De Schreeuw
Edvard Munch (1863-1944) werd geboren in Loten op 12 december 1863. De kunstenaar kreeg zijn opleiding in Oslo.
In 1885 vertrok hij naar Parijs, waar hij onder meer de kunstenaars Henri Toulouse-Lautrec, Paul Gauguin en Vincent van Gogh leerde kennen. Bij Léon Bonnat volgde hij een enkele maanden durende cursus figuurschilderen. Munch begon te experimenteren met de steendruk en de ets. Ondertussen was hij een internationaal bekend zijnde kunstenaar geworden. In 1897 toonde hij zijn bekende "Frieze of Life" tijdens de Salon des Indépendants (Tentoonstelling van Onafhankelijken) in Parijs.
De schreeuw Edvard Munch reisde veel door Duitsland, Frankrijk en Italië. In 1909 keerde hij terug naar Noorwegen en begon te werken aan de muurschilderingen voor de aula van de universiteit van Oslo.
Zijn bekendste werk "De schreeuw" schilderde Munch in 1893. Op de achtergrond van het schilderij is de silhouet van de stad Oslo zichtbaar, terwijl op de voorgrond een figuur de handen voor de mond zet en schreeuwt. Van het thema "De schreeuw" bestaan verschillende versies. Schilderijen en grafiek De schilderijen en grafiek van Munch waren vaak gebaseerd op persoonlijke obsessies en verdriet en waren belangrijk voor de ontwikkeling van het expressionisme.
Edvard Munch overleed in Oslo op 23 januari 1944. Latere leven Munch bleef niet alleen in de schilderkunst actief: nadat hij in 1894 begon te etsen, maakte hij ook nog lithografieën en houtsneden, als graficus had Munch grote betekenis. Zijn schilderijen zijn vaak summier van uitvoering, en in zijn etsen (waarmee hij begon in 1894), lithografieën en houtsneden (eerste in 1895) zijn de fijnste nuances te onderscheiden, bijvoorbeeld in de portretten.
Het graf van Munch in Oslo
In de winter van 1908/1909 kreeg hij een zenuwinzinking en werd hij opgenomen in een rusthuis te Kopenhagen. Het jaar daarop hervatte hij zijn werk en vestigde hij zich in Noorwegen. Het omvangrijke oeuvre dat in deze tweede fase van zijn kunstenaarsbestaan ontstond, mist over het algemeen de intensiteit van zijn vroegere werk. De uitbeelding van persoonlijke wanhoop maakte plaats voor optimistischere en algemenere onderwerpen: landschappen, arbeiders en kinderen. Typerend voor zijn veranderde instelling zijn de grote muurschilderingen voor de aula van de universiteit van Oslo (1916). In 1916 kocht hij een huis te Ekely, nabij Oslo, waar hij de rest van zijn leven is blijven wonen.
In 1937 worden de schilderijen van Munch door de nationaal-socialisten als 'entartete Kunst' beschouwd en er worden 82 van zijn werken in beslag genomen.
Munch stierf in 1944 in Ekely, op 80-jarige leeftijd.
|