E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Archief per week
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 15 . - FIG . 47 .
  • BESTE LEERLINGEN BEZOEKERS VAN FRITSKE2
  • FIG . 46 / 47 .STILLEVEN VAN CHARDIN .
  • FIG .48 / 49 . APPEL
  • FIG . 48 / 49 .
  • FIG . 50 / 51 . DE BEGRENZING VAN DE SCHADUWPARTIJEN.
  • FIG . 50 / 51 . DE BEGRENZING VAN DE SCHADUWPARTIJEN.
  • ART . NR . 15 , DE COMPOSITIE VAN HET STILLEVEN
  • ART . NR . 15 FIG . 44 . SCHEMA VAN DE COMPOSITIE
  • FIG . 43 . DE COMPOSITIE VAN HET STILLEVEN
  • ART . NR . 14 , a . HET EFFECT.
  • FIG . 36 . HET EFFECT
  • FIG . 37 . HET EFFECT
  • FIG . 38 . TINTEN - NUANCE
  • FIG . 39
  • FIG . 40
  • FIG . 41
  • FIG . 42 . HET EFFECT
  • ART . NR . 14 , TOONWAARDEN
  • FIG . 31
  • FIG . 32
  • FIG . 33
  • FiG . 34 .
  • ART . NR . 13 . d , SLAGSCHADUWEN OP VERTICALE EN OP SCHUINE VLAKKEN .
  • FIG . 14 en 15 . LINKS BIJ KUNSTLICHT . RECHTS BIJ ZONLICHT .
  • FIG . 22 , 23 , 24 , 25 en 26 .
  • FIG . 27
  • FIG . 28 . HET SPEL VAN LICHT EN SCHADUW BIJ EEN SAMENGESTELDE BELICHTING .
  • FIG . 29 .
  • FIG . 30 . HET SPEL VAN LICHT EN SCHADUW BIJ EEN SAMENGESTELDE BELICHTING .
  • ART . NR . 13 . c . NATUURLIJKE EN KUNSTMATIGE BELICHTING
  • ART . NR . 13 . d , - FIG . 19 , 20 , 21 , SCHADUW BIJ KUNSTLICHT
  • ART . NR .13 . d , - FIG . 16 , 17 , 18 , SLAGSCHADUW ZONNESTRALEN
  • FIG . 9 .
  • FIG . 10 .
  • FIG . 11
  • FIG . 12 .
  • FIG . 13
  • FIG . 7 en 8 , SLAGSCHADUW VAN EEN CILINDER
  • ART . NR . 13 . b , SLAGSCHADUWEN EN HUN PERSPECTIEF.
  • FIG . 6 . KUNSTMATIGE BELICHTING
  • FIG . 5 . KUNSTATIGE - LICHTBRON .
  • FIG . 4 . HET ZONLICHT KOMT VAN LINKS .
  • ART . NR . 13 . a , DE SCHADUW
  • ART . NR . 13 . - FIG . 1 . - EIGEN SCHADUW EN SLAGSCHADUW .
  • ART . NR . 13 - FIG . 2 . - SLAGSCHADUW ( ZON OP RIJ BOMEN )
  • FIG . 3 . - KUNSTMATIGE LICHTBRON
  • ART . NR . 13 . LICHT EN SCHADUW
  • ART . NR . 12 , d . VERSCHILENDE WIJZEN VAN UITVOERING
  • VERVOLG . FIG . 12 . c , DE ONDERDELEN
  • FIG . 51
  • FIG . 53
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT X - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XI - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XII - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XIII - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XIV - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 . c , - PLAAT XV - SCHETSEN VAN PERSONEN
  • ART . NR . 12 , c . DE ONDERDELEN
  • ART . NR . 12 , b . PRAKTISCHE RAADGEVINGEN HET MODEL
  • FIG . 49 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 50 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 .
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
  • FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
  • ART . NR . 12 . a , - FIG . 40 . - PERSPECTIEVISCHE SCHAAL VAN VERKLEINING
  • ART . NR . 12 , a . DE PERSPECTIEVE SCHAAL VAN VERKLEINING .
  • FIG . 41 en 42
  • FIG . 43 en 44
  • FIG . 45
  • FIG . 46
  • ART . NR . 12 . - FIG . 37 . - NOG IETS OVER PERSPECTIEF
  • ART . NR . 12 . -NOG IETS OVER PERSPECTIEF
  • FIG . 38 .
  • FIG . 38
  • FIG . 39
  • ART . NR . 11 , b . - PLOOIENVAL
  • FIG . 34 . PLOOIENVAL .
  • ART . NR . 11 , a . DE COMPLETE SCHETS
  • ART . NR . 11 . a , - FIG . 35 , 36 , a en b . - PLOOIEN
  • ART . NR . 11 . a , - PLAAT III . PLOOIEN IN HERENKLEDING
  • ART . NR . 11 . a , - PLAAT IV . PLOOIEN IN DAMESKLEDING
  • ART . NR . 11 . - DE PRAKTIJK
  • FIG . 33 . - AFBEELDINGEN IN BEWEGING
  • ART . NR . 11 . a , - FIG . 32 . - DE COMPLETE SCHETS
  • ART . NR . 10 , c . - HOUDINGEN EN BEWEGINGEN .
  • Fig . 27
  • FIG 28 .
  • FIG . 29 .
  • ART . NR . 10 , b . HET EVENWICHT . - DE LOODLIJNEN
  • ART . NR . 11 . - FIG 31 . - DE FIGUUR IN BEWEGING
  • ART. NR . 11 . - FIG . 30 . - VERSCHILLENDE STANDEN VAN FIGUREN IN RUST .
  • FIG . 24 . LEDEPOP . B , GEZIEN DOOR A.B.C.-SCHREM.
  • FIG . 25 . - LOODLIJNEN EN PUNTEN VAN ERKENNING.
  • FIG . 26 .
  • ART . NR . 10 , a
  • LEDEPOP , B
  • ART . NR . 10 . a , - PLAAT II - LEDEPOP B
  • DE A . B . C . LEDEPOP.
  • FIG . 22 en 23
  • ART . NR . 10 . - PLAAT I
  • ART .NR . 10 . SCHETSEN VAN PERSONEN .
  • ART . NR . 9 , b . DE VERKORTINGEN.
  • FIG . 15 , 16 , 17 .
  • FIG . 18 EN 19 .
  • FIG . 20
  • FIG . 21
  • ART . NR . 9 , a . DE VERKORTINGEN .
  • ART . NR . 9 . a , - FIG . 7 , 8 , 9 en 10 . - DE VERKORTINGEN .
  • FIG . 11 .
  • FIG . 12 .
  • FIG . 13 .
  • FIG . 14 .
  • ART . NR . 9 . HET SCHETSEN VAN PERSONEN .
  • FIG . 1 .
  • FIG . 2 .
  • FIG . 2 bis .
  • FIG . 2 bis .
  • FIG . 3
  • FIG . 4
  • FIG . 5
  • FIG . 6
  • ART . NR . 8 , a .
  • FIG . 71 .
  • FIG . 70 .
  • FIG . 69
  • ART . NR . 8 . DE BOUW EN DE DEFINITIEVE TEKENING .
  • FIG . 66
  • FIG . 67
  • FIG . 68
  • FIG . 56
  • FIG . 57 .
  • FIG . 58 en 59.
  • FIG . 58 en 59 .
  • FIG .60 en 61 .
  • .
  • FIG . 60 en 61
  • FIG . 62
  • FIG . 63
  • FIG . 64
  • FIG . 65 .
  • ART . NR . 7 a
  • FIG . 55 .
  • ART . NR . 7
  • FIG . 51 .
  • FIG . 52
  • FIG . 54 .
  • FIG . 53 . - GROTE VOORWERPEN MET KLEINERE OBJECTEN
  • ART . NR . 6 . a , - FIG . 50 . - SILHOUETTEN
  • ART . NR . 6 a
  • DE PERSPECTIEF VAN DE CIRKEL .
  • FIG . 43 .
  • FIG . 44 EN 44 BIS .
  • FIG . 45 .
  • FIG . 46 .
  • FIG . 47 .
  • FIG . 48 .
  • FIG .49
  • ART . NR . 6 DE HORIZON.
  • FIG . 38
  • FIG .30
  • FIG . 40
  • .
  • .
  • FIG . 40
  • FIG . 41
  • FIG. 42
  • Fig . 34
  • Fig . 35
  • Fig . 36
  • Fig . 37
  • ART .NR . 5
  • FIG .27 en 27 bis .
  • FIG . 28.
  • FIG . 29 .
  • FIG .30 .
  • FIG . 31 .
  • FIG . 32.
  • Fig . 33.
  • ART . NR. 4 b
  • ART . NR . 4 . b , - PLAAT II
  • ART . NR . 4 . a , - PLAAT I - DECORATIEVE VERSIERINGEN
  • Fig . 26 .
  • ART . NR. 4 a
  • Fig. 23
  • ART . NR . 4 . a , - FIG . 21 en 21 bis - FIG . 22
  • FIG . 25 . - PENSEELTEKENINGEN VAN JAPANSE KUNSTENAARS
  • FIG . 24 . - HET PENSEEL
  • ART . NR . 4 . - FIG . 13 . - HB POTLOOD
  • FIG . 17 . - CIRKELS OVALEN EN ELLIPSEN
  • FIG . 18 . - AFBEELDINGEN VAN DECORATIEVE VERSIERINGEN EN VOORWERPEN
  • ART . NR . 4 . - FIG . 19 en 20
  • ART . NR . 4 . - FIG . 14 , 15 en 16 . - LOSSE LIJNOEFENINGEN
  • ART . NR. 4 . - HET POTLOOD
  • Fig. 10 . - VOORBEELD VAN HET TEKENEN MET A.B. C. - SCHERM
    Mijn favorieten
  • Gastenboek
  • Groetjes uit Tessenderlo
  • Een aangenaam weekend.
  • Hallo Fritske.
  • Hallo Fritske.
  • Hallo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    "Altijd Welkom Bij fritske2"

