Ik ben Hellemans Karl, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cladonia.
Ik ben een man en woon in Schilde () en mijn beroep is Zoeken naar verwondering.
Ik ben geboren op 19/05/1938 en ben nu dus 86 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zie link naar Natuurgidsen Schilde.
Natuur
en natuurbeleven
14-07-2011
Karper
Er zijn soms toch vissen te ontdekken in onze waterlopen, zelfs een rode karperachtige dachten we. In de "Molenbeek" in Kessel was hij te zien samen met nog donker gekleurde karpers. Een maand later zagen we ook zo'n rood exemplaar in de anti-tankgracht te Schilde! Verrassend!In "bijlage" een donker exemplaar.
De "Grote ratelaar" (Rhinanthus angustifolius) is een tamelijk zeldzame plant die een "half-parasitaire" relatie lijkt te hebben met grassen. Hij heeft groene bladeren waarmee hij wel aan fotosythese doet maar lijkt zijn voedingsstoffen en water aan de wortels van grassen te onttrekken. Bijzonder is ook dat de tanden aan de bovenlip +/- 2 mm lang zijn en wat langer dan breed. Zij hebben ook een paarse of lila kleur. Even op de foto klikken om te vergroten, dan is dit wel merkbaar. Ook in de foto in "bijlage" waar we één bloem afzonderlijk namen is dit goed te zien. Even op die "bijlage" klikken.
De "Weidekringzwam" (Marasmius orealis) is ook nu in volle zomer te vinden in graslanden. Hij is zoals hier te zien: lederkleurig-geel tot okerbruin. (Even klikken op de foto om te vergroten). Na drogen kan hij echter ook wit worden! Meestal is er ook een middenbult. De steel is taai en witachtig tot okerbruin. Zoals de naam ook aangeeft kan hij in "heksenkring" groeien. Hij zou ook eetbaar zijn, vooral geschikt in soepen maar men raadt wel aan alleen de hoeden te gebruiken , de steel is zeer taai! In "bijlage" nog een opname met bovenzicht.
De "Spikkelsteelveldridderzwam" ( Melanoleuca verrucipes) wordt al vrij zeldzaam aangeduid. Hij groeit vooral op houtsnippers en is wel te herkennen aan de zwartbruine schubjes op de steel die een witte achtergrond hebben. De hoed kan tot een 11 cm groot worden en is wat verdiept. Een bovenzicht van de hoed vindt u in "bijlage". (Even op "bijlage" klikken).
Deze "Rozekever" (Phyllopertha horticola) bevond zich juist in het midden van een bloem van de Rimpelroos (Roza rugosa). Zij zijn te vinden op allerlei bomen en struiken maar dus ook op roze-struiken als Hondsroos en Rimpelroos. De larve zou zich te goed doen aan graswortels!Hierbij nog een opname in "bijlage" waar de kever te situeren is op de Rimpelroos waar we hem aantroffen. Op deze foto even klikken om te vergroten en op "bijlage" om de andere foto te zien.
De "Koninginnepage" (Papilia machaon) is niet zo zeldzaam maar men komt hem toch niet veel tegen. Het moet ook nog wat koud zijn anders vliegt hij ook onmiddellijk op als men hem wil benaderen. De soort brengt wel twee en onder gunstige omstandigheden wel drie generaties voort op één seizoen! Zij komen op verschillende soorten schermbloemigen voor zoals: Kleine bevernel, Venkel, Pastinaak, Peen,en Melkeppe. Het is wel een van onze prachtigste vlinders. In "Bijlage" nog een opname.(Even op klikken).
Nog een mooie "roest" op de onderzijde van het blad van de Moeraspirea de "Moerasspirearoest" (Triphragmium ulmaniae). Het lijkt wat op de hier onderstaande "Eglantierroest" toch is het een verschillende gezien het een andere waardplant is, onderzoek heeft dit vastgesteld. Hij lijkt in zijn verder fasen nog een gele en een zwartbruine fase te doorlopen. Het blijven ingewikkelde verschijningsvormen! (Even kliken op de foto om te vergroten).
Nog een "roest" nl. een "Eglantierroest" (Phragmidium tuberculatum) ditmaal op "Hondsroos". Daar ze van de rozenfamilie zijn heeft blijkbaar deze roest de naam "Eglantierroest" gekregen. Deze roest is dus ook een tussenfase in zijn ingewikkelde ontwikkeling als schimmel. Ook weer zeer mooi om te ontdekken!
Op "Ridderzuring" komt er een "roest" (een parasitaire schimmel) die de naam krijgt van zijn waardplant, dus is dit de "Zuringroest" (Uromyces). De "roesten" kunnen tot 5 verschillende ontwikkelingfase hebben op 1 of 2 waardplanten. Het zijn dus ingewikkelde verschijnselen, maar ze kunnen toch zeer mooi zijn. Hier zien we een rode vlek aan de onderzijde met kratervormige voortplantingslichamen. Aan de bovenzijde van het blad zien we alleen rode vlekken. Een foto van de bovenzijde van het blad in "bijlage". (Ook even op "bijlage" klikken)
De "Kleine zonnedauw" (Drosera intermedia) behoort tot de bij ons enige familie van kruidachtige, overblijvende , insectenetende planten: "zonnedauwfamilie". Het plantje is niet hoger dan 10 cm. De bladschijf die langwerpig is , is niet langer dan 1 cm. Het vangt met zijn kleverige kliertjes de insecten om aan de nodige stikstof te komen bij zijn groei. Het is dan ook te vinden in stikstofarme groeiplaatsen, als pionier, op natte kale heide- en veengronden. In België vrij zeldzaam! Hier zien we vooral één bladje (even op klikken om te vergroten) En in "bijlage" nog een opname van het gehele plantje.
