Op 27 augustus 1982 werd de nieuwe vleugel van het museum in gebruik genomen, (ondertussen is er weer een nieuw deel toegevoegd) met op de hoek van de Balstraat en de Rolweg de museumherberg de "Zwarte Kat". De heropening vond plaats op 29 april 1989. Voor de achterkant van het gebouw werd gekozen voor een vergroting door toevoeging van een galerij in glas. In de galerij leidt een trap naar de tentoonstellingruimte op het eerste verdiep.
In de Franse periode werd de Balstraat vertaald in rue de la Balle en die werd officieel aanvaard. De naam Balstraat komt van de naam Balc. In de archieven is er in 1298, 1398, 1427 en in 1543 sprake van Balcstraete. Balstraat komt in 1559 voor het eerst voor in de archieven. De huidige naam Balstraat is in feite een vervorming van de oorspronkelijke benaming Balcstraet.
Het Stedelijk Museum voor Volkskunde werd ingehuldigd op 29 juni 1973 en vond een passend onderkomen in de "Schoenmakersrente", de godshuizen van de schoenmakersknechten in de Balstraat. De inhuldiging werd bijgewoond door Achille Van Acker, minister van staat. Het gebouw daterend uit de 17de-eeuw, bestaat uit acht eenkamerwoningen, waarvan er twee zijn voorzien van puntgevels, terwijl de andere dakkapellen vertonen. Het is beschermd als monument.
De rijven van Sint-Donaas en Sint-Basilius worden door priesters gedragen, voorafgegaan door de misdienaars met kruis en kaarsen. Op de achtergrond de Rijkswacht te paard.