    10-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 10 . a , - PLAAT II - LEDEPOP B
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 10 . a ,

    Plaat  II

    Ledepop  B

    10-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LEDEPOP , B
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ledepop , B

    10-04-2006 om 15:50 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 10 , a
    Art . Nr . 10 , a

    Hoe  Gebruiken
    wij  de  A.  B.  C.  ledepop

     Wij  vouwen  de  ledepop  op  de  aangebrachte  vouwlijnen .  Om  te  bereiken  dat  de  pop  in  de  juiste  stand  blijft  staan  moeten  wij  het  karton  op  de  gewenste  plaats  goed  omvouwen  en  even  tussen  duim  en  wijsvinger  vasthouden .  U  zult  zo  aan  de  ledepop  de  gewenst  houding  geven , in  aanmerking  genomen  dan  dat  er  geen  onnatuurlijke  bewegingen  tot  uitdrukking  gebracht  worden .  Vervolgens  zet  U  de  ledepop  op een  stukje  dik  karton  of  tripplex  vast  met  spelden  of  punaises ( duimspijkers )
    in  de  voeten  of  in  de  handen , al  naar  gelang  de  stand  die  hij  inneemt .  Op  die  manier  bent  U  er  zeker  van  dat  hij  blijft  staan  en  dat  U  met  plezier  en  zonder  veel  moeite  een  interessant  deel  van  onze  cursus  zult doorwerken..... Uw  toekomstige  modellen  lert  U  zien  in  hun  wezenlijke  uitdrukkingen  en  U  kunt  gemakkelijk  hun  lijnen , vlakken , hun  onderlingen  verhoudingen , hun  vormveranderingen  door  de  perspectief , de  verkortingen  enz , waarnemen .  Na  uw  ledepop  in  de  gewenste  stand  gezet  te  hebben  begint  U  met  hem  door  het  A. B. C . - scherm  te  tekenen .  Geef  U  goed  rekenschap  van  de  perspectief,  van  de  richting  van  de  vouwlijnen , van  het  samenkomen  van  de  vluchtlijnen , door  deze  te  verlengen .  Vergelijk  deze  richtingen  met  horizontale  en  verticale  lijnen .  Dit  gaat  gemakkelijk  met  de  ruitjesverdeling  op  het  scherm .  Overigens  is  hier  geen  enkel  verschil  met  de  reeds  uitgevoerde  tekeningen  volgen  deze  methode  in  onze  vorige  lessen .

    Wanneer  U  de  objecten  door  het  A. B. C. - scherm  observeert , kunt  U  dit  het  beste  doen  door  één  oog - bij  voorkeur  het  linker  - te  sluiten .  Op  die  wijze  onderdrukt  U  de  verschuiving  van  het  beeld , welke  zou  ontstaan  door  nu  met  het  rechter  oog , dan  weer  met  het  linker  oog  of  met  beide  ogen  naar  het  object  te  zien .  Doe  Uw  best  de  verhoudingen  tussen  de  verschillende  lijnen  en  vlakken ,  evenals  de  richting  waarin  zij  gaan , goed  waar  te  nemen .  U  kunt  zelf  ( dat  hebben  wij  reeds  aangeraden )  de  perspectief  controleren  door  de  vluchtlijnen  te  trekken , zoals  plaat I   laat  zien  .  Zeer  nuttig  is  het  dan  ook  om  de  ledepop  eerst  op  ooghoogte  te  tekenen  en  vervolgen  in  dezelfde  stand  onder  en  boven  ooghoogte .  Tenslotte  bestudeert  en  tekent  U  alle   verkortingen .  Wanneer  U  op  deze  wijze  tal  van  studies  heeft  gemaakt  van  Uw  ledepop  A , waarvan  de  omtreklijnen  uitsluitend  rechtlijnig  zijn  en  de  vlakken  rechthoekig , gaat  U  de  ledepop  B  gebruiken  welke  ook  bij  deze  les  hoort .  Zijn  vormen  komen  al  dichter  bij  die  van  het  menselijk  lichaam .  De  vouwen  blijven  echter  gelijk  en  laten  dezelfde  veelvuldigheid  van  houdingen  toe  en  dezelfde  perspectievische  verschijnselen .  Op  de  tweede  ledepop  ziet  U  zeer  dikke  lijnen  welke  overeenkomen  met  het  tot  het  uiterste  vereenvoudigde  schema  van  het  menselijk  geraamte .  Wij  spreken  hier  nog  over  en  zullen  er  veel  gemak  van  ondervinden .  De  ledepop  B  is  afgebeeld  op  plaat  II  en  laat  een  hele  serie  schetsen  zien , vol  beweging  en  levendigheid .  De  studies  met  ledepop  B  zullen  U , evenals  die  met  de  eerste  ledepop , veel  plezier  geven  doch  ook  meer  aandacht  vragen  omdat  de  vorm  minder  tot  de  grondvorm  teruggaat .  U  zult  telken  weer  nieuwe  standen  ontdekken , doch  bedenk  steeds  bij  Uzelf  of  die  standen  in  werkelijkheid  ook  mogelijk  zijn .  Bestudeer  daarom  ook  regelmatig  levende  figuren  en  boots  hun  standen  na  met  de  ledepop .  Bestudeer  vooral  de  perspectievische  vormveranderingen  en  verkortingen , welke  bij  deze  ledepop  al  meer  tot  de  werkelijke  vormen  komen .  Door  hier  en  daar  met  licht  en  donker  te  werken  of  er  silhouetjes  van  te  maken  kunt  U  al  heel  natuurlijke   beelden  verkrijgen .  Maar  eerst  is  het  noodzakelijk  om  onze  theoretische  kennis  aan  te  vullen .
      

