Dit werk bevat enkel onze stam met de familienaam CAERS en afstammelingen ervan. De totnogtoe oudste voorouders stammen uit de 16° eeuw. Hun eerste geregistreerde kind werd gedoopt te GEEL op 13/09/1601, parochieregister Sint Amands.
Van de 16de tot de 19de eeuw verblijft de familie grotendeels binnen de gemeente GEEL, onder andere in gehuchten POIEL, ELSUM, LARUM, BEL, WINKELOMHEIDE en KIEVERMONT. Uit de Schepenakten, Volkstellingen en Notariële akten blijkt de familie in geen opzichten bekend. Wij zijn, zoals de meeste mensen uit die tijd, van boeren afkomst. De invoering van de Burgerlijke Stand in 1798 vergemakkelijkt het opzoekwerk aanzienlijk. Van voor die tijd bestaan alleen de kerkelijke registers van doop, huwelijk en overlijden, meestal een korte, in Latijn, geschreven tekst zonder veel meerwaarde aan informatie.
·In deze familiestamboom is de geboorte datum van voor 1798 de datum waarop het kind gedoopt werd. De informatieve waarde van een doopsel van voor 1798 bestaat uit:
a.De parochie waar het doopstel plaats had
b.Datum van het doopsel
c.De voor- en familienaam van het kind
d.De voornaam van de vader
e.De voor- en familienaam van de moeder
f.In de meeste gevallen de naam van de doopheffers
g.In sommige akten, de naam van de priester
·De informatieve waarde bij een huwelijk van voor 1798 bestaat uit:
a.De parochie waar het huwelijk plaats had
b.De datum van het huwelijk
c.De namen van het bruidspaar
d.De plaats van herkomst van de bruid of bruidegom, niet altijd
e.In de meeste gevallen de namen van de getuigen.
f.In sommige akten, de naam van de priester
·De informatieve waarde van een begrafenis van voor 1798 bestaat uit:
a.De datum waarop de uitvaart plaats had
b.De voor- en familienaam van de overledene.
Door de beschikbare gegevens te toetsen aan Volksstellingen, Schepenakten en Notariële akten kan men een afstammingslijn beginnen uit tekenen. Een van de moeilijkheden daarbij is dat sommige priesters de familienaam of verkort of fonetische neerschreven. Een voorbeeld uit de eerste helft van de 17de eeuw daarvan is HAGENBRECHTS, wordt HAGENBRECKX, of verkort HAGEN, of HAGENBORD en HAGEBERGHS, en toch is dit de familienaam van een en dezelfde moeder. Bij vaders was het niet anders. Daarvan de reden dat kinderen binnen een en hetzelfde gezin verschilde van familienaam. Dat was niet alleen het geval met de familienaam, ook de voornaam kon verschillen. Joannes, Yan of Jan, Petrus of Petri, Georgius, Gorgy of Georgy zijn frappante voorbeelden. Guilielmus en Wilhelmus zijn voor die tijd synoniemen. Van de 16de tot de 20ste eeuw hadden de meeste mannen een bijnaam. Een mooi voorbeeld daarvan is Joannes CAERS ° 06/08/1630, alias TOBBE. In latere akten schrijft de notaris gewoon TOBBE.
De volkstelling van 1694, bericht 109, vermeldt een van onze voorouders: Jan CAERS X Geertruyt AELAERTS, syn vrouwe, Peeter, synen soone, Digna VERMEULEN, syn meysen (dienstmeid). Petrus (officieel) CAERS is enig kind. Hij werd geboren te GEEL, 13/05/1677. De peter en meter van Petrus zijn Petrus AELAERTS en Margaretha VOORTS. Waardoor het quasi voor honderd procent zeker is dat Petrus de kleinzoon is van Joannes CAERS X Elisabetha VOORTS. Dit koppel trouwt te GEEL op 07/02/1634. De peter van hun 2° kind is Wilhelmus CAERS. Opdat voor die tijd de rangorde van het meter- en peterschap belangrijk was, is het vrijwel zeker dat Joannes, de kleinzoon is van Wilhelmus CAERS X Elisabetha VAN DONINCK.
Mijn eerste invulling van generatie XIII STAM-BETOVERGROOTOUDERS is Joannes KAERS geboren te GEEL op 12/02/1612, zoon van Gregorius CAERS en Dymphna TRUYTS, de stamvader en niet Wilhelmus. Bij het doopsel van het 1ste kind, in het gezin CAERS TRUYTS, is de vader Gregorius. Bij het doopsel van het 2de kind is de naam van de vader Guilielmus. Bij het doopsel van haar volgende kinderen is de naam onveranderd Gregorius. Guilielmus en Gregorius zijn voor 99 % dezelfde persoon. Het gebruik van het doopregister stond nog in zijn kinderschoenen en van nauwkeurigheid was nauwelijks sprake.
Zo kom ik terecht bij Guilielmus of Wilhelmus CAERS X met Elisabeth VAN DONINCK + GEEL, 1610. Hij is dan weduwnaar van Catharina SWIGGERS waarmee hij voor 1580 trouwde. Het koppel heeft 5 kinderen. Bij het 1ste, 2deen 5de kindis de naam van de vader Guilielmus. Bij het 3de en 4de kind is de naam Wilhelmus en Willem. Elisabeth VAN DONINCK is meter van het eerste kind in het gezin CAERS-TRUYTS. Dat is een aanvaardbaar bewijs datGuilielmus Gregorius CAERS X + 1606 met DymphinaTRUYTS vrijwel zeker de zoon is van CAERS-VAN DONINCK.
Twee dochters van CAERS TRUYTS, trouwden met de gebroeders Jacobus en Joannes VOORTS. Dat was voor die periode niet abnormaal, temeer om het eigendom binnen de familie te behouden of door het huwelijk uit te breiden.
Gaan wij terug naar Petrus CAERS ° GEEL, 13/05/1677. Petrus trouwde te GEEL op 14/06/1698 met Dymphna WUYTS. Getuigen bij dit huwelijk waren Petri WUYTS en Katlin ALAERTS. Katlin is een zuster van Gertrudis ALAERTS, de moeder van Petrus. Toen Dymphna WUYTS op 04/01/1729 te GEEL overlijdt, is hun oudste zoon Joannes Martinus getrouwd met Anna Catharina VAN ESCH. (akte van inventarisatie 2296-97 van 1729 van notaris TSEYEN) Tot 1737 beheerde Peter, in gemeenschap met zijn kinderen, hun eigendom. De periode tussen 1729 en 1737 verhuurde men een boerderij met schuur en landerijen en verkocht men geregeld hooi en stro. In 1737 gaat men over tot deling van de erfgoederen. Daaruit blijkt dat die gelegen waren in de aan elkaar grenzende gehuchten Peoil en Elsum. Maria Martina, de jongste, is dan 20 jaar jong. De andere kinderen, Petrus, Guillielmus, Josephus, Catharina en Maria zijn meerderjarig en tot dan toe ongehuwd.