"Sluipwespen" zijn mooie insecten als men ze van dichtbij kan opnemen. Het zijn echter parasitaire insecten die hun eitjes in één of andere gastheer inbrengen. Deze gastheer blijft in leven tot de larven volgroeid zijn en worden tenslotte gedood. Het determineren van deze sluipwespen is echter moeilijk. In "bijlage" nog een opname van deze speciale insecten.! (Even op klikken).
Op "Bijvoet" worden de bladeren nogal eens aangetast door de "Gewone bijvoetluis" (Cryptosiphum artemisiae). De aangetaste bladeren worden zo tot klompen verenigd en zijn wat rood, geel enpaars gekleurd. In dat "kluwen" zal de "Gewone bladvoetluis" haar kroost tot ontwikkeling laten komen. (Even klikken op foto om te vergroten).
"Hondsdrafbesjesgalwesp" is een lange naam en wordt veroorzaakt door een galwesp "Liposthenes glechomae" . Op de bladeren van hondsdraf ontstaan meer ovale gallen van 5 tot 15 cm in diameter. De oppervlakte is groen of roodachtig (zoals hier) en behaard. Binnin liggen enkele ronde galkamers die door een dunne harde steencellenwand omgeven zijn. Hier worden nieuwe galwespen geboren...(Even op de foto klikken om te vergroten.)
De "Grote maagdenpalm" (Vinca major) is ook een vooral gekweekte sierplant zoals de Kleine maagdenpalm maar heeft gesteelde bladen en de bloemen zijn groter een 4 à 5 cm! De kroonbladeren zijn ook smaller. Zoals hier te zien is. Hier hebben we dus ook weer een "verwildert" exemplaar dat uit een tuin "ontsnapt" is. Wel even klikken op de foto om te vergroten!
De "Kleine maagdenpalm" (Vinca minor) is een altijd groenblijvende halfheester met kruipende niet-bloeiende stengels en rechtopstaande bloeiende stengels. De bloemen zijn blauwpaars (soms ook wit) en tot 3 cm in doorsnede. Hij werd vooral als sierplant gekweekt een goede bodembedekker maar is ook verwildert en zo ook wat "ingeburgerd"!
Het is nu de tijd van de " Gewone pinksterbloem" (Cardamine pratensis) die men in vochtige weiden kan tegenkomen; Het "Oranjetipje" is een vlindersoort die daar sterk mee verbonden is en nu ook waar te nemen is. De bloemen zijn lila of paars en en wat geaderd. Hier hebben we één bloemetje van wat dichterbij opgenomen waar we ook de gele stuifmeelkorrels kunnen waarnemen van dit bloemetje. In "bijlage" een opname van de volledige pinksterbloem.
Veenmossen zijn wat apart. In hoogvenen nemen zij een belangrijke plaats in. Veenmossen groeiensteeds door ,door de vorming van steeds nieuwe takbundels bovenaan. Onderaan zullen de oudere stengels afsterven. De afbraak van dit materiaal gebeurt zeer traag omdat het in een permanent zuuren nat milieu gebeurt. Zij nemen voedingsstoffen op en staan zuren af. Veenvorming geschiedt dus zeer traag. Dit is nu het "Gewimperd veenmos" (Sphagnum fimbriatum) te herkennen aan de takblaadjes die "gewimperd"zijn. Hier zo niet te zien natuurlijk. Wat we wel zien zijn de speciale kapsels (sporendoosjes) van dit veenmos. We zien er gesloten vormen en ook reeds open vormen die hun sporen hebben losgelaten. Wel prachtig als men deze op het goede moment kan aantreffen! Ook in "bijlage" nog een beeld hiervan. Op "bijlage" klikken en op deze foto ook om te vergroten.
Een eigenaardigheid is ook het verschijnen van de Tepelgal aan de onderzijde van de Platte tonderzwam(Ganoderma lipsiense) ! Het zijn ongeveer 1 cm lange tonvormige gallen die kurkachtig tot houtig aanvoelen. Aan de onderzijde hebben deze ook een 1 tot 3 mm wijde opening. Bij uitzondering komen die gallen ook op de hoed voor. Iedere gal bevat een larve van de Tonderzwambreedvoetvlieg(Agathomia wankowiczii). Het is dus een soort "breedvoetvlieg" die deze tepelgal teweegbrengt! Hier ziet u een detailopname (toch even op de foto klikken om te vergroten). In "bijlage" nog een algemenere foto van de onderzijde van de Platte tonderzwam.
Op de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) kan er op de bloem en vruchtvorming een schimmel parasiteren de "Traphrina padi" een vogelkersschimmel die een speciale vervorming teweegbrengt. In het Duits wordt dit "Narrentaschen" genoemd wat we vertalen in "Narrentasjes". Vooral rechts zien we een omgekruld randje van blaadjes in een cirkeltje en middenin komt er een gekruld stengeltje tevoorschijn. Dit geheel wordt aanzien als een "Narrentasje", wel iets apart! (Even klikken op de foto om te vergroten).
Het "Zandhaarmos" (Polytrychum juniperum) is een mos van heiden- en randen van zandverstuivingen. Het kan dus tegen droge omstandigheden al kan het ook tegen natte situaties. Het groeit in zoden die bestaan uit onvertakte planten die een een roodbruine stengel hebben. Ook de kapselstelen zijn rood aangelopen. Hier lijken ze stillaan uit te lopen. Wel een mooi contrast tussen het groen en rode stengels. Het zandhaarmos heeft ook ongetande randen die andere haarmossen juist wel hebben maar daarvoor moet men wel met een loep kunnen kijken. (Even op de foto klikken om te vergroten).