    10-04-2006 om 16:21 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 26 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 26

    10-04-2006 om 16:24 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 25 . - LOODLIJNEN EN PUNTEN VAN ERKENNING.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 25
    Loodlijnen  en  punten
    van  erkenning .

    10-04-2006 om 16:26 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 24 . LEDEPOP . B , GEZIEN DOOR A.B.C.-SCHREM.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 24 .
    Ledepop  B  gezien  door 
    het  A. B. C. -scherm.

    10-04-2006 om 16:28 geschreven door Freddy


    11-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART. NR . 11 . - FIG . 30 . - VERSCHILLENDE STANDEN VAN FIGUREN IN RUST .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 .

    Fig . 30 .

    Verschillende  standen  van  figuren  in  rust .  Begonnen  wordt  met  het  schematische  geraamte  en  vervolgens  worden  de  belangrijkste  lijnen  aangegeven .

    Denk  aan  de  loodlijnen  x  v , zoals  ook 
    fig . 28  te  zien  geeft .  Let  bij  het  kind  vooral  op  de  verhouding  van  de  schedel  ten  opzichte  van  de  gehele  figuur .

    11-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . - FIG 31 . - DE FIGUUR IN BEWEGING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 .

    Fig . 31 .

    De  figuur  in  beweging .  Allereerst  eenvoudige , herhalende  bewegingen .  Daarna  oefenen  wij  ons  in  het  schetsen  van  een  eenmalige  beweging . 
    Hier  ziet  je  de  opzet  van  figuren  in  beweging .  Eerst  de  draadfiguur  en  daarna  de  lijnen  die  het  volume  bepalen .  Let  vooral  op  de  eenvoudige  aanduiding  van  het  hoofd .

    11-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 10 , b . HET EVENWICHT . - DE LOODLIJNEN
    Art . Nr . 10 , b

    Het  evenwicht .  -  De  loodlijnen

    Bij  elk  voorwerp  heeft  men  met  verhoudingen  te  maken  en  elke  houding , elke  beweging  is  onderworpen  aan  een  evenwicht .  Wij  hebben  al  genoeg  gesproken  over  verhoudingen  en  gaan  ons  nu  bezighouden  met  evenwicht  en  de  loodlijnen  die  ons  daarbij  zullen  helpen .  Wij  zullen  hiervoor  opnieuw  het  A.B.C. -scherm  gebruiken  en  U  zult  zich  stellig  herinneren  wat  wij  al  verteld  hebben  over  de  verdeling  in  vierkanten  van  een  tekening  of  foto ; beter  nog  van  een  werkelijk  model ,  met  drie  afmetingen ,  waargenomen  door  deze  doorzichtige  in  vakjes  verdeelde  plaat .  Nu  passen  wij  deze  werkwijze  eerst  toe  op  onze  ledepop  A , daarna  op  ledepop  B .  Wij  plaatsen  ze  op  een  redelijke  afstand  van  het  scherm , zodat  hun  afbeelding  er  in  z'n  geheel  binnenvalt  zonder  dat  deze  te  klein   wordt .  Fig . 24  laat  dit  zeer  duidelijk  zien .  U  zult  opmerken  dat  sommige  lijnen  van  het  mannetje  vrij  naukeurig  samenvallen  met  de  verticale  en  horizontale  lijnen  van  de  ruitverdeling .  Sommige  belangrijke  punten  van  de  ledepop  kunnen  juist  op  de  snijpunten  van  deze  lijnen  liggen .  Laten  deze  punten  dan  ook  richtpunten  voor  U  zijn  zodoende  steeds  weer  Uw  beginpunt  terug  te  kunnen  vinden .  Tevens  zullen  zij  de  opbouw  van  het  geheel  vergemakkelijken  en  kunt  U  dus  op  deze  wijze  gemakkelijk  de  belangrijke  lijnen  bepalen  dank  zij  het  samenvallen  van  deze  punten .  Bij  de  overige  lijnen  dient  U  zich  af  te  vragen  in  welke  mate  deze , hetzij  evenwijdige , hetzij  schijn , verwijderd  zijn  van  de  vaste  lijnen  de  ruitverdeling .  Maak  deze  studie  eerst  op  de  bladen  geruit  tekenpapier .  Naderhand  moet  U , evenals  U  dat  gedaan  heeft  met  voorwerpen  uit  de  vorige  lessen  ( hand  en  oog ) , proberen  studies  te  maken  op  gewoon  tekenpapier , want  anders  zouden  wij  teveel  gaan  wennen  aan  ons  ruitjespapier  en  per  slot  van  rekening  is  het  slechts  een  hulpmiddel .  Zo  langzamerhand  moeten  wij  dan  ook  het  A.B.C. -scherm  opbergen .  U  moet  het  scherm  evenwel  niet  te  snel  opbergen ; en  wanneer  U  het  niet  meer  gebruikt , houdt  het  dan  toch  in  gedachten  steeds  voor  U .  Het  moment  is  gekomen  om  verder  te  gaan  met  ons  kartonnen  mannetje  en  te  zien  op  welke  wijze  de  opbouw  vergemakkelijkt  kan  worden .  Wij  zullen  daartoe  meerdere  hulp -  en  richtingslijnen  in  onze  schets  moeten  betrekken , zoals  wij  dit  beschreven  hebben  in  het  tweede  van  de  les "oefening  van  hand  en  oog " .  Als  wij  fig . 25  bestuderen  kunnen  wij  vaststellen dat  een  loodlijn  neergelaten  kan  worden  door  de  punten  A, B, C, D, en  E;  door  de  punten  F  en  G ;  door  H  en  I .  Ook  de  elleboog  ( J ), de  hiel ( K ),  en  de  knie  ( L )  liggen  op  eenzelfde  loodlijn  evenals  de  punten  M, N, O  en  P .  Daarentegen  zien  wij  dat  de  punten  Q, R  en  O  op  een  horizontale  lijn  liggen ,  evenals  S  en  L  en  ook  T  en  D ,  enz...
    Op  die  manier  zijn  wij  een  twintigtal  nauwkeurige  richtpunten  rijk  !  Het  opzoeken  van  deze  punten  moet  altijd  het  eerste  werk  zijn  bij  het  schetsen  van  een  figuur , want  alleen  op  die  manier  kunnen  wij  tot  een  evenwichtige  stand  komen .  In  onze  fig . 25  zijn  wij  trouwens  wel  een  beetje  geholpen  door  de  talrijke  samenvallingen  van  de  punten  om  zodoende  een  duidelijke  uiteenzetting  te  kunnen  geven .  Maar  in  het  algemeen  zult  U  steeds  de  gelegenheid  krijgen  om  dit  soort  waarnemingen  te  doen .  Zie  deze  zwemster  ( fig. 26 ) .  Wij  merken  al  dadelijk  op , dat  de  loodlijn  1  de  punt  van  de  rechter  borst  raakt  en  uit  komt  op  de  linker  voet .  De  loodlijn  2  gaat  langs  wang  en  raakt  de  linker  hiel .  De  loodlijn  3 verbindt  het  rechter  oor  en  de  rechter  elleboog .  De  loodlijn  rechter  oor  en  de  rechter  elleboog .  De  loodlijn  4  gaat  langs  de  rechte  zijde  van  het  haar , loopt  over  de  linker  schouder  en  gaat dan  rakelings  langs  de  linker  bil .  Op  de  horizontale  lijn  A  liggen  de  basis  van  de  hals  en  de  linker  schouder .   Lijn  B  verenigt  rechter  borst  en  linker  elleboog , terwijl  C  rechter  heup  en  linkerhand  snijdt .  U  zult  gemakelijk  zelf  dezelfde  loodlijnen  en  horizontalen  kunnen  zien ;  bijvoorbeeld  bij  een  stamdbeeld .  En  van  daar  naar  het  waarnemen  van  een  levend  model  dat  ombeweeglijk  voor  U  staat , is  slechts  één  stap .  En  neem  deze  stap  dan  ook , flink  en  zonder  aarzelen , want  door  de  voorgaande  eoefeningen , welke  U  ernstig  en  veelvuldig  gemaakt  heeft , zal  het  U  zeker  lukken .  Ten  overvloede  sommen  wij  nog  eens  de  voorbereidende  studie  op  :