Joannes Martinus CAERS X met Anna Catharina VAN ESCH krijgen 14 kinderen, waarvan het 10dekind, Joannes Franciscus ° GEEL, 03/09/1743 de stam verder zet. Joannes Franciscus trouwde te GEEL op 09/05/1769 met Maria Elisabeth VAN TRICHTVELT. Hij is 31 jaar wanneer hij op 27/01/1775 is overleden. Bij het opstellen van de akten van erven bezitten zij eigendom van Kievermond tot Malois en Malois Broeck, de Bisschopshoeven en het Eynthoutschbroeck. Maria Elisabeth, zijn weduwe, blijft met 3 kinderen achter, waaronder Henricus ° GEEL, 16/09/1773, die de stam verder zet. Henricus CAERS, landbouwer/herbergier, huwt 22/07/1798 met Maria Catharina HERMANS + op 09/11/1814. Op 13/02/1817 hertrouwde Henricus met Anna Catharina KENIS. Er worden, van beide vrouwen samen, 14 kinderen geboren. Het koppel woonde in GEEL, Larum in huis nummer 12. De jongste, Martinus, ° GEEL, 31/12/1827, die de stam verder zet, is geen gemakkelijke jongen. Hij gaat door het leven als de Mette Caers. Hij is ongeveer 25 jaar wanneer hij, als gevolg van het gebruik van geweld, door de gendarmen aangehouden wordt. Op 02/07/1852 wordt Martinus afgeschreven naar BRUSSEL. Op 05/07/1852 wordt hij terug ingeschreven bij de bevolking GEEL. Hij heeft de gemeente GEEL waarschijnlijk niet verlaten. Een mogelijkheid is dat zijn ouders hem toen voor de keuze geplaatst hebben of zijn leven beteren of het huis uit. Hij verkoos de zekerheid boven een onzekere toekomst. Hij trouwde op 02/09/1856 met Anna WUYTS ° GEEL, 17/04/1831 + 23/01/1871. Anna baarde zes kinderen, waar van er twee doodgeboren. Samen verwerven zij een pachthoeve met herberg te GEEL op het gehucht LARUM
Martinus CAERS woonde, sinds hij trouwde, onder andere te GEEL LARUM, Hei, 148 en vervolgens Gheelenbroek, 48. Dat was op vijf minuten afstand van de Herentalsevaart, en behoorde tot de parochie van SINT-JOZEF-OLEN. Volgens de overlevering noemde men de hele omgeving Larumsehei.
Ik was bij 86 jarige Staf LEYSEN, Herentalsedijk, 191, 2440 GEEL op bezoek. Deze man kende als geen ander de historische gegevens naar waar ik op zoek was. De Mette Caers was hem alom bekend. Ook Moeke Vaart, Maria Josephina DELAET, was voor hem geen onbekende. In zijn jeugd, waren de Grote en Kleine CAERS, gekende figuren. De Mette woonde bij zijn aanhouding voor geweldpleging, aldus Staf LEYSEN, op de steenovens. Genoemd naar een vroegere industriële activiteit op de Larumse Hei of Ghelenbroek.
Naar aanleiding van zijn aanvaring met het gerecht schrijft een journalist van de krant het KEMPENLAND in 1887: Het pachthof van Marten CAERS is zeer wel ingericht, staat gans afgezonderd tegen de beemden, doch heeft van verre het aanzien als zou dezelve bewoond zijn en toebehoren aan welhebbende mensen. De huizing en alle bijgebouwen zijn dus wel onderhouden. Op 08/03/1887 staat in dezelfde krant: Vroeger hield Marten CAERS herberg, geen jager uit Brussel, Leuven of andere streken, doorliep de hei te Larum of hij stapte af bij CAERS.
Op 29/06/1872 hertrouwde Martinus met Maria Josephina DELAET, de jonge weduwe van Carolus THIJS. Zij heeft een dochter, Maria, die later met ene Joseph Frans MARTENS trouwde. Er volgen nog zeven kinderen. Hij woonde met zijn tweede vrouw, de kinderen uit zijn eerste- en tweede huwelijk, op de boerderij met adres Gheelenbroek, 48, in gemeenschap met de kinderen uit zijn eerste huwelijk. Hij genoot zeker aanzien, voornamelijk door zijn contacten met heren-jagers uit Brussel, Leuven en andere streken. Hij beschikt over een jachtvergunning, wat bewijst dat hij geen sukkelaar was. De jacht was in die tijd iets voor de betere klasse. In die periode waren er twee knechten in dienst, Petrus LEUSEN ° GEEL, 17/11/1850 en Ludovicus STEYNEN ° OLEN, 09/08/1852. Zijn oudste dochter Elisabeth nog ongehuwd en zwanger, is voor Martinus een vernedering die hij niet te boven komt. Op 16/10/1884 baart Elisabeth een natuurlijk kind, Carolus + te GEEL op 03/05/1885. Elisabeth eist het erfdeel van haar overleden moeder op. Martinus weigerde hierop in te gaan. Gerechtelijke uitspraken legt hij naast zich neer. In een archiefstuk bij de Heemkundige Kring van OLEN staat te lezen: Hij was gekend als een gedienstig, behulpzaam en naarstige man, maar hij werd gevreesd voor zijn koppigheid en opvliegende karakter. De jagers en vrienden blijven weg. Daarenboven verliest hij zijn jachtvergunning. Zijn eigendommen worden openbaar verkocht. Martinus koopt zich zelf in. Van wat daarna volgt zijn de meningen verdeeld. Een ding is zeker, hij kon of wilde niet betalen. Hij betwist de wettelijkheid van de verkoop met als argument, dat na het overlijden van zijn eerste vrouw, hij nog eigendom had verworven. Na de zoveelste gerechtelijke uitspraak wordt beslag gelegd op alle onroerende goederen en wederom openbaar verkocht. Door deze gang van zaken wordt zijn eigendom, ver onder de prijs verkocht. Martinus voelt zich bedrogen en bestolen en weigerde de woning te verlaten. De nieuwe eigenaar, J.B. VAN DE WEYER, pikt dat niet en stapt naar de rechtbank. Martinus weigerde elke beslissing van eigendomsrecht te erkennen. Wat leidde tot een definitieve breuk tussen hem en de kinderen uit zijn eerste huwelijk. Deze kinderen verlaten, de een na de ander en nog ongehuwd, het ouderlijke huis. Dit was lang een familiegeheim. Het was Trees VISSERS (VI/9/8) die op haar sterfbed hierover het volgende verklaarde: Wat men ook vertelt van mijn grootvader, hij was een zeer gelovige man, maar een strenge vader. Hij was een welstellende boer die ging jagen en vissen. Zijn waren verkocht hij in HERENTALS en LIER op de markt.
·Elisabetha vertrekt op 17/05/1886 naar VORSSELAAR. Zij is zevenentwintig wanneer zij er trouwde met Petrus VAN DIJCK. Op 07/10/1889 vertrekt het koppel naar ANTWERPEN.
·Henricus vertrekt op 16/05/1883 naar OLEN en vervolgens naar VORSSELAAR, Vispluk, 11, waar hij op 19/11/1885 is ingeschreven. Op 21/01/1889 verhuisd hij naar BROECHEM.
·Carolus vertrekt 08/11/1884 naar VORSELAAR, Plein, 17. Op 07/04/1888 uitgeschreven in VORSELAAR naar HERENTALS, waar hij is ingeschreven op 18/04/1888. Op 22/02/1889 uitgeschreven in HERENTALS en terug ingeschreven in VORSELAAR op 28/02/1889. Carolus wordt op 23/08/1889 uitgeschreven in VORSELAAR naar BROECHEM waar hij is ingeschrevenop 05/09/1889.
·Josephus Augustus vertrekt 04/08/1886 naar PULLE, waar hij op 04/10/1886 is ingeschreven. Werkt er als landbouwersknecht hij de familie VERVOORT BELLENS, Vroegeinde, 99. Op 18/05/1887 verlaat hij PULLE en trekt naar VORSSELAAR, Heimanshoek, 23, waar hij op 20/05/1887 is ingeschreven. Op 10/12/1887 trekt hij naar HERENTALS waar hij op 13/12/1887 is ingeschreven. Hij blijft ongehuwd en overlijdt te MORTSEL op 26/02/1913.
Op 29/04/1887 trekt Josephina DELAET met haar kinderen naar de andere kant van de vaart. In het laatste huis van GEEL, nu Herentalsedijk 219. Martinus verblijft dan, voor geweldpleging, in de gevangenis te GENT. Zij wordt door haar kleinkinderen Moeke Vaart genoemd. Zij baat er het SLEEPVAARTHUIS uit, bestaande uit een woonhuis met cafe en logement voor de voermannen en de paarden van de sleepvaart, met hooi- en stroschuur. Emiel CAERS, alias de Grote CAERS, volgt zijn moeder op en zet de zaak verder
Het hele complex, dat eigendom was van de Sleepvaartdienst, werd overbodig door dat meer en meer schepen van een motor waren voorzien. Het gebouwen complex wordt te koop gesteld. Emiel CAERS, vruchtgebruiker, is kandidaat koper met voorrecht. Door voorspraak van de parochiepriester is het Mon van Sooi STEYNEN, die koster en beiaardier was in de parochie van SINT-JOZEF-OLEN, die de nieuwe eigenaar werd. Door deze affaire is het tussen de dorpspastoor en Emiel CAERS nooit meer goed gekomen. Emiel CAERS bouwde daarna langs de Lichtaartsesteenweg een huis, met winkel en café. Naam van het café DE VALK. Het oorsponkelijk gebouw is afgebroken en daarna heropgebouwd, en is nu café HET ZONNEKE.
