten de steden wonen. Daardoor kunnen ze zich vlotter verplaatsen in de stadsjungle, maar deze betere mobiliteit heeft een keerzijde, namelijk een geringere vruchtbaarheid. De stedelijke omgeving met haar schaarse en versnipperde groene plekjes werkt dus als een evolutionaire filter voor deze soort.
Gisteren nog een kolibrievlinder in de tuin gespot. Nu zijn kolibrievlinders al niet echt dik gezaaid maar zo laat op het seizoen wordt het helemaal merkwaardig. De Kolibrievlinder is namelijk een exootje dat vanuit het zuiden onze kant opkomt. Bij ons zijn de winters (voorlopig) nog iets te koud om te overleven. Het mooie warme weer van de laatste dagen zorgde samen met de zuidenwind voor een opstoot in de aantallen die in Vlaanderen gezien werden. Het blijft hoe dan ook een fascinerend beestje om te bekijken met zijn tong die langer is dan het beestje zelf.
Ik hoor sommigen al denken : "duizendknoop aanplanten, ocharme daar gaat hij nog spijt van krijgen". De meesten denken bij het horen van de naam duizendknoop dan ook aan de beruchte Japanse duizendknoop die als ontsnapte invasieve exoot zelfs in staat is door asfalt heen te groeien. Onze Persicaria filiformis is weliswaar verre familie maar gedraagt zich veel beschaafder. Het is een bijzonder decoratieve duizendknoop. Het zijn echter niet de bloemen maar de decoratieve bonte bladeren die de aandacht trekken. Het blad van Persicaria filiformis is geelgroen gevlekt van kleur. De hoogte bedraagt circa 50 tot 70 cm.
Deze Persicaria bloeit met ragfijne draadachtige rose-rode bloemen, en de bloei is nu op zijn hoogtepunt (september-oktober). Het leuke aan deze plant is dat hij het in (droge) schaduw best naar zijn zin heeft en de bonte bladeren al van ver opvallen. Hij loopt weliswaar wel eens uit maar dit is best makkelijk onder controle te houden !
De serre die begin deze zomer bezoek kreeg van een boom tijdens een onweer is vervangen. Een nieuw, identiek exemplaar staat te pronken in de tuin. De elektriciteit is terug aangesloten en de elektrische verwarming staat klaar om de exoten warm te houden moest het ooit nog eens echt winter worden. In de zomer staat deze serre grotendeels leeg want ze dient hoofdzakelijk voor overwintering. Soms krijg ik de goedbedoelde opmerking "waarom zet je geen tomaten?", maar dat zou niet veel oogst opleveren want er is veel te veel schaduw op die plek.
Ik ga ze nu ook niet in het midden van het gazon zetten om meer zon te capteren! En elk nadeel heeft ook zijn voordeel. Als de zon schijnt warmt de serre niet te fel op waardoor de planten in winterrust blijven en je niet van de slappe "waterscheuten" krijgt die toch alleen maar omvallen !
Deze week was ik een alpenwatersalamander tegengekomen in een vochtig hoekje van de tuin. De bovenkant van zo'n beestje is nogal saai grijsblauw maar de onderkant ziet er heel wat kleurrijker uit ! Ik dacht eerst even dat het diertje dood was maar 10 minuten later was ie weggewandeld, er zat dus toch nog leven in!
't Is amper een tiental weken geleden, maar het lijkt alweer een eeuwigheid sinds de Agapanthus in bloei stond. Die is ondertussen al lang uitgebloeid maar de Osteospermum en de Dahlia's hebben het nog niet opgegeven, die gaan nog even door tot de eerste nachtvorst.
Soms zie je in de tuin een insect dat je niet zo direct op naam kan brengen, ondanks alle moderne hulpmiddelen zoals fotoherkenningssoftware (is dat geen 20+ letterwoord ?). Uiteindelijk kom je dan meestal toch wel op iets uit, zoals in dit geval.
De grote langlijf is een kleine zweefvlieg met een lang, slank achterlijf dat zwart met gele banden of vlekkenparen is. In rust steekt het achterlijf een stuk onder de vleugels uit. De soort is vooral in de kruidvegetatie en op bloemen te vinden. De larven zijn voor ons best nuttig want ze jagen op bladluizen. Ze komen regelmatig in tuinen voor.
Gisteren, tijdens het opruimen van enkele lege plastiekzakken van potgrond kwam daar van onder ineens een bruine kikker tevoorschijn. Het beestje was niet echt blij dat ik de rust kwam verstoren ! In tegenstelling met groene kikkers die bijna heel hun leven in, of net naast, het water doorbrengen gaat onze bruine vriend enkel tijdens de paartijd naar de vijver. De rest van het jaar zit hij (zij) op het land, weliswaar op vochtige plekjes om niet uit te drogen. Ik zou wel eens willen weten waar deze zat toen het 40° en kurkdroog was einde juli !
Deze grote groene sabelsprinkhaan zat te overwegen of de Trachycarpus nu een lekker hapje was of niet. Het zijn alleseters, zowel bloemknoppen als andere insecten staan op het menu. Deze had ik al gehoord voor ik hem gezien had. Even later vond ik er nog eentje in de Miscantus maar die wou niet mee op de foto.
Als alle andere planten zowat op hun retour zijn begint deze Hebe eraan. De mooie purperen bloeiwijzen blijven mooi tot de vorst er een einde aan maakt. Het struikje zelf is ook niet helemaal vorstvrij. Tot voor enkele jaren moest je er niet aan denken ze in volle grond te overwinteren. De laatste jaren lukt dit steeds beter. Ik plaats er een plastieken kuip omgekeerd bovenop als de temperatuur lager dan -4 of-5° gaat. Van zodra er terug een vorstvrije periode is gaat de kuip er af want het struikje moet licht hebben (is wintergroen). Ze zijn afkomstig uit Nieuw-Zeeland.
Vlindertje van het jaar op Bernerhof was dit jaar ongetwijfeld het scheefbloemwitje. Tot 2 jaar geleden een nobele onbekende. vorig jaar. Vorig jaar dook dit beestje voor de eerste keer op in Bernerhof. Dit jaar kwamen ze zo'n 30 keren op de foto, vermoedelijk waren ze er dus nog veel frequenter. Dit is een mooi voorbeeld van hoe een vlindertje jaar na jaar naar het noorden opschuift om zijn leefgebied te vergroten! Ze doen het goed in ondertussen meerdere provincies in België (Antw/ Vl. Brab/ Lim) en ze steken nu ook al de Schelde over richting O-Vlaanderen. In Nederland zijn ze ook reeds uitgezwermd van Limburg naar Gelderland. Nog steeds niet overtuigd dat er iets aan de hand is meneer Trump ?
Volgend weekend wordt voor de nacht van zondag op maandag een minimumtemperatuur van 1 of 2° in de Kempen voorspeld. M.a.w. kans op nachtvorst aan de grond op open plekken. Tijd om de driehoekspalm die uit tropisch Madagascar komt naar veiliger oorden te verhuizen! Deze zal de volgende 5-6 maanden de inkomhal mogen opfleuren. De rest van de exotische collectie kan nog even blijven staan, Chamaerops en Co kunnen wel een graadje minus overleven en de rest heeft beschutting van een eikenboomdie nog in blad staat en fungeert als dekentje. Dat boomeffect is niet te onderschatten en de temperatuursverschillen tussen open plekken en beschutte plaatsen kan makkelijk oplopen tot 2° of meer!
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....