      1e .  Waarneming  en  tekenen  van  ledepop  A  in  verschillende  standen  gezien  door  het  A.B.C. - scherm . 

      2 .  Waarneming  en  tekenen  van  ledepop  A  in  verschillende  standen  zonder  hulp  van  het  A.B.C. - scherm .

      3e .  Waarneming  en  tekenen  van  ledepop  B  in  verschillende  standen  gezien  door  het  A.B.C. - scherm .

      4e .  Waarneming en  tekenen  van  ledepop  B  in  verschillende  standen  zonder  hulp  van  het  A.B.C. -scherm .

      Steeds  en  in  alle  gevallen  dient  U  met  aandacht  en  nauwgezetheid  te  werk  te  gaan  en  niet  proberen  om  " eventjes  gauw "  de  loodlijnen  op  te  zoeken , het  perspectievisch  verloop  na  te  gaan  of  de  verkortingen   te  bekijken .  Bewaar  het  A.B.C. - scherm  zorvuldig ; het  zal  U  steeds  van  pas  komen  om  de  juist  plaatsing  van  Uw  objecten  vast  te  stellen , of  het  nu  stillevens , landschappen  of  figuren  zijn .  Gebruik  het  in  alle  gevallen  waar  twijfel  mogelijk  is , net  zo  lang  totdat  U  ervan  overtuigd  bent  om  het  zonder  te  kunnen .  Doch  blijf  het  in  gedachten  steeds  voor  U  houden , wanneer  U  vrije  schetsen  gaat  maken , maar  denk  er  wel  aan  dat  het  werkelijke  tafereel  enigszins  gebogen  is  in  tegenstelling  tot  het  volkomen  verticale  vlak  van  het  scherm .

    11-04-2006 om 11:48 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 29 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 29 .
    Een  groepje , slechts  aangeduid  door  het
    schemtische  geraamte . 

    11-04-2006 om 12:09 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG 28 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig. 28 .
    Rechts  :  Het  schematische  geraamte  is  door  stippellijnen  aangegeven .
    links :  Allen  het  geraamte  al  maakt  ons  de  stand  duidelijk .

    11-04-2006 om 12:13 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 27
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 27 .
    Het  schemtische  geraamte is  voldoende  om  een  stand  duidelijk  te  maken .

    11-04-2006 om 12:16 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 10 , c . - HOUDINGEN EN BEWEGINGEN .
    Art . Nr . 10 , c

    Houdingen  en  Bewegingen .

      Wij  hebben  hier  al  opgemerkt  dat  op  ledepop  B  de  lijnen  van  een  zeer  eenvoudig  schema  van  het  menselijk  geraamte  zijn  aangegeven .  Deze  lijnen  zullen  het  eenvoudigste  middel  blijken  te  zijn  om  houdingen  en  bewegingen  tot  uitdrukking  te  brengen .  Deze  lijnen  nu  zult  U  gaan  betrekken  in  Uw  nieuwe  schetsen  van  de  ledepop .  Zij  zullen  het  belangrijkste  deel  uitmaken  van  Uw  waarnemingen , zonder  dat  U  de  vormverschijningen  van  de  vlakken  verwaarloost , waaruit  deze  ledepop  is  opgebouwd .  U  schetst  echter  alleen  de  lijnen  van  het  geraamte  en  verkrijgt  op  deze  wijze  de  zogenaamde  " draadfiguur " ,  de  meest  simpele  weergeve  van  een  bepaalde  stand .  Probeer  dus  altijd  dit  geraamte  voor  te  stellen  in  het  levende  lichaam  van  de  personen  die  U  gaat  schetsen .  Bekijk  daartoe  fig. 28 .  Wij  kunnen  U  niet  genoeg  aanraden  om  toch  vooral  methodisch  en  stap  voor  stap  te  werk  te  gaan  volgens  de  beschrijving , welke  wij  in  het  vorige  en  dit  hoofdstuk , gegeven  hebben .  Pas  dan  kunt  U  verzekerd  zijn  van  een  goed  resultaat .  Wanneer  U  wilt , kunt  U  zelf  uit  stevig  karton  meerdere  ledepoppen  maken  om  U  zodoende  te  oefenen  in  het  schetsen  van  personen.  Ook  zult  U  dan  een  rij  ledepoppen  kunnen  vormen  en  aan  de  hand  daarvan  de  perspectivische  schaal  van  verkleining  kunnen  obseveren .   

    11-04-2006 om 14:54 geschreven door Freddy


    12-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . a , - FIG . 32 . - DE COMPLETE SCHETS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 . a ,

    Fig . 32 .

    De  complete  schets

    12-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 33 . - AFBEELDINGEN IN BEWEGING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 33 .

    Afbeeldingen  in  beweging .

    12-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . - DE PRAKTIJK
    Art . Nr . 11