Toen grootvader trouwde stond hij ingeschreven te SINT NICOLAS, nabij LUIK. Waarschijnlijk werkte hij er in de staalindustrie. De nog in leven zijnde ooms weten daar niets van af. Alphonsus CAERS en Maria Virginia BERGHMANS (V) woonden op een kleine boerderij te BALEN, Rauw, 10, thans het adres van Maria CAERS, dochter van Peer Lodewijk CAERS V/2 en V/2/1. De beschrijving van deze kleine boerderij met erf geeft mij een gevoel er nog eens te vertoeven. De voorgevel heeft een voordeur met links en rechts ervan een rechthoekig venster en links van dat alles de staldeur. Voor het huis staan drie lindebomen. Rechts boven in de rechter zijgevel een klein venster van de kelderkamer. Achter het huis is er een soort veranda, waarbinnen de achterdeur. De vloer bestaat uit rode steen waarop geregeld nieuw gedroogd fijn wit zand werd gestrooid, waarmee, met een bezem, mooie figuren werden gemaakt. Vanaf de achterdeur kwam men in de plaats die ook uitgaf op de voordeur. Deze plaats was dus zo lang als het huis breed was. Midden het huis, tegen de muur links staat de openhaard. Links van de openhaard is er een deur naar een slaapkamer. Rechts van de openhaard is er kamertje dat men via een trapje naar binnen gaat. Daar huisde men meestal. Het was er klein, knus en warm. Van uit dat kamertje kon men met een trapje naar de kelderkamer. Dat trapje was tevens de kelderdeur. Rechts van de achterdeur is de staldeur. Ik heb er alleen geiten weten in staan. Nonkel Miel, de jongste van het hele nest, vertelde mij dat er twee koeien in de stal gestaan hebben. Dat hij er nog mee langs de straat is gegaan om ze te laten weiden. Men huurde wei- en hooiland, omdat het erf bij de boerderij voor het grootste deel heide- en bosgrond was. Aan de andere kant van de veranda, erboven uitstekend, staat het duivenhok. Grootvader was duivenliefhebber. Verschillende van zijn zonen hebben er met de duiven gespeeld. Over het spelen met duiven, al zijn zonen, op Peer Lodewijk en Henricus Josephus na, waren duivenliefhebber. Ook de schoonzonen, Gust VAN OLMEN en Benoey VERKOEYEN waren fervente duivenliefhebbers. Achter het huis, naast de hofpad, is de waterput, met brede planken afgeslagen. Links en rechts van de hofpad was de moestuin. Rondom de moestuin was er bos en heide. Grootvader was een buitenhuis werkende arbeider die soms, afhankelijk van de plaats waar hij werkte, verschillende dagen van huis wegbleef. Grootmoeder stond er dan alleen voor. Boerde, deed haar huishouden en bracht er, in moeilijke omstandigheden, de kinderen groot. Het zesde kind, Petrus Augustus ° BALEN, 24/01/1914, is grootgebracht bij moe en va statie, de ouders van moe Berghmans.
In de tijd dat deze mensen leefden, was het voor velen meer overleven. Dat bracht mee dat er op de domeinen van de grootgrondbezitters gestroopt werd. De vermaardheid van Alphonsus als wildstroper is opmerkelijk. Ik ben voor mijn opzoekingen bij vele oude mensen van het Rauw op bezoek geweest. Na de kennismaking kende iedereen wel een verhaal waarin Alphonsus als wildstroper opmerkelijke daden verrichte. Daar was moed voor nodig, zegden de ouderen. Want voor vele mensen was het in die tijd armoede troef en konijn, haas of fazant, betekende vlees op de plank. Een uitspraak van Charel VERMEULEN ° MOL, 27/07/1921 en getrouwd met Fien THOMAS, zie familiestamboom VANHOOF. Dat grootvader wildstroper was, wist iedereen, opmerkelijk vond men dat men hem nooit heeft kunnen betrappen. Het zat in de familie. Zijn twee jongere broers, Emiel en Albert, alias de Grote en de Kleine CAERS, waren even erge stropers. Ik heb horen vertellen dat grootvader altijd in de richting vluchtte waar hij vele stroppen had uitgezet, met de bedoeling dat de boswachters en de gendarmen er zich in vastliepen. Dat zou hem meer dan eens gelukt zijn. Hoe vermaard hij wel was bevestigde het volgende verhaal. Op een zondagnamiddag, voor het cafe DE FLOEREN op de Roskam, rechts in de richting van Postel, was grootvader aan het kegelen. In de verte klonk er een geweerschot. Een van de kegelaars zegde, hoor je het mannen, de Fons schiet. Grootvader die net achter deze man staat, schopte hem in het kruis van zijn broek. De man schrok zich bijna een ongeluk en zegde, Fons wat doet ge nu? Dat was ik niet zegde Fons, want ik heb daarnet nog ergens met het geweer geschoten. Iedereen lag er krom van het lachen.
Moe Berghmans was een stille hard werkende en sterke vrouw. Zij zegde nooit veel. Nu lijkt zij mij eerder schuchter en getekend door het harde leven. Twaalf kinderen heeft zij gebaard, waarvan er twee jong zijn gestorven. Ik herinner mij haar glimlach alsof het gisteren was.
De meeste van mijn nonkels en tantes zijn inmiddels overleden. Wie die mensen waren en wat zij voor mij betekenden is een eigen visie van ervaring en gevoel. Er was familie die mij meer genegen waren dan anderen en dat is niet meer dan normaal, denk ik. Want vriendschap is iets heel persoonlijkst. Maar de familieband die mij zo intrigeert is sterker dan de wil om eraan voorbij te gaan. Dat wil zeggen, dat hoe langer en dieper ik er over na denk ik er meer en meer van overtuigd ben, dat elke nonkel, tante, neef of nicht of zelfs verre familie mij niet onberoerd laten.
Maar wie waren die nonkels CAERS? Ik zal proberen u hiervan inzicht te geven. De eerste is CAERS Franciscus Josephus ° BALEN, 18/03/1906 (V/1)
·Nonkel Frans was mijn doopheffer. Het was een belezen en beredeneerd man. Hij zou nooit iets overhaast doen, dit in tegenstelling met sommige van zijn broers. Hij werd tijdens WO II opgepakt door de Duitsers en verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Peteren, moe Berghmans en al zijn broers en zussen staan naast de spoorweg aan Wezel Statie wanneer de trein met bestemming Duitsland er voorbij raast. Gelukkig voor hem en zijn familie is hij, na de oorlog, zonder al te veel geestelijke- en lichamelijke schade ervan teruggekeerd. Hij wordt kraanmachinist op de Vieille Montagne. Daarna werkt hij op de munitiefabriek PRB in de smidse. Hij trouwde met tante Pelagie, weduwe Van Roey. Ik ben er vaak op bezoek geweest. Na dat hij getrouwd was woonde hij in een van de fabriekshuizen van de PRB op de wijk NIEUWE KONGO in BALEN - WEZEL. Deze wijk, tussen OMNICHEM (vroeger PRB) en LOMMEL-GELDERHOSREN, bestaat niet meer. Hij bouwde later een huis te BALEN, Rauw,8, nabij zijn ouderlijke huis. Bij een van de vele ontploffingen op de PRB was hij ernstig verbrand, zowel uitwendig als inwendig. Van dan af heeft hij een wankelende gezondheid en is vroegtijdig moeten stoppen met werken. Hij was, net als de meeste van zijn broers, een duiven- en hondenliefhebber. Maar enkele jaren na het ongeval verzwakte zijn gezondheid gestaag. Noodgedwongen is hij gestopt met de duivensport en niet veel later ook met de hondensport. De laatste jaren van zijn leven was de krant en het vakbondsblad zijn grootste tijdverdrijf. Hij was een socialist in hart en nieren. Ik herinner mij een gesprek met hem. Het was meer een preek over het proletariaat, de bezitlozen. Over de bourgeoisie, die van het grootste deel van de bevolking profiteerde, was volgens hem niet alleen oneerlijk, maar in sommige gevallen, mensonterend. Daar moet men zich tegen verzetten. En het socialisme was, volgens zijn betoog, de enige weg om daar iets aan te veranderen. In de zomer van 2003 ontmoette ik Jaak, zijn stiefzoon, op een terras aan de BLAUWE KEI in LOMMEL.Ik vroeg Jaak welke rol nonkel Frans in zijn leven betekend heeft. Frans, zo begon Jaak, was een goed mens. Maar toen ik veertien jaar was wilde ik, net als mijn leeftijdgenoten, gaan werken. Ik ging niet graag naar school. Tot dan had Frans zich nog weinig gemoeid met mijn opvoeding. Frans verplichte mij kost wat kost, verder te studeren. Ik was daar in die tijd niet blij om. Nu bezie ik dat geheel anders en ben ik er hem nog steeds dankbaar voor. Ik studeerde af aan het hoger technisch onderwijs te MOL. Nu noemt men dat A1, aldus Jaak.
