Weer sloeg de Sint een bladzij om, En toen hij hier de naam ging lezen Een tinteling in zijn ogenglom: Dan moet-zei hij- die kwikstaart wezen.
TECLA OCTAVIA hij las, Haar dartelheid is niet te stelpen. Zij zit pas in de kleuterklas, Maar ja, dat kan zij ook niet helpen.
Als zij daar braaf haar versje leert En vouwt ²kapiertjes² tot figuren Dan gaat het met haar wel gesmeerd Die kakschool zal zo lang niet duren.
Zij gaat dan naar de grote school, Daar leert ons Dropoogje dan lezen Nou, dat is heus geen apekool, Dan moet zij TECLA PRIMA wezen!
Zij staat nog aan het pril begin Van wat er uit kan ontbloeien. Sint hoopt, dat zij naar moeders zin In vaders geest flink op mag groeien.
Maar Tecla denkt: zeur niet zo veel! Zij zit maar naar die zak te kijken. Kom Piet, geef haar haar kinderdeel, `t Is feest, de rest zal later blijken.
|