      DE  PRAKTIJK

    HET  SCHETSEN  NAAR  LEVEND  MODEL

      Om  een  persoon  te  schetsen  is  het  voor alles  van  belang  om  houding , gebaar  en  beweging  te  leren  doorzien .  Geen  enkele  tekenaar  of  schilder , hoe  groot  zijn  technische  vaardigheid  ook  is , zal  een  goede  schets  maken  als  hij  zijn  model  niet  begrijpt .  Onze  draadfiguur  zal  U  echter  steeds  kunnen  helpen  om  stand  en  beweging  te  leren  zien  en  begrijpen  en  het  mogelijk  maken  deze  in  grote  lijnen  op  te  zetten .  Dit  zijn  dus  inderdaad  de  lijnen ,  die  in  tegengestelde  richtingen , evenwijdig  of  schuin , elk  onderdeel  van  de  figuur  volgen .  In  het  eerste  stadium  houden  we , zoals  wij  het  al  met  de  ledepop  gedaan  hebben , geen  rekening  met  de  uiterlijke  verschijningsvormen .  Elk  onderdeel  van  ons  model  geven  wij  dus  met  een  enkele  lijn  weer  en  bouwen  het  geheel  op  tot  wij  de  draadfiguur  verkrijgen .  Wanneer  wij  het  model  goed  observeren  zal  het  ons  mogelijk  zijn  om  in  zeer  korte  tijd  de  voornaamste  lijnen  van  houding  en  beweging  weer  te  geven .  Bij  het  schetsen  van  de  draadfiguur  komt  het  niet  alleen  aan  op  de  juist  richting  van  de  lijnen  maar  ook  op  de  juistheid  van  hun  onderlinge  verhoudingen , welke  overeen  moeten  komen  met  de  werkelijkheid , zie  fig . 30 .  Om  in  het  begin  de  moeilijkheden  niet  al  te  groot  te  maken  zullen  wij  eerst  personen  in  een eenvoudige  stand  schetsen .  Naarmate  wij  vorderen  gaan  wij  ons  bezighouden  met  ingewikkelder  standen , doch  nog  steeds  van  modellen  in  rust .  Op  deze  wijze  zult  U  zich  het  beste  oefenen  om  de  eenvoudige  lijnen  en  vormen  van  de  ons  bekende  ledepop  en  draadfiguur  te  leren  omzetten  in  de  werkelijke  vorm  van  het  levende  model .  Een  zeer  nuttige  methode  is  ook  om  op  de  draadfiguur  een  vel  transparant  papier  te  leggen  en  daarop  de  juiste  vormen  van  Uw  model  te schetsen .  U  dient  zich  daarbij  evenwel  te  beperken  tot  de  hoofdvormen  en  de  bijkomstige  details  weg  te  laten .  Wanneer  U  deze  schetsen  op  het  transparante  papier  met  een  kleurpotlood  maakt  zult  U  de  zarte  lijnen  van  de  draadfiguur  beter  kunnen  blijven  volgen .  Na  voldoende  oefening  kunt  U  dan  vervolgens  proberen  om  los  van  de  draadfiguur  de  stand  nogmaals  te  schetsen , desnoods  op  tranparant  papier ,  omdat  U  het  geheel  kunt  controleren  door het  weer  op  de  draadfiguur  te  leggen .  Het  woord  stand  betekend  niet  dat  men  zijn  modellen  zal  moeten  laten  poseren .  Op  deze  wijze  zal  de  houding  spoedig  iets  verstarrends  krijgen  . Uw  jachtterein -  de  schets ,  is  indedaad  een  echte  jacht...  en  hoe  opwindend .  Schets  uw  figuren  op  straat , in  parken  en  wachtkamers .  Onvermijdelijk  zullen  Uw  modellen  U  parten  spelen  door  plotseling  van  houding  te  veranderen .  Laat  U  hierdoor  niet  van  de  wijs  brengen .  Blijf  waarnemen  zonder  haasten  en  zonder  opwinding .  Wanneer  U  goed  heeft  gestudeerd  zult  U  stellig  in  staat  zijn  om  na  de  eerste  lijnen  de  rest  van  de  figuur  uit  het  hoofd  verder  te  schetsen .  Bedenk  altijd  dat  het  in  dit  stadium  van  de  studie  niet  gaat  om  de  precieze  afbeelding  van  de  persoon , maar  dat  U  tracht  de   menselijke  figuur  te  leren  doorgronden  in  vorm  en  verhouding .  Met  andere  woorden  : het  gaat  hier  nog  niet om  " het  potret  van  Uw  model ".  U  moet  een  verantwoorde  figuurschets  maken !  Al  wat  U  zult  hebben  opgemerkt , hoe  gering  dit  ook  is , zal  op  zichzelf  een  niet  te  verwaarlozen  winst  zijn .  Uitgaande  van  dit  beginsel  kunt  U  trachten  om  de  schets  af  te  maken  zonder  het  model , dank  zij  de  herinnering  die  U  ervan  bewaard  heeft , een  herinnering , die  des  te  zuiverder  zal  zijn ,  naarmate  U  Uw  model  beter  heeft  waargenomen .  In  elk  geval  zult  U  zich  bij  het  schetsen , naar  levend    model , toch  moeten  oefenen  om  niet  te  traag  te  werken .  Tracht  de  twee  opeenvolgende  bewerkingen  ( lijnen  van  de  draadfiguur ; daarna  het  aangegeven  van  de  omvang ) steeds  sneller  uit  te  voeren .  Als  U  regelmatig  oefent  zult  U  weldra  in  staat  zijn  om  in  het  snelle  tempo  dat  vereist  is , te  komen  tot  het  schetsen  van  figuren  in  actie .  Dit  zal  dan  ons  tweede  stadium  zijn .  U  laat  Uw  model  dus  een  bepaalde  handeling  uitvoeren  die  hij  regelmatig  herhaalt , bijvoorbeeld : vegen , hameren , spitten  enz.  In  het  begin  ook  weer  niet  te  ingewikkelde  of  te  snelle  handelingen , maar  tempo  en gebaar  langzaam  opvoeren .  Ook  bij  deze  schetsen  gaan  wij  uit  van  de  draadfiguur  en  daarna  geven  wij  de  omvang  aan , zoals  fig. 31  dit  laat  zien .  Vervolgens  wagen  wij  ons  aan  snellere  bewegingen , die  niet  verschillende  keren  na  elkaar  worden  uitgevoerd  en  waarbij  het  dus  aankomt  op  een  éénmalige  observatie  ( fig. 31 ) .

    12-04-2006 om 13:08 geschreven door Freddy


    13-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . a , - PLAAT IV . PLOOIEN IN DAMESKLEDING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 . a ,

    Plaat  IV .

    Plooien  in  dameskleding .

    13-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . a , - PLAAT III . PLOOIEN IN HERENKLEDING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 . a ,

    Plaat  III .

    Plooien  in  herenkleding .

    13-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 . a , - FIG . 35 , 36 , a en b . - PLOOIEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 11 . a ,

    Fig . 35 , 36 , a  en  b .

    Het  is  voldoende  om  de  plooien  aan  te  duiden  bij  de  buiging  van  de  armen .

    a , In  zijaanzicht .
    b , In  driekwart  aanzicht

    13-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 , a . DE COMPLETE SCHETS
    Art . Nr . 11 , a