De tweede is CAERS Peer Lodewijk Ferdinand ° BALEN, 03/06/1907 (V/2)
·Nonkel Louis, onze Witte, voor zijn ouders, broers en zussen, de Witte CAERS in de omgang. Deze nonkel heb ik pas later leren kennen. Ik wist dat het een broer van mijn vader was, maar wij kwamen er zelden mee in contact. Hij werkte als kraanmachinist op de loodfabriek van de Vieille Montagne, thans Umicore. Hij woonde, samen met vrouw en zijn twee dochters, op de Geitenberg in BALEN-WEZEL, in een van de fabriekshuizen. Later bouwden hij een huis in BALEN-RAUW, Rauw, 12, in de nabijheid van zijn ouderlijke woning. Ik vroeg aan nonkel Remi wat voor iemand nonkel Louis geweest was. Hij antwoordde, onze Witte, die was van niets bang en het was de beste goalkeeper van uren in den omtrek. Dus dat was nonkel Louis ten voeten uit volgens zijn broer Remi. Uit de vele verhalen die ik her en der hoorde kon men nonkel Louis beter te vriend hebben. Een neef van mijn moeder, verwoorde het zo, als De Witte in een café was, dacht men er niet aan om ruzie te maken.
De derde is CAERS Henricus Josephus CAERS ° LOMMEL, 13/05/1910 (IV en V/4)
·Dit is mijn vader, voor de familie nonkel Jef . Op mijn zoektocht naar mijn voorouders hoorde in eigenschappen die aan hen worden toegeschreven waarin ik mijn vader in kan herkennen. Hij was koppig, behulpzaam, weerbarstig, goed, streng, noest en hield van de natuur. Zij passies zijn jagen, vissen, vogels vangen en de hondensport. Hij was iemand van weinig woorden. Over zijn familie sprak hij zelden. Mijn moeder echter was vol lof over haar familie. Zij was zachtheid en liefde in de letterlijke zin van het woord. In de opvoeding compenseert dat veel. Wat mij beweegt te denken dat vader als kind weinig liefde heeft gekend en dat mijn moeder met veel liefde was omringd. Dat lijkt traumatisch, maar het leven is meer dan dat. Want mede daardoor leer je genieten van kleine dingen waar anderen aan voorbij gaan. Het is een ervaring voor de rest van je leven. Mijn ouders hebben elkaar leren kennen in het café bij moeder thuis. Dit café, gelegen op de koek van de Heistraat en Paviljoenstraat, was gekend onder de naam Bij Jan van de Witter. Mijn moeder was BERTHA VAN JAN VAN DE WITTER. Mijn vader was eerst als rangeerder op de glasfabriek te MOL-GOMPEL, vervolgens boswachter, later terug rangeerder, machinist en eerste machinist op de Vieille Montagne, thans Umicore te BALEN-WEZEL.
·Bij het uitbreken van de 2de wereldoorlog was vader boswachter op het domein van de BELLEFROID te MOL-WEZEL. Tijdens de oorlog waren boswachters door de Duitse bezetter verboden, tenzij men voor de bezetter was. Vader besloot zijn geweer in te leveren. Door de BELLEFROID, die directeur was van het toenmalige Vieille Montagne, thans Umicore, werd vader er als rangeerder te werk gesteld. Later werd hij er, tot zijn pensioen, eerste machinist. In de periode dat vader boswachter was, woonde hij met zijn gezin in een deel van de Boerenbril. Een prachtige landelijke boerderij uit de 18de eeuw, thans gerestaureerd en geklasseerd, gelegen te Wezel, Sint Jozefslaan, 1.
·Bij leven woonden mijn ouders te MOL-RAUW, Distelstraat, waar ons Yvonne is geboren, Paviljoenstraat (majenet) waar ons Jenny is geboren, MOL-WEZEL, Wezel, 21, thans Boerenbril, zie hoger, Grensstraat, 3, waar François, Marcel, Rita en Lutgarde geboren zijn, Vieille Montagnestraat, 5, waar Yvo geboren is. Esmeralda is geboren op het ziekenhuis van BALEN-WEZEL. Ten slotte woonde zij in BALEN, Gasthuisstraat, 38. Tussen ons Jenny en François was een tweeling die te vroeg en niet levensvatbaar geboren zijn.
·Van uit de periode dat vader boswachter was heb ik van ons Yvonne het volgende verhaal: wij woonden in aparte kamertjes binnen een grote hoeve, thans Boerenbril te MOL-WEZEL. Daar woonde ook de gediplomeerde hovenier mijnheer CELEN. Ik was toen vijf jaar en kind aan huis bij CELEN. Omdat er enkel Frans werd gesproken was ik perfect tweetalig. Moeder was enerzijds huishoudhulp bij de directeur en anderzijds verzorgde zij mijnheer CELEN, die ernstig ziek was, tot aan zijn dood. Uit dankbaarheid heeft moeder toen een schilderij, een stilleven, vaas met bloemen, van een gekend Luiks schilder, cadeau gekregen. Een schilderij waaraan moeder zeer gehecht was. Nu hangt het schilderij bij mij in de woonkamer Dit is een mooie herinnering, maar wat belangrijk voor mij is, bij het zien van het schilderij denk je automatisch aan moeder terug.
De vierde is CAERS Josephus Joannes ° LOMMEL, 11/09/1911 (V/5)
·Voor de één nonkel Jos en voor dé ander nonkel Jan, het maakte geen verschil, iedereen wist precies wie hij was. Als kind ben ik er vaak op bezoek geweest. Hij was, zoals de meeste van zijn broers, een duivenmelker, voor mij een niet onbelangrijk gegeven. In die tijd en nu nog, zijn duiven voor mij een passie. Het grootste deel van zijn leven woont hij met zijn gezin in de Meyersstraat.in MOL-WEZEL. Ik was vijf jaar toen zijn eerste vrouw, tante Leonie, gestorven is. Ik herinner mij haar als een zieke vrouw met trillende handen die zich moeilijk kon verplaatsen. Zij had de ziekte van parkinson, een toen nog onbekende ziekte. In die tijd werden deze mensen, in een bepaalde fase van deze ziekte, in een instelling geplaatst, waar zij dan meestal ook overleden. Op 15/02/1947 komt tante Clothilde, zijn tweede vrouw, officieel in ons leven. Zij was zeer uitbundige vrouw waarbij men altijd welkom was. Onze Marcel en ik gingen er geregeld spelen. Zo ook op een zomerse dag, wij speelden samen met de neefjes en nichtjes op weide achter het huis. Toen gebeurde er iets opmerkelijks. Bij het opvliegen van de duiven van het dak, die daarbij een neerwaartse beweging maakte, sprong ons Marcel omhoog en trok aan een van de poten van een duif. Dat beweerde ons Marcel althans. Wij lachten hem uit en dachten dat dit niet waar kon zijn. Toen de duiven terug neerstreken op het dak bleek er een kreupele bij te zitten. Ziet ge wel, zegde ons Marcel zo fier als een gieter, ik heb gelijk hé. Wij lachten ons krom, maar zagen er de ernst niet van in. Nonkel Jan kon er helemaal niet om lachen. Het was zijn beste duif nog wel, maar zeker niet de rapste, want ons Marcel was rapper. Een hij was nog rapper toen nonkel Jan ten tonele verscheen. Na zijn op prépensioenstelling woonden nonkel Jan in de Kapelstraat en Molenstraat in BALEN. Na zijn overlijden verblijft tante Clothilde een poos bij haar dochter Brigitta, Korte Meyersstraat, MOL, vervolgens in een flatje langs de Postelareweg in MOL. Ten slotte, tot haar overlijden in rustoord Home Keiheuvel, Kapelstraat, BALEN. Nonkel Jan blijf ik herinneren als een behulpzaam en naarstig man. Ik weet van zijn kinderen hoeveel zij van hem hebben gehouden. Alles hebben zij in het werk gestel om hem, zo lang dit mogelijk was, met de duiven te laten spelen. Het was een van de nonkels waar ik zeer goed mee over weg kon.
De vijfde is CAERS Petrus August ° BALEN, 24/01/1914 (V/6)
Nonkel Gust is grootgebracht bij Moe en Va Statie, de ouders van zijn moeder. Hij woonde, als ongehuwde, op het kasteel van de Berkenbos, Berkenbos, 6, 2490 BALEN, bij de familie MAES-THIELENS. Hij genoot er het jachtrecht op het domein Berkenbos, waar mijn vader gretig mee gebruik van maakte. Ook om reden nonkel Gust geen te goede schutter was. Hij was ten broden opzichter op de munitiefabriek PRB, Dynamietlaan, 2480 BALEN (Nieuwe Kongo). In 1958 leerde hij Marie VANGENECHTEN kennen, de weduwe van Victor ENGELEN, schoonzuster van tante Clothilde. (V/5) Daarna woonde hij achtereenvolgens met vrouw en stiefdochter te BALEN op de wijk Nieuwe Kongo, Lommelstraat, 6, BALEN, Balen Neetlaan, 40, MOL, thans café Baret en te LOMMEL-KERKHOVEN, Zwarte Weg en Kerkhovensesteenweg. Uiterlijk was hij een vriendelijke man, met het typische Moe Berghmans lachje. Hij was dat voorzeker ook wel, maar om de een of andere reden voelde hij zich beperkt in het uiten ervan. Het is een nonkel waar ik met een goed gevoel aan terug denk.
Het koppel zelf heeft geen kinderen. Maria heeft wel kinderen van uit haar eerste huwelijk, waarvan de jongste, Sophia Josephina Liliane ENGELEN ° TESSENLO, 20/10/1944, nog thuis is. Liliane trouwde op 09/05/1964 te MOL met Julien Edmond Jozef LODEWIJCKX ° MOL, 04/08/1939. Adres: Deliestraat, 33 bus 2, 2490 BALEN Tel. 014/810356, die een zoon hebben, Ronny LODEWIJCKX ° BALEN, 02/01/1965.
De zesde is CAERS Mathilda Maria Elisabetha ° BALEN, 24/09/1916 (V/7)
Tante Marie was een levensluchtige en charmante tante. Een vrouw die tot de laatste dag van haar leven niet oud wilde voorkomen. Ook zij was gezegend met het zo typische Moe Berghmans lachje. Haar spontaniteit was puur en onversneden. De meeste jaren van haar leven was zij café-uitbaatster, in de Kerkstraat BALEN, sportlokaal van Rijsberg. Als ik haar ergens ontmoette was dat keer op keer een genoegdoening. Zij was echte familie en dat voelde je ook. De jaren, zo leek het toch, hadden op haar geen vat. Ik noemde haar meer dan eens een voorbeeld van eeuwige jeugd. Haar levenslust en optimisme waren haar kenmerk. Maar helaas, ook zij die de eeuwige jeugd in zich hebben, sterven. Haar man, nonkel Gust, herinner ik mij als een rustige man, nooit gehaast en altijd tevreden. Zoals zijn kinderen het verwoorden, bij ons va was alles goed.
Virginia (V/7/2) volgde haar moeder op als café-uitbaatster, eerst in de kerkstraat in BALEN en later van het welbekende cafe Congo Postelweg, 1, BALEN, thans Buromas,
De zevende is CAERS Elisabetha Martha ° BALEN, 05/01/1918 (V/8)
Ook tante Martha had het zo typische Moe Berghmans lachje. Zij was huisvrouw en boerin. Dat was in de periode dat zij op de Berkenbossen nummer 6 te BALEN woonden, op de boerderij vlak bij het kasteel van de Berkenbossen, nu de manége van Het Arabische Paard. Tante Martha was een lieve tante, altijd vriendelijk en opgewekt. Zij was het tegenbeeld van haar man Nonkel Benoey. Ik was graag in het gezelschap van deze nonkel, een duivenliefhebber in hart en nieren.Zij woonden vervolgens op Den Diel, in DESSEL-WITGOOR, in het ouderlijke huis van nonkel Benoey en te BALEN-RAUW in het huis Derkinderen dat zij gekocht hadden. Na hun vertrek uit de Berkenbossen stopten zij met boeren en werkte dan nog alleen op het veld. Armand, hun enige zoon, heeft de ouderlijke woning op Den Diel geërfd, gerenoveerd en woont er nog altijd.
Tante Martha was eerder schuchter, dit in tegenstelling met haar zuster, tante Marie. Alleen aan het typische Moe Berghmans lachje, kon men zien dat zij gezusters waren. Tanta Martha stond, in goede en slechte tijden aan de zijde van haar man, ook in de duivensport. Wanneer de duiven niet onmiddellijk naar binnen kwamen gaf nonkel Benoey het sein en kwam tante Martha in actie. Of de duiven zich zo maar lieten vangen was maar de vraag. Ik ben er dikwijls gaan letten, want eens duivenmelker, altijd duivenmelker. Het is een drug voor de rest van je leven. Tante Martha en nonkel Benoey waren simpele mensen die sober leefden, ietwat vereenzaamd. Ik was er dan ook altijd welkom. Omdat ik zelf geen duiven mag hebben, ging ik troost zoeken bij mijn familie met duiven. Een van mijn favoriete plekken was bij hen
De achtste is CAERS Remi Leopold ° BALEN, 11/01/1922
Nonkel Remi werkte aanvankelijk als kraanmachinist op de Vieille Montagne en later, tot aan zijn pensioen, als bewaker. Vader vertelde eens: toen onze Remi nog een klein was, moest ik dag na dag met hem gaan slapen, die wou anders niet naar bed. Dat dit dik tegen zijn goesting was daar twijfel in niet aan, want meer dan eens vertelde hij erbij; en die snotneus sliep zo maar niet. Toen deze nonkel nog jong was of pas getrouwd, kwam die geregeld bij ons thuis op bezoek. Zijn babysit was hij nog niet vergeten. Bij een van die bezoeken vertelde hij aan vader dat hij de voorbije nacht, in de Zwarte Dreef, door twee mannen overvallen was. Ik herinner mij het verhaal alsof het gisteren was. Twee mannen sprongen van uit de kant voor mijne velo. Ik wierp mijne velo aan de kant en roep, wat is dat hier allemaal. Een van de overvallers reageerde onmiddellijk, ha Remi, gij zijt het. Daarop zijn de mannen gaan lopen. Mijn vader vroeg of hij een van die mannen herkend had. Dat was niet het geval. Ik vond dat spijtig, anders was er misschien nog een vervolg aan gekomen.
