In de Middeleeuwen werd op 6 december door scholieren het Nicolaasfeest gevierd. Een jongen wordt tot bisschop gekozen . Hij werd bij gestaan door zwart gemaakte jongens en zij kregen voedsel en geschenken. Ook kregen scholieren soms van een welgestelde heer een vrije dag en geld om het Nicolaas feest te vieren. Later ging men ook arme kinderen trakteren. Zo ontstond een volksfeest, waarin de schoen of klomp als vindplaats van geschenken een rol ging spelen. Op de avond voor 6 december werden vooral voor de kleinsten geschenken en lekkers bij de schoorsteen gelegd. In de 17e eeuw werd Nicolaas meer een onzichtbare kindervriend, opvoeder en huwelijksmakelaar. Tot 1845 werd er wel over Sinterklaas gesproken en gezongen. Hij trad niet in het openbaar of huiselijke kring op. Ook gaf hij aan stoute kinderen de roe. Van Zwarte Piet was nog geen sprake! Pas na 1845 verschijnt sinterklaas in het openbaar, gekleed als bisschop. Langzaam zal Zwarte Piet zich naast de Sint te voegen; in de praktijk en in boeken. Hij heeft de rol van bestraffer en boeman. De roe neemt een heel bijzondere plaats in. In de middeleeuwen was de roe een strafwerktuig, maar een roe kun je ook zien als symbool van vruchtbaarheid. De kinderen die de roe kregen, waren eigenlijk te oud voor het Sinterklaasfeest, dus vruchtbaar.
|