      De  complete  schets

      Tenslotte , en  dat  is  dan  het  het  derde  stadium , komen  wij  tot  de  complete  schets .  Waarin  verschilt  nu  deze  van  de  voorgaande ?  Laten  wij  voorop  stellen  dat  het  hier  niet  gaat  om  een  studie  of  een  waarneming  van  kleine  onderdelen ;  hun  weergave  dient  tot  het  uiterste  beperkt  te  blijven .  In  een  schets  moet  men  allereerst  het  belangrijkste  leren  zien  en  vastleggen  en  dat  alleen !  Het  is  dus  van  belang  om  die  vormen  en  lijnen  uit  te  kiezen , zonder  welke  de  figuur  niet  zou  kunnen  bestaan  en  die  vanzelf  de  ontbrekende  gedeelten  te  voorschijn  roepen .  U  zult  dus  met  veel  overleg  moeten  observeren .  Overigens  zou  U  ook  eenvoudig  de  tijd  niet  hebben  om  alles  weer  te  geven .  Wees  dus  gemakkelijk , maar  na rijp  beraad .  De  complete  schets , dat  wil  zeggen  beperkt  tot  enkele  noodzakelijke  en  voldoende  onderdelen  voor  het  goede  begrip  van  het  model , van  het  type , van  zijn  karakter , van  zijn  houding , van  zijn  gebaar ,  zou  kunnen  bestaan  uit  het  begin - schema  van  de  draadfiguur , waarom - heen  wij  snel  het  volume  aanbrengen  .  De  lijnen  hiervan  zullen  evenwel  soepeler  moeten  zijn  en  zuiverde  de  rondingen  van  de  vormen  moeten  volgen .  Zij  mogen  niet  eenvoudigweg  bestaan  uit  ruw  aangegeven  lijnen  die  evenwijdig  lopen  aan  die  van  de  draadfiguur  en  de  vorm  tot  het  uiterste  terugbrengen .  De  draadfiguur  ontstaat  bij  het  zien  van  het  model  als  het  ware  in  uw  gedachten  en  U  zult  hem  in  die  geest  op  uw  papier  overbrengen  en  uw  hand  zal  hem  als  gids  blijven  volgen .  De  snelheid  van  uitvoering  zal  erbij  winnen  zonder  dat  zuiverheid  en  naukeurigheid  verloren  gaan .  Het  moet  inderdaad  snel  gaan .  Maar  omdat  het  onvermijdelijk  is  te  steunen  op  hulp - en  richtingslijnen , zult  U  de  lijnen  van  de  draadfiguur  langzamerhand  vervangen  door  enkele  wezenlijke  lijnen  van  het  model  zelf .  Welke  zijn  deze  lijnen ?  Welnu , die , waarvan  U  denkt  dat  ze  het  meest  sprekend  zijn  voor  een  bepaalde  stand  en  beweging .  Dus  lijnen  waarop  de  gehele  figuur  steunt !  Wij  hebben  dit  aangegeven  door  een  dikke  lijn  op  onze  afbeeldingen  32  en  33 .  Als  U  deze  lijnen  ineens  op  hun  plaats  heeft  kunnen  brengen , als  U  hun  juiste  richting  en  verhouding  heeft  aangegeven , dan  zal  het  aanbrengen  van  de  overige  lijnen  U  weinig  moeite  meer  opleveren .  Wees  er  in  elk  geval  van  overtuigd , dat , als  U  geen  tijd  heeft  gehad  om  hem  af  te  maken , uw  schets  al  een  goede  schets  zal  zijn , wanneer  U  alleen  al  die  lijnen   heeft  gezien  en  weergegeven .  En  trouwens , wanneer  het  model  is  verdwenen , kan  men  steunen  op  zijn  visuele  herinnering  en  het  geheel  toch  nog  voltooien .  Hierbij  zult  U  geholpen  worden  door  uw  vormenkennis  welke  U  in  de  loop  van  deze  les  verkregen  heeft .  Maar  nogmaals , ga  niet  te  ver , stoor  U  niet  teveel  aan  onbelangrijke  details , zij  zullen  de  schets  alleen  maar  ingewikkelder  maken  en  dragen  toch  niet  bij  tot  de  algemene  uitdrukking .  Wij  dringen  hier  stelleg  niet  zonder  meer  aan  op  eenvoud .
    Wanneer  U  nogmaals  plaat I  ( met ledepop A )  bekijkt  zult  U  het  met  ons  eens  zijn  dat  deze  schetsen , in  al  hun  eenvoud  voldoen  aan  de  behoefte  stand  of  beweging  voor  ons  op  te  roepen .  Let  bij  uw  schetsen  vooral  op  de  perspectievische  verschijnselen ; kijk  goed  waar  de  horizon  loopt .  Schenk  alle  aandacht  aan  de  verkortingen  en  maak  hiervan  desnoods  even  aparte  studie's .

    13-04-2006 om 12:13 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 34 . PLOOIENVAL .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 34
    De  plooien  in  een  colbert
    schematisch  voorgesteld .  De  hoofdrichtingen
    zijn  met  stippelijnen  aangegeven .
    ( foto  hier onder )

    13-04-2006 om 14:02 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 11 , b . - PLOOIENVAL
    Art . Nr . 11 , b

    De  onderdelen - Plooienval.

      Ongetwijfeld  zullen  in  de  complete  schets  bepaalde  onderdelen  om  enige  uitwerking  vragen .  Als  men  zijn  modellen  een  gezicht  wil  geven , zullen  alleen  die  lijnen  van  het  gelaat  worden  aangegeven  die  kenmerkend  zijn  voor  het  type .  Gelijkenis  zoeken  wij  echter  geenszins .  Op  dezelfde  wijze  gaan  wij  te  werk  met  de  handen  en  de  voeten  en  ook  daarvan   geven  wij  slechts  een  sterk  vereenvoudigde  vorm  weer .  Bij  de  kleding  zal  ons  oog  in  de  meeste  gevallen  getrokken  worden  door  een  opmerkelijke  plooienval .  Beginners , wij  weten  dit ,  worden  in  de  war  gebracht  door  het  schijnbaar  ingewikkelde  vormenspel  van  de  plooien  in  de  stof .  Welnu , dezelfde  plooien  zien  wij  in  alle  kledingstukken  omdat  zij  steeds  op  dezelfde  wijze  gevormd  worden .  Wanneer  wij  dus  het  principe  van  de  plooivorming  begrijpen , kunnen  wij  ook  iedere  plooienval  tekenen .  Wij  zien  dit  bij  de  mouw , waar  hoogten  en  diepten  van  de  plooien  zich  volgen  eenzelfde  schema  vormen .  Ook  bij  pantalons  en  rokken  kunnen  wij  dit  waarnemen .  Regelmatig  schetsen  naar  levend  model  is  dan  vanzelfsprekend  de  enige  manier  om  achter  deze  geheimen  te  komen .  Het  weergeven  van  de  plooien  dient  met  simpele  lijnen  te  gebeuren , waarbij  voor  dezelfde  stof  en  houding  ook  lijnen  van  dezelfde  aard  gebezigd  worden .  Door  uw  visuele  herinnering  zult  U  voortaan  bijna  vanzelf  de  vouw  daar  aangeven  waar  hij  moet  zijn  en  zoals  hij  moet   zijn  en  op  die  wijze  het  gebaar  of  de   houding  ondersteunen .  Er  zijn  fraaie  plooien , als  we  dat  mogen  zeggen , die  zich  vormen  bij  kledingstukken  van  goede  snit ; andere  die  kenmerkend  zijn  voor  veel  en  langgedragen  kledinstukken .  Observeert  deze  bijzonderheden !  Zij  zullen  veeal  samengaan  met  andere  bepalende  elementen  van  het  karakter  van  de  persoon :  houding , stand  van  het  hoofd  en  de  ledematen ,  enz.  Door  dit  goed  te  bestuderen  zullen  uw  schetsen  levendiger  en  echter  worden .  De  vouwen  doen  dus  het  lichaam  onder  de  kleding  uitkomen !  Die  tengevolge  zult  U  dus  altijd  de  hals , de  polsen  en  handen  en de  benen  zo  moeten  tekenen  dat  zij  werkelijk  bij  de  gehele  figuur  behoren .  Hun  voortgezette  lijnen  onder  de  kleding  moeten  als  het  ware  voelbaar  zijn .  Bijzondere  aandacht  dienen  wij  te  besteden  aan  kragen  en  revers .  Daar  de  hals  cilindervormig  is  zullen   kraag  en  revers  zich  nauw  bij  deze  vorm  aansluiten  en  zijn  dus  aan  dezelfde  perspectievische  wetten  onderworpen .  In  fig . 36   laat  de  stippellijn  duidelijk  de  voortzetting  van  de   vloeiende  vorm  zien .  U  ziet  dat  steeds  de  perspectief  tussen  beide  komt , zowel  bij  het  weergeven  van  ruimtelijke  voorwerpen , als  bij  dat  van  vlakken , waarvan  onze  ledepoppen  A  en  B  zijn  gevormd.