Nonkel Remi is net, als de meeste van broers, duivenliefhebber. Hij kende er wat van, zo dacht ik toch, tot op de dag dat hij mij het geheim van zijn succes vertelde. Een goede kennis van hem, toevallig een dierenarts, bezorgde hem het nodige materiaal. Als nonkel Remi wat vertelde was het de waarheid, want herhaaldelijk zegde hij: en het is waar wat ik zeg.Eerlijkheidshalve moet ik toegeven van wat hij ook deed, zij het in de duiven- of hondensport, hij er altijd zijn plan wist in te trekken
Tante Angele, zijn rechterhand bij moeilijke momenten, als die iets zegde was het serieus. Het was een koppel dat niettegenstaande de vele tegenslagen, elkaar op en bewonderingswaardige wijze staande wist te houden. Het is nog een van de twee broers van vader die nog in leven zijn. Ik kom er niet vaak, maar wanneer ik er langs ga, word ik er met plezier ontvangen.
De negende is CAERS Victor Rene ° BALEN, 01/02/1923 + BALEN, 04/07/1998
Nonkel Vic werkte als arbeider op de PRB. Een van zijn taken bestond er in het begeleiden van transport van munitie dat per spoor naar Zeebrugge vervoerd werd. Bij hem ben ik de laatste jaren het meest op bezoek geweest. Dan werd er voornamelijk over duiven gepraat. Zijn verhalen van wat hij al niet probeerde om zijn duiven sneller te doen vliegen waren fenomenaal. Zijn verhaal van de vreemde duif uit Olen vergeet ik nooit. Evenmin zijn grollen en grappen van toen hij jong was. Net als mijn vader sprak hij vrijwel nooit over zijn thuis, ook niet wanneer ik er naar vroeg. Eens had hij het over zijn pijnlijkste moment uit zijn leven. Het was de dag waarop nonkel Frans door Duitsers was opgepakt en op de trein gezet naar Duitsland.
Ook hij had die typische glimlach van zijn moeder. Het leek of hij altijd goedgemutst was, hoewel zijn dagelijkse zorgen, net als bij zijn broers en zussen, er niet minder om waren. Tante Josephien was een stille vrouw van weinig woorden, ietwat bedeesd. Het was wel iemand die voor nonkel Vic wat betekende. Van de dag dat tante Josephien overleden is, was nonkel Vic dezelfde niet meer. Zijn verhaaltjes waren op. De eenzaamheid nam toe en zijn gezondheid liet het afweten. Hij had mij meer dan eens laten verstaan hoe moeilijk hij het had. De joviale plezante vent was op den dool. Op een morgen, er was geen teken van leven, hebben zijn dochters hem gevonden. Ook dat is een deel van het leven, doodgaan.
Het tiende is CAERS Emiel ° BALEN, 01/09/1925 als
Hij is de jongste van een groot gezin. Nonkel Miel werkte als arbeider op de PRB. Ook hij, hoe kan het anders, was een duivenliefhebber. In verhouding met de andere nonkels was hij, in de duivensport, een prutser. Hoewel ik er als jongen dikwijls mee in contact ben geweest weet ik nog het minst van hem Eind van de jaren 1950 toen hij in Olmen op Gervoort een boerderij kocht en er is beginnen boeren, ben ik er met vader geregeld gaan hooien. Alleen had hij dat nooit gekund, om reden hij tijdens de dag ging werken en tante Josephine er alleen voor stond. In de buurt was er een vijver, waar wij emmers katvis hebben gevangen. Toen ik getrouwd was en in Balen woonde, kwam tante Josephine geregeld op bezoek. Het is de enige tante die regelmatig een praatje kwam maken. Aan die simpele herinnering denk ik met veel genot aan terug. Het was een lieve tante, waar ik een boontje voor had, waarschijnlijk te wijten aan haar bezoekjes uit een lang vervlogen tijd.
De opzoekingen zijn nog niet ten einde. Ik denk daarbij o.a. aan de twee halfbroers van Alphonsus CAERS X Maria Virginia BERGHMANS Henricus ° GEEL, 05/11/1867 en Carolus ° GEEL, 28/12/1866. Anderzijds aan de afstammelingen van de broers en zusters van Alphonsus.
Man: CAERS Patrick Francois Joseph Rosalia ° LIER, 29/01/1963 zoon van: Francois Joseph CAERS en Philomena BOUWENS Ongehuwd samenwonend
Vrouw: GEENEN Godelieva Roland Josepha Julia ° MOL, 24/07/1956 dochter van: dochter van Ferdinand GEENEN en Julia RIJMEN Kinderen: 1. Zjef CAERS ° MOL, 15/07/1991 Kwatierdrager
4-5: familie CAERS - BOUWENS
Man: CAERS Francois Joseph ° MOL, 23/01/1941 zoon van: Henricus Josephus CAERS en Maria Angeline Lambertina Elza VANHOOF Burgerlijke stand: gehuwd te PULLE, 04/05/1962
Vrouw: BOUWENS Philomena Joanna Stefania Astrid ° BALEN, 04/01/1937 dochter van: Frans BOUWENS en Maria Rosalia LUYPAERTS Kinderen: 1.Patrick Francois Jozef Rosalia CAERS ° LIER, 29/01/1963 (II/2-3) 2.Peter Henri Maria CAERS ° WILRIJK, 15/03/1967
6-7: familie GEENEN - RYMEN
Man: GEENEN Victor Maria Ferdinand ° BALEN, 28/03/1931 + GEEL, 29/09/1998 zoon van: Petrus Jozef GEENEN en Maria Josephina Elisabeth COOLS Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN, 24/07/1954
Vrouw: RYMEN Anna Catharina Josepha Julia ° BALEN, 30/03/1933 dochter van: Florent RYMEN enMaria Elisabetha Margaretha WITTEVRONGEL Kinderen: 1.Margaretha Jozef Odrada Ferdinand GEENEN ° MECHELEN, 16/04/1955 2.Godelieva Roland Josepha Julia GEENEN ° MOL, 24/07/1956 (II/2-3) 3.Gerda Victor Odrada GEENEN ° MOL, 21/01/1959 4.Gina Joanna Ferdinand GEENEN ° MOL, 11/01/196 5.Luc Louis Anna Isidoor GEENEN ° MOL, 28/07/1964 6.Dirk Ferdinand Maria Isidoor GEENEN ° MOL, 10/03/1964 7.Tinneke Lea Greta Isidoor GEENEN ° MOL, 07/06/1968
8-9: familie CAERS VANHOOF
Man: CAERS Henricus Josephus ° LOMMEL, 13/05/1910 + LEUVEN, 11/12/1981 zoon van: Alphonsus CAERS en Maria Virginia BERGHMANS Burgerlijke stand: gehuwd te MOL, 27/05/1932
Vrouw: VANHOOF Maria Angelina Lambertina Elsa ° MOL, 21/08/1915 + GEEL, 23/09/1981 dochter van: Jan Baptist VANHOOF en Maria Theresia WOUTERS Adres:woonden te MOL RAUW, MOL WEZEL en BALEN Kinderen: 1. Yvonne Maria Alfonsina CAERS ° MOL, 08/11/1932 2. Maria Virginia Jeanne (Jenny) CAERS ° MOL, 13/06/1935 3. Francois Joseph CAERS ° MOL, 23/01/1941 (III/4-5) 4. Joseph Marcel CAERS ° MOL, 21/05/1943 5. Rita Maria Julia Josepha CAERS ° MOL, 23/12/1949 6. Lutgarde Anna Augusta CAERS ° MOL, 08/04/1951 7. Yvo Karel Remi CAERS ° MOL, 24/12/1952 8. Esmeralda Maria Francois CAERS ° BALEN, 16/03/1957
