Wetboek van bestuurxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Als ze vriendelijk zijn en aardig noemen we ze flauwerikken
Als ze keihard en zakelijk zijn heten ze dictators
Als ze ernstig zijn het zuurpruimen
Als ze hard werken zijn het uitslovers
Als ze weinig uitvoeren zijn ze waardeloos
Als ze jong zijn hebben ze geen ervaring en weten ze niets
Als ze oud zijn weten ze het altijd beter
Als ze met iedereen een praatje maken zijn het kletsmeijers
Als ze niet praten zijn ze verwaand en lopen naast hun schoenen
Als ze met iedereen trachten op te schieten zijn het allemans vriendjes
Als ze zich alleen met bepaalde groepen bemoeien doen ze aan vriendjes politiek
Als ze aan iedereen een inbreng gunnen zijn ze laf en bang
Als ze van iedereen belangstelling eisen zijn het doordrijvers
Als ze niets doen zijn ze voor hun taak als bestuurslid niet geschikt
Als ze hun ogen de kost geven lopen ze te spioneren
Als ze wat door de vingers zien zijn ze stekeblind
Als ze ons in het werk betrekken zijn ze te lui om het zelf te doen
Als ze het niet doen zijn het baantjes jagers en bang voor concurentie
CONCLUSIE
Een bestuurslid moet zo wijs zijn als Salomo
zo geduldig als Job zo sluw als een vos
zo moedig als een leeuw
zo dikhuidig als een olifant buigzaam als riet
Machtig als een eik en gevoelig als kruidje roer me niet
Bovendien moet hij nog kunnen praten als Brugman
zwijgen als het graf en werken als een paard
Veel succes met dit werk
|