    13-04-2006 om 15:24 geschreven door Freddy


    14-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 39
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 39 .

    14-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 38
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 38

    14-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 38 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 38 .

    14-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 . -NOG IETS OVER PERSPECTIEF
    Art . Nr . 12

    NOG  IETS  OVER  PERSPECTIEF

       Door  de  vlakken  van  fig . 37  (A  en  A' )  bij  elkaar  te  brengen  is  het  gemakkelijk  ruimtelijke  vormen  te  contrueren  ( B  en B' )  waarbinnen  wij  de  cilindrische  vormen  ( C  en C' )  kunnen  insluiten , welke  de  vormen  benaderen  waaruit  een  menselijk  figuur  is  opgebouwd .  Het  zal  moelijker  zijn  om  de  raakvlakken  van  twee  haaks  op  elkaar  staande  cilinders  te  doen  uitkomen .  De  doorsnee  van  een  cilinder  is  een  cirkelvorm  wanneer  deze  doorsnede  recht  is , en  ellipsvormig  wanneer  hij  schuin  is  doorgesneden .  Deze  ellips  en  deze  cirkel  zullen  meer  of   minder  vervormd  zijn , afhankelijk  van  de  hoek  waaronder  wij  ze  zien .  Dit  komt  duidelijk  uit  in  onze 
    Fig. 38  D .  In  de  eerste  schets  zien  wij  de  gebogen  arm  zuiver  van  opzij .  Hier  doet  de  raaklijn , die  overeenkomt  met  de  onderste  doorsnee  van  de  verticale  cilinder  of  van  de  arm  gehuld  in  een  mouw , zich  voor  als  een  rechte  lijn , daar  waar  deze  doorsnee  samenvalt  met  die  van  de  horizontale  cilinder , welke  de  onderarm  voorstelt .  Zo  zal  in  het  algemeen  de  buigingsplooi  van  de  mouw  zich  voordoen .  In  de  tweede  voorstelling  zien  wij  er  schuin  van  voren  tegenaan .  De  lijn  die  de  plooi  voorstelt  is  nu  bol  geworden , omdat  wij  de  cilinder  in  perspectief  zien .  Daartegenover  zien  wij  in  de  derde  afbeelding  ditzelfde  schuin  van  achteren .  Deze  plooilijn  loopt  dus  rond  in  tegenovergestelde  richting . In  het  eerste  geval  komt  de onderarm  naar  ons  toe .  In  het  tweede  gaat  hij  van  ons  af , waarbij  de  bovenarm  dus  dichter  bij  ons  oog  is .  De  afbeelding  E  tonen  verschillende  toepassingen  van  deze regel , die  zowel  voor  de  benen  als  voor  de  armen  geldt .  Een  ander  perspectivisch  verschijnsel  van  eenzelfde  soort  zullen  wij  zien  bij  de  lijn  die  de  ronde  onderkant  van  een  jurk  of  van  een  mantel  begrenst . Deze  lijn  zal  zich  voordoen  als  een  rechte  horizontale  of  als  een  ronde  lijn ; hol  of  bol ,  al  naar  gelang  de  hoogte  waarop  zich  de  figuur  bevindt .  Wanner  U  fig . 39  goed  bestudeert  zal  het  U  stellig  geen  moeilijkheden  meer  opleveren .  Vanzelfsprekend  geeft  in  werkelijkheid  de  onderrand  van  een  jurk  deze  regelmatigheid  in  omtrek  niet  te  zien .  Maar  de  regel  blijft  er  niet  minder  toepasselijk  om .  U  zult  dit  ook  zien  bij  de  meisjes  op  de  trede  van  een  trap  ( fig . 40 ) .  De  horizon  ligt  hier  op  H .  Wat  betreft  de  cilinder  rechts ;  deze  toont  door  zijn  boven  elkaar  liggende  doorsneden , de  nog  steeds  door  de  perspectief  veroorzaakte  vormveranderingen .  Hetzelfde  geld  voor  het  been  van  de  figuur . 40  , waarvan  wij  een  reus  hebben  gemaakt , omdat  wij  het  perspectivisch  verloop  van  de  banden  in  de  kousen  duidelijk  kunnen  volgen .

    14-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 . - FIG . 37 . - NOG IETS OVER PERSPECTIEF
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 12 .

    Fig . 37 .

    Nog  iets  over  perspectief

    14-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    15-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 46
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 46

    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 45
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 45

    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 43 en 44
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 43  en  44 .
    Constructie  van  de  verkleingsschaal
    welke  U  toegepast  ziet  in  fig . 45  en  46 .

    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 41 en 42
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 41  en  42.

    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 , a . DE PERSPECTIEVE SCHAAL VAN VERKLEINING .
    Art . Nr . 12 , a

    De  Perspectivische  schaal  van  verkleining .

