De manoel heeft een brede, ronde kop met kleine afgeronde oren, die ver uit elkaar staan. De ogen staan bijna recht naar voren. De poten zijn kort. De lange vacht is oranjeachtig zilvergrijs van kleur. Door de lange haren lijkt de manoel dikker en ronder te zijn dan andere kleine katten. Het gezicht heeft zwarte en witte markeringen, en het voorhoofd is gevlekt. De vacht op de onderzijde is langer en lichter grijs van kleur. Ook de voetzolen zijn behaard. De relatief korte, dikke staart heeft smalle, donkere ringen en een zwart puntje. De bovenzijde van de staart is zwart, de onderzijde meer bruin. Hij wordt 50 tot 65centimeter lang, met een staart van 21 tot 31 centimeter en een gewicht van 2,5 tot 5 kilogram.De manoel komt voornamelijk voor van Iran, Baluchistan en het oostelijke Kapische Zeegebied tot West-China, Tibet en Mongolië. In Mongolië is hij het algemeenst.
Woont in het onderste deel van Zuid-Amerika, kan verschillende kleuren hebben, maar is altijd prachtig getekend. Hij leeft het liefst op rotsachtig terrein met verspreid voorkomende boomgroepen. Het is een uitstekende klimmer die vaak in bomen slaapt en jaagt vanaf een tak. Maar ze kunnen ook prima jagen op de grond of in het water. Hij jaagt op kikkers, vissen, hagedissen, vogels, kleine knaagdieren en hazen. Afmeting: 45-70 cm, staart 25-35 cm.
Deze kat is nauw verwant aan onze huiskat waar hij grote gelijkenis mee vertoont maar is een stuk groter en forser gebouwd. Op zijn lichaam heeft hij zwarte of grijze verticale strepen en een lange volle beharing. De staart is volbehaard en stomp en heeft 3 a 4 donkere ringen en een donker uiteinde.
De Viskat is olijfbruin en heeft groene ogen. Hij leeft in India, Sumatra en Java. De vacht komt overeen met de Bengaalse tijger. Hij is sterk aan het water gebonden. Klimmen is niet zijn sterkste punt, maar zwemmen kan hij als de beste. De prooi bestaat uit kleine zoogdieren, vogels, kikkers, krabben en insecten. Het is echter de vraag of hij wel echt op vis jaagt. Afmeting: 75-85 cm, staart 25-30 cm
Dit is een ondersoort van de wilde kat, die ook wel Nubische kat of Lybische kat genoemd wordt. Men gaat er vanuit dat deze kat de voorouder is van onze huiskatten. Hij leeft op de steppen en de savannen van Afrika.Gele katten zijn slank van bouw en de staart is spits. Het rugdek is altijd donkerder dan de rest van de vacht. Gele katten bewonen savannen, steppen en gebieden met veel struikgewas. Ze komen niet voor in woestijnen en regenwouden.
Resten van wat mijn baasje eet is heel slecht voor me. Ook mag ik geen schoteltjes melk en geweekt brood hebben. Mijn baasje kan mij het beste blikvoor voor katten en brokjes geven. Als ik dorst heb drink ik gewoon water. Toen ik klein was at ik wel drie keer per dag en nu ik een volwassen kat ben heb genoeg aan 1 a 2 keer per dag. Ook eet ik graag brokjes want dat is goed voor mijn gebit. Mijn tanden worden immers niet gepoetst.
Castratie: Bij de kater het weghalen van de ballen en bij de poes het weghalen van de eierstokken en de baarmoeder. De kat wordt onvruchtbaar. Sterilisatie: is het afbinden van de zaadleiders en de eileiders. De kat blijft hetzelfde paargedrag vertonen maar er komen geen nakomelingen.
Hoeveel zwerfkatten er in Nederland zijn, is moeilijk te zeggen. Het zijn meestal verwilderde huiskatten, die leven op straat of op het platteland. Ze leven op plekken waar voedsel te vinden is: bij campings, restaurants, zieken-huizen, grote supermarkten enzovoort. Ze komen daar andere zwerfkatten tegen en al snel vormen ze een groep. Deze groep kan behoorlijk veel overlast veroorzaken. Ze krijsen, janken, sproeien en dragen voor de mens besmettelijke ziekten met zich mee. Ook veroorzaken ze rotzooi door bijvoorbeeld vuilniszakken open te scheuren. Ze planten zich explosief voort, wat het probleem alleen nog maar groter maakt.
De meest ideale kattenbak is groot zodat de kat zich gemakkelijk kan omdraaien en goede plek kan zoeken in het kattengrit. Hij moet overdekt zijn en een geur filter hebben. Hij moet een hoge rand hebben. Een hoge rand is prettig omdat sommige poezen en katers de gewoonte hebben om tegen de rand te plassen in plaats van om het grit.
Het schoonmaken van de kattenbak hangt af van welk kattenbakvulling u gebruikt. Bleekmiddel is voor de kattenbak geschikt omdat katten de neiging hebben te gaan plassen waar bleekwater is gebruikt. Vermijdt schoonmaakmiddelen met citroengeur want daar heeft de kat hekel aan en is de kans groot dat hij een andere plek gaat kiezen.
Er wordt gezegd dat een kat op 17 verschillende manieren kan miauwen, spinnen en blazen. We weten niet precies hoe een kat spint, maar het geluid wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat membramen dicht bij de stembanden bij het in- en uitademen in trilling worden gebracht. Sommige katten 'praten' meer dan andere: de Siamees staat erom bekend praatgraag te zijn. Als een kat een prooi ziet waar hij niet bij kan, dan klappert hij met zijn tanden. Een kat met zijn pootjes onder zijn lichaam getrokken en met zijn ogen half dicht, voelt zich tevreden en op zijn gemak. Een kat die zich met zijn oren naar achteren, zijn bek open en vernauwde pupillen plat tegen de grond gedrukt, is kwaad en wil vechten. Een kat die zich wil verdedigen, keert de zijkant van zijn lijf naar zijn aanvaller, de haren op zijn staart en lichaam staan recht overeind, zijn oren liggen plat en zijn pupillen zijn verwijd.
In de middeleeuwen dacht men dat de zwarte kat de metgezel was van een heks. Men zei dat de kat na 7 jaar trouwe dienst in een heks kon veranderen. Dus als je op je pad een zwarte kat tegen kwam bracht dat ongeluk want het kon weleens een heks zijn met slechte plannen.
Als katten muizen, mauwen ze niet; mensen die eten, praten niet. Als een kat om de hete brij lopen; geen besluit kunnen nemen. Als kat en hond leven; veel ruzie maken. Dat kost kat en kogel; heel duur zijn. De kat bij de melk zetten; iemand uitdagen. De kat op het spek binden; iemand in de verleiding brengen. De kat de bel aanbinden; men komt bedrogen uit. De kat uit de boom kijken; afwachten. De kat zit in de gordijnen; er is ruzie. Dat is niet van de poes; dat is niet makkelijk. Een kat een kat noemen; duidelijke taal spreken. Een kat heeft negen levens/een kat met zeven levens; veerkrachtig zijn. Een kat in de zak kopen; men komt bedrogen uit. Een vogeltje voor de kat zijn; opgegeven zijn. Zo vals zingen als een kat; heel vals zingen. Vogeltjes die vroeg zingen zijn voor de poes; wie vroeg geniet, komt er bekaaid vanaf. Voor de poes zijn; verloren zijn. Een anker achter de kat werpen; het zeemansleven vaarwel zeggen (men heeft genoeg verdiend). Hij/zij heeft een kat op het anker gezet; hij/zij kan leven van het verdiende geld. De kat in het donker knijpen; iets stiekem doen. De kat ligt erop; een voorteken dat het steeds verkeerd gaat. De kat komt een graatje toe; ook aan hem die weinig heeft bijgedragen komt iets toe. Nu komt de kat op het koord; nu komt het probleem. Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer; iets doen om er voordeel uit te halen. Zich als een kat in een vreemd pakhuis voelen; zich niet op z'n gemak voelen. Het maakt niet uit of je door de hond of de kat gebeten wordt; alle kwaad is kwaad. Hij meent dat keizers kat zijn nicht is; doen alsof men belangrijk is. Zij is niet voor de poes; zij is niet gemakkelijk. Een kat met fluwelen pootjes vangt geen muizen (Middeleeuws spreekwoord).
De manoel heeft een brede, ronde kop met kleine afgeronde oren, die ver uit elkaar staan. De ogen staan bijna recht naar voren. De poten zijn kort. De lange vacht is oranjeachtig zilvergrijs van kleur. Door de lange haren lijkt de manoel dikker en ronder te zijn dan andere kleine katten. Het gezicht heeft zwarte en witte markeringen, en het voorhoofd is gevlekt. De vacht op de onderzijde is langer en lichter grijs van kleur. Ook de voetzolen zijn behaard. De relatief korte, dikke staart heeft smalle, donkere ringen en een zwart puntje. De bovenzijde van de staart is zwart, de onderzijde meer bruin. Hij wordt 50 tot 65centimeter lang, met een staart van 21 tot 31 centimeter en een gewicht van 2,5 tot 5 kilogram.De manoel komt voornamelijk voor van Iran, Baluchistan en het oostelijke Kapische Zeegebied tot West-China, Tibet en Mongolië. In Mongolië is hij het algemeenst.
Woont in het onderste deel van Zuid-Amerika, kan verschillende kleuren hebben, maar is altijd prachtig getekend. Hij leeft het liefst op rotsachtig terrein met verspreid voorkomende boomgroepen. Het is een uitstekende klimmer die vaak in bomen slaapt en jaagt vanaf een tak. Maar ze kunnen ook prima jagen op de grond of in het water. 
De Viskat is olijfbruin en heeft groene ogen. Hij leeft in India, Sumatra en Java. De vacht komt overeen met de Bengaalse tijger. Hij is sterk aan het water gebonden. Klimmen is niet zijn sterkste punt, maar zwemmen kan hij als de beste. De prooi bestaat uit kleine zoogdieren, vogels, kikkers, krabben en insecten. Het is echter de vraag of hij wel echt op vis jaagt.
Als katten muizen, mauwen ze niet; mensen die eten, praten niet.