10-11: familie BOUWENS - LUYPAERTS
Man: BOUWENS Frans Jozef ° BALEN, 10/10/1910 + BLANKENBERGE, 27/05/1940 zoon van: Jan Fransus BOUWENS en Maria Josepha GABRIELS Burgerlijker stand: gehuwd te MOL, 07/10/1933
Vrouw: LUYPAERTS Maria Rosalia ° OVERPELT, 19/08/1913 + LILLE, 04/01/1976 dochter van: Henricus LUYPAERTS en Philomena SAUVELIERS Adres:Rusvenstraat, 30, 2490 BALEN (1937) Kinderen: 1.Henri Jozef Frans BOUWENS ° MOL, 08/03/1934 2.Philomena Joanna Stefania Astrid BOUWENS ° BALEN, 04/01/1937 (III/4-5)
12-13: familie GEENEN - COOLS
Man: GEENEN Petrus Jozef° BALEN, 04/12/1901 + BALEN, 21/11/1985 zoon van: Victor GEENEN en Catharina Rosalia GEUENS Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN, 31/12/1927
Vrouw: COOLS Maria Josepha Elisabeth ° BALEN, 26/03/1902 + BALEN, 11/09/1968 dochter van: Jan Ferdinand COOLS en Regina Leonia VAN HOOF Adres:Scheps, 17, 2490 BALEN Kinderen: 1.Maria Rosalia Joanna Leonia GEENEN ° BALEN, 17/08/1929 2.Victor Maria Ferdinand GEENEN ° BALEN, 28/03/1931 (III/6-7) 3.Andreas Ferdinand Maria Victor GEENEN ° BALEN, 16/11/1932 4.Anna Alphonsina GEENEN ° BALEN, 04/05/1934 5.Maria Elisa Andrea GEENEN ° BALEN, 04/04/1937 6.Lea Octavia Victoria Alfonsina GEENEN ° BALEN, 23/03/1940
14-15: familie RYMEN - WITTEVRONGEL
Man: RYMEN Florent ° MEERHOUT, 31/01/1908 + GEEL, 24/04/1987 zoon van: Petrus Jozef RYMEN en Maria Julia MERTENS Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN, 02/04/1932 Vrouw: WITTEVRONGEL Maria Elisabeth Margaretha ° BALEN, 12/12/1908 + MOL, 30/08/2002 dochter van: Emiel WITTEVRONGEL en Anna Catharina VAES Adres:Gerheide, 55, 2490 BALEN Kinderen: 1.Anna Catharina Josepha Julia RYMEN ° BALEN, 30/03/1933(III/6-7) 2.Fernand Gerard Helarius RYMEN ° BALEN, 14/01/1948
16-17: familie CAERS - BERGHMANS
Man: CAERS Alphonsus ° GEEL, 04/10/1874 + BALEN, 19/11/1953 zoon van: Martinus CAERS en Maria Josephina DELAET Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN, 18/04/1905
Vrouw:BERGHMANS Maria Virginia ° MOL, 23/03/1883 + BALEN, 04/03/1960 dochter van: Petrus Ludovicus BERGHMANS en Maria Odrada KEMPS Adres:Rauw, 10, 2490 BALEN Kinderen: 1.Franciscus CAERS ° BALEN, 18/03/1906 2.Peer Lodewijk CAERS ° BALEN, 03/06/1907 3.Maria Leonia CAERS ° BALEN, 23/09/1908 + BALEN, 08/11/1908 4.Henricus Josephus CAERS ° LOMMEL, 13/05/1910 (IV/8-9) 5.Josephus Joannes CAERS ° LOMMEL, 11/09/1911 6.Petrus Augustus CAERS ° BALEN, 24/01/1914 7.Mathilda Maria Elisabeth CAERS ° BALEN, 24/09/1916 8.Elisabeth Martha CAERS ° BALEN, 05/01/1918 9.Maria CAERS ° BALEN, 07/04/1920 + BALEN, 17/09/1921 10.Remi Leopold CAERS ° BALEN, 11/01/1922 11.Victor Rene CAERS ° BALEN, 01/02/1923 12.Emiel CAERS ° BALEN, 01/09/1925
18-19: familie VANHOOF - WOUTERS
Man: VANHOOF Jan Baptist ° MOL, 18/12/1870 + MOL, 19/03/1958 zoon van: Jozef Ludovicus VANHOOF een Anna Maria VANHOOF Burgerlijke stand: gehuwd te MOL, 18/07/1895
Vrouw: WOUTERS Maria Theresia ° MOL, 11/10/1968 + MOL, 11/02/1946 dochter van: Jan Baptist WOUTERS en Maria Theresia DIERCKX Adres:Heistraat, 29, 2400 MOL, café Bij Jan van de Witter Kinderen: 1.Lodewijk Jozef VANHOOF ° MOL, 01/06/1895 + MOL, 30/03/1897 (geboren Wouters) 2.Maria Delphina VANHOOF ° MOL, 13/07/1896 + MOL, 25/09/1897 3.Anna Catharina VANHOOF ° LOMMEL, 04/11/1897 4.Hendrik Maria Gustaaf VANHOOF ° MOL, 30/03/1900 5.Jozef Lodewijk VANHOOF ° MOL, 08/07/1902 6.Levensloos ° MOL, 22/03/1903 + MOL, 22/03/1903 7.Constantia Maria Francisca VANHOOF ° MOL, 07/04/1905 8.Maria Julia VANHOOF ° MOL, 05/07/1907 9.Anna VANHOOF ° MOL, 24/04/1910 10.Maria Angelina Lambertina Elza VANHOOF ° MOL, 21/08/1915 (IV/8-9)
20-21: familie BOUWENS - GABRIELS
Man: BOUWENS Jan Franciscus ° MOL, 27/11/1885 + Mol, 07/11/1956 zoon van: Jan Josef BOUWENS en Maria Begga VAN LIMBERGEN Burgerlijke stand: gehuwd te RIJKEVORSEL, 26/04/1907
Vrouw: GABRIELS Maroa Josepha ° BALEN, 29/08/1885 + BALEN, 16/03/1962 dochter van: Franciscus GABRIELS en Maria Odrada VISSERS Adres:Fabriekstraat, BALEN WEZEL (1915) Kinderen: 1.Paulina Octavia BOUWENS ° RIJKEVORSEL, 07/04/1905 2.Jozef Benedicht BOUWENS ° BALEN, 22/02/1909 3.Franciscus Joseph BOUWENS (IV/10-11) 4.Maria Josephina Rosalia BOUWENS ° MOL, 20/12/1912 5.Maria Elisabeth BOUWENS ° MOL, 26/06/1915 6.Alfons Joseph Albert BOUWENS ° MOL, 11/12/1917 7.Anna Maria BOUWENS ° MOL, 06/07/1920 8.Margaretha Octavia Josephina BOUWENS ° MOL, 02/05/1923 9.Maria Julia Marcella BOUWENS ° MOL, 09/03/1925 10.Maria Josephus Lucia Gabriella BOUWENS ° MOL, 10/10/1926 In 1915 woont een broer van Jan bij hun in. Betreft Jan August BOUWENS° BALEN, 27/09/1890, gehuwd te HECHTEL op 21/10/1911 met Helena JAMERS ° HECHTEL, 17/10/1886. Het koppel heeft dan 2 kinderen: Louisa Theresia Josephina BOUWENS ° BALEN, 26/08/1912 en Petrus Jozef Gerard BOUWENS ° BALEN, 02/08/1915
22-23: familie LUYPAERTS SAUVILLERS
Man: LUYPAERTS Henricus ° GEEL, 29/04/1881 + MOL, 03/11/1940 zoon van: Henricus LUYPAERTS en Maria Theresia DRESSELAERS Burgerlijke stand: gehuwd te GEEL op 21/06/1904
Vrouw: SAUVILLERS Maria Philomena ° GEEL, 22/08/1882 + GEEL, 15/03/1923 dochter van: Augustinus SAUVILLERS en Maria catharina WUYTS Adres:Ten Aert, 34, GEEL (1923) Kinderen: 1.Zacheus Alfons LUYPAERTS ° GEEL, 23/02/1905 2.Henri JosephLUYPAERTS ° GEEL, 14/05/1909 3.Maria Rosalia LUYPAERTS (IV/10-11) 4.Franciscus Albertus LUYPAERTS ° GEEL, 04/03/1916 5.Louis August LUYPAERTS ° GEEL, 25/02/1919
Henricus is op 02/11/1926 uitgeschreven te GEEL naar BALEN, Fabriekstraat, 12a. Hij werd te BALEN ingeschreven op 17/11/1926. Hertrouwt te MOL op 27/10/1938 met Maria Theresia HULSMANS. Hieruit is een kind geboren: Rene LUYPAERTS.
24-25: familie GEENEN - GEUENS
Man: GEENEN Victor° MOL, 24/06/1857 + BALEN, 31/05/1916 zoon van: Joannes Franciscus GEENEN en Maria Odrada GIJPEN Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN op 21/06/1882
Man: COOLS Joannes Franciscus° BALEN, 20/10/1872 + BALEN, 26/11/1950 zoon van: Franciscus COOLS en Maria Elisabeth BOETS Burgerlijke stand: gehuwd te BALEN op 18/05/1901
Vrouw: VAN HOOF Regina Leocentia° OLMEN, 05/10/1871 + LOMMEL, 15/07/1943 dochter van: Regina Leonia VAN HOOF, die later huwt met Jan Ferdinand COOLS Adres:Steeg, 30, BALEN (1907) Kinderen: 1.Maria Josephina Elisabeth COOLS ° BALEN, 26/03/1902 (IV/12-13) 2.Frans Alfons Jozef COOLS ° BALEN, 22/10/1904 3.Maria Anna Rosalia COOLS ° BALEN, 20/12/1907 4.Maria Elisabeth Francisca COOLS ° BALEN, 29/01/1911
28-29: familie RYMEN - MERTENS
Man: RYMEN Petrus Jozef° VORST KEMPEN, 30/10/1871 + BALEN, 23/03/1940 zoon van: Karel RYMEN en Maria Cornelia CROONENBORGHS Burgerlijke stand: gehuwd te VORST KEMPEN op 30/11/1899
Vrouw: MERTENS Maria Julia° VORST KEMPEN, 22/06/1873 + BALEN, 05/11/1931 dochter van: Thomas MERTENS en Maria Carolina BEYENS Adres:Gerheide, BALEN Kinderen: 1.Karel Jozef RYMEN ° ERQUELINNES, 02/09/1900 + LUIK, 14/04/1922 2.Regina Gerarda RYMEN ° MEERHOUT, 24/12/1901 3.Benedictus RYMEN ° MEERHOUT, 09/04/1905 4.Florent RYMEN ° MEERHOUT, 31/01/1908 (IV/14-15) 5.August RYMEN ° MEERHOUT, 01/05/1909
30-31: familie WITTEVRONGEL - VAES
Man: WITTEVRONGEL Emiel° BALEN, 24/04/1875 + MOL, 29/11/1927 zoon van: Augustinus WITTEVRONGEL en Maria Elisabeth VAN DOREN Burgerlijke stand: gehuwd te MOL op 01/02/1899
Vrouw: VAES Anna Catharina° MOL, 13/02/1875 + MOL, 29/11/1927 dochter van: Petrus Josephus VAES en Maria Theresia VAN BAELEN Kinderen: 1.Maria Theresia WITTEVRONGEL ° MOL, 04/03/1900 2.Maria Elisabeth WITTEVRONGEL ° MOL, 31/03/1901 3. Constantia regina virginia WITTEVRONGEL ° MOL, 06/07/1902 is uitgeschreven naar JETTE (Brussel) Jetsesteenweg 4. Maria Constantia Catharina WITTEVRONGEL ° MOL, 05/10/1904 5. Jozef Ferdinand WITTEVRONGEL ° BALEN, 26/02/1907 6. Maria Elisabeth Margaretha WITTEVRONGEL ° BALEN, 12/12/1908 7. Louis Ferdinand WITTEVRONGEL ° BALEN, 06/07/1911 8. Maria Odrada Philomena WITTEVRONGEL ° BALEN, 20/08/1913 9. Ludovica Elisabeth Odrada WITTEVRONGEL ° BALEN, 19/05/1916 10. Maria Elisabeth Julia Odrada WITTEVRONGEL ° BALEN, 20/02/1919, uitgeschreven naar WEMMEL, Steenweg op Brussel 11. Maria Catharina Augusta WITTEVRONGEL ° BALEN, 09/02/1926
32-33: familie CAERS WUYTS - DELAET
Man: CAERS Martinus° GEEL, 31/12/1827 + GENT, 25/02/1894 zoon van: Henricus CAERS en Anna Catharina KENIS Burgerlijke stand: gehuwd te GEEL op 02/09/1856
Vrouw: WUYTS Anna Catharina° GEEL, 17/04/1831 + GEEL, 23/01/1871 dochter van: Guilielmus WUYTS en Maria Elisabeth BERTELS Burgerlijke stand: gehuwd te LICHTAART op 29/06/1872
Man: BERGHMANS Petrus Ludovicus° BALEN, 07/02/1855 + BALEN, 18/04/1938 zoon van: Petrus Andreas BERGHMANS en Anna Catharina BOUWENS Burgerlijke stand: gehuwd te MOL op 26/10/1882
Vrouw: KEMPS Maria Odrada° BALEN, 27/12/1856 + BALEN, 11/02/1841 dochter van: Franciscus KEMPS en Anna Catharina BERCKMANS Adres:Rijsberg, BALEN Kinderen: 1.Hendrik Jozef BERGHMANS ° MOL, 14/06/1879 2.Maria Virginia BERGHMANS ° MOL, 23/03/1883 (V/16-17) 3.Ferdinand August BERGHMANS ° BALEN, 18/11/1884
36-37: familie VANHOOF - VANHOOF
Man: VANHOOF Josephus Ludovicus° MOL, 17/05/1837 + MOL, 18/02/1914 zoon van: Jan Baptist VANHOOF en Anna Catharina CRUYSBERGHS Burgerlijke stand: gehuwd te MOL op 11/05/1859
Vrouw: VANHOOF Anna Maria° MOL, 26/06/1838 + MOL, 13/05/1901 dochter van: Jan Baptist VANHOOF en Catharina STAES Adres:Toemaathoek, 12, MOL Kinderen: 1.Maria Catharina VANHOOF ° MOL, 28/01/1861 2.Jozef VAN HOOF ° MOL, 04/08/1863 + MOL, Toemaathoek, 16/01/1842 (Seppeke) 3.Jozef VAN HOOF ° MOL, 28/10/1865 + MOL, Toemaathoek, 23/04/1937 (De Grote) 4.Maria Constantia VANHOOF ° MOL, 30/06/1867 + MOL, Toemaathoek, 17/02/1919 5.Ludovicus VANHOOF ° MOL, 28/04/1869 + MOL, Toemaathoek,19/01/1946 (Hein) 6.Jan Baptist VANHOOF ° MOL, 18/12/1870 (V/18-19) 7.Joannes Andreas VANHOOF ° MOL, 07/08/1872 + MOL, 25/07/1873 8.Joannes Franciscus VANHOOF ° MOL, 02/03/1874 9.Maria Justina VANHOOF ° MOL, 22/05/1876 + MOL, 20/08/1876 10.Ludovicus Josephus VANHOOF ° MOL, 31/08/1877 + MOL, 15/07/1946
38-39: familie WOUTERS BATEN - DIERCKX
Man: WOUTERS Jan Baptist° MOL, 26/02/1826 + MOL, 30/10/1873 zoon van: Theresia WOUTERS Burgerlijke stand: gehuwd te MOL op 16/06/1852
Vrouw: BATEN Anna Maria° MOL, 28/10/1829 + MOL, 30/11/1865 dochter van: Frans BATEN en Maria VERBRUGGEN Burgerlijke stand: gehuwd te MOL, 04/04/1866
Man: BOUWENS Jan Jozef° BALEN, 22/04/1853 + Mol, 02/07/1927 zoon van: Joannes Franciscus BOUWENS enMaria Regina BOONS Burgerlijke stand: gehuwd te MOL op 21/04/1879
Vrouw: VAN LIMBERGEN Maria Begga° MOL, 25/02/1854 + Mol, 27/01/1932 dochter van: Jan Baptist VAN LIMBERGEN en Anna Catharina VAN HOOF Kinderen: 1.Joannes Franciscus BOUWENS ° MOL, 27/11/1885 (V/20-21) 2.Maria Catharina BOUWENS ° MOL, 03/12/1887 3.Jan August BOUWENS ° MOL, 27/09/1890 4.Jozef Louis BOUWENS ° MOL, 21/07/1892 5.Maria Julia Odrada BOUWENS ° BALEN, 30/01/1895 6.Maria Odrada BOUWENS ° BALEN,