      In  dezelfde  fig . 40  zien  wij  de  toepassing  van  een  andere  regel , die  niet  minder  belangrijk  is .  Niets  nieuws  echter , wij  zijn  er  al  mee  bekend  !  Het  gaat  hier  nog  steeds  over  de  perspectief , die  wij  zullen  terugvinden  bij  iedere  stap  voorwaarts .  Wij  hebben  al  gezegd  en  herhaald  dat  de  lijnen -- en  dientengevolge  de  vlakken  en  de  ruimtelijke  figuren  welke  zij  begrenzen -- naar  het  schijnt  afnemen  in  lengte naarmate  zij  zich  van  ons  verwijderen .  De  fig . 41 , 43  en  44  laten  schematisch  die  schijnbare  verkleiningen  in  de  hoogte  zien , die  paaltjes , van  dezelfde  afmeting  op  verschillende  afstanden , zullen  ondergaan .   In  fig .  42, 45  en  46  zien  wij  hetzelfde , maar  nu  met  figuren  die, naar  wij  zullen  aannemen  allen  even  groot  zijn  en  op  een  rij  geplaatst  zijn .  Doch  laten  wij  eerst  het  eenvoudigste  geval  bekijken .  Veronderstellen  wij  een  paaltje 
    A  A'  voor  ons  geplaatst , een  beetje  rechts , terwijl  onze  horizon  zich  op  H  bevindt .  Ons  oog  ligt  tegenover  punt  P  op  deze  lijn .  Nu  trekken  wij  de  vluchtlijnen  AP  en  A'P  en  richten  tussen , deze  vluchtlijnen  de  verticale  lijnen  BB' , CC'  en  DD'  enz.  op .  Waar  deze  verticale  lijnen  zich  ook  bevinden , zij  vertegenwoordigen  steeds  het  beeld  van  het  paaltje  AA' , terwijl  deze  hoogten  schijnbaar  afnemen  naarmate  zij  verder  weg  zijn .  Wij  krijgen  hier  dus  het  beeld  van  de  voortgaande  verkleining  van  AA'  in  de  lijn  AA'  P .  Als  wij  het  paaltje  A'  vervangen  door  een  persoon  krijgen  wij  op  dezelfde  manier  het  beeld  van  zijn  voortgaande  verkleining  en  als  wij  veronderstellen  dat  het  nog  steeds  gaat  om  mensen  van  dezelfde  lengte , zullen , wij  op  ditzelfde  lijnstuk , waar  wij  het  willen , andere  personen  kunnen  plaatsen , waarvan  de  hoogte  ons  heel  goed  de  indruk  zal  geven  van  de  afstand , waarop zij  zich  met  betrekking  tot  elkaar  en  met  betrekking  tot  ons  oog  bevinden  ( fig . 42 ) .  Wij  brengen  nu  horizontale  lijnen  aan  door  de  twee  uiteinden  van  de   verticale  lijnen , die  paaltjes  of  personen  voorstellen  en  richten  dan  tussen  deze  horizontalen , nieuwe  verticale  lijnen  op , zoals  aa' , bb' , cc'  enz ... Wij  verkrijgen  dan  het  beeld  van  paaltjes  die  praktisch  op  dezelfde  afstand  liggen  voor  ons  oog  zoals  AA' , BB'  en  CC'  enz ..  hetzij  rechts , hetzij  links , op  eenzelfde  lijnstuk  dat  van  links  naar  rechts  loopt .  De  schijnbare  lengte  van  personen  die  zich  ter  hoogte  van  één  van  dezer  bevinden , meer  of  minder  van  ons  verwijderd , kunnen  wij  op  dezelfde wijze  verkrijgen  ( fig. 43 , 44  en  45 ) .  Wel  dient  U  goed  te  begrijpen  dat  het  hier  gaat  om  de  theorie , uitsluitend  bestemd  om  uw  waarnemingen  naar  levend  model  te  steunen .  Enerzijds  verschilt  de  lengte  van  de  mensen  in  werkelijkheid  ( hoewel  niet  zo  veel )  en  anderzijds  kunnen  wij  onze  evenwijdige  horizontale  lijnen  niet  te  ver  verlengen  naar  rechts  en  naar  links , anders  zouden  de  verticale  lijnen , die  wij  ertussen  oprichten , uiterst  rechtse  en  uiterst  linkse ,  hoewel  geplaatst  op  dezelfde  voorgrond , paaltjes  vertegenwoordigen , die  veel  verder  van  ons  verwijderd  zijn  dan  die  welke  precies  tegenover  ons  staan  en  zij  zouden  dan  niet van  dezelfde  hoogte , maar  kleiner  moeten  schijnen .  Overigens  zouden  wij  ze  ook  niet  kunnen  opnemen  in  ons  dezichtsveld .  In  fig . 46  hebben  de  afmetingen  van  de  deur  gediend  als  uitgangspunt  om  aan  de  dienstbode , die  zich  op  de  drempel  bevindt , een  passende  lengte  te  geven .  Twee  horizontale  lijnen , waarvan  de  één  over  haar  hoofd  gaat  en  de  ander  langs  haar  voeten , geven  ons  de  lengte ons  de  lengte van  het  dikke  mannetje  die  op  dezelfde  hoogte  staat .  Het  vluchtpunt  P  op  de  horizon  is  bepaald  door  het  snijpunt  van  de  horizontale  en  in  werklijkheid  evenwijdige  lijnen  van  de  deur , de  ramen  enz .. Wij  brengen  twee  schuine  vluchtlijnen  aan ,  de  ene  het  hoofd  van  hetzelfde  mannentje  rakend , de  andere  langs  zijn  voeten  en  wij  kunnen  op  die  wijze  de  lengte  bepalen  van  alle  andere  figuren .  In  onze  fig . 40 -  meisjes  op  de  trede  van  een  trap - zijn  de  respectievelijke  afmetingen  van  de  twee  eersten  bepaald  door  te  werk  te  gaan  zoals  wij  reeds  hebben  aangegeven ,  omdat  het  vlak  waarop  hun  voeten  rusten  klaarblijkelijk  voor  beiden  hetzelde  is .  Voor  de  volgende  zijn  wij  uitgegaan  van  een  tweede  vluchtpunt  -  het  luchtpunt  -  waarin  twee  oplopende  evenwijdige lijnen  uitlopen  volgen  de  richting  waaronder  de  trap  oploopt .  Als  wij  ons  een  beetje  te  lang  hebben  opgehouden  bij  deze  figuren , dan  is  dat  omdat  wij  later  zullen  moeten  terugkomen  op  dezefde  soort  vragen .  Wij  zullen  dan  zien  dat  het  voor  de  tekenaar  onvermijdelijk  is  deze  regels  goed  te  kennen  om  zodoende  de  personen  die  hij  tekent  goed  op  hun  plaats  te  kunnen  zetten , evengoed  als  de  lijnen  en  de  vlakken  van  de  omgeving  waarin  hij  ze  plaatst .  In  fig . 40  merken  wij  nog  op  dat , naarmate  wij  deze  meisjes  van  laag  naar hoog  bezien , hun  voeten  en  zelfs  een  deel  van  hun  benen  onzichtbaar  worden .  Zij  worden  bedekt  door  de  verticale  vlakken  van  de  treden .  De  meisjes  staan  immers  midden  op  het  horizontale  vlak  van  de  treden  en  in  perspectief  zijn  die  vlakken ,  als  ze  boven  de  horizon  liggen , benedenwaarts  gericht .  Het  vluchtpunt  P'  in  fig .  40  noemen  wij  een  "luchtpunt "  omdat  het  boven  de  horizon  ligt  en  dus  het  vluchtpunt  is  van  een  oplopend  vlak .  Een  vluchtpunt  van  een  neergaand  vlak  noemen  wij  een  " aardpunt " en  dit  ligt  onder  de  horizon .  Wij  raden  U  aan   enkele  schetsen  te  maken  van  twee , drie  of  meer  personen , eerst  geplaatst  op  hetzelfde  vlak , daarna  op  verschillende  vlakken , doch  eerst  dan  wanneer  U  voldoende  geoefend  bent  in  het  schetsen  van  alleenstaande  modellen .  Op  deze  wijze  leert  U  dus  om  niet  meer  alleen  de  eigen  verhoudingen  van  elk  figuur  te  nemen , maar  ook  de  onderlinge  verhoudingen , waarbij  rekening  wordt  gehouden  met  de  ongelijke  lengte  en  met  de  veranderingen  die  hieruit  volgen  door  de  perspectief .


    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 . a , - FIG . 40 . - PERSPECTIEVISCHE SCHAAL VAN VERKLEINING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 12 . a ,

    Fig . 40 .

    De  perpectievische  schaal  van  verkleining .

    15-04-2006 om 00:00 geschreven door Freddy


    16-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47  en  48 .
    De  onderdelen

    16-04-2006 om 19:57 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47  en  48 .
    De  onderdelen .

    16-04-2006 om 19:59 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 . DE ONDERDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47  en  48 .
    De  onderdelen ,

    16-04-2006 om 19:59 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fig . 47  en  48 .

    16-04-2006 om 20:00 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fig . 47  en  48 .

    16-04-2006 om 20:01 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fig . 47  en  48 .

    16-04-2006 om 20:02 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47  en  48 .

    16-04-2006 om 20:02 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 47 EN 48 . DE ONDEDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 47  en  48 .
    De  onderdelen

    16-04-2006 om 20:04 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 50 . DE ONDEDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 50 .
    De onderdelen .

    Let  op  de  vorm  van  de  zoom  van  de  pantolon .  Observeer  dit  bij  verschillende  figuren .

    16-04-2006 om 20:12 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 49 . DE ONDEDELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 49 .
    De  onderdelen

    Hier  ziet  U  de  perspectievische  vormveranderingen  van  schoenen  in  verschillende  standen .

    16-04-2006 om 20:14 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 , b . PRAKTISCHE RAADGEVINGEN HET MODEL
    Art . 12 , b

    Praktische  Raadgevingen .

            Het  model

      Wij  gaan  ons  eerst  nog  even  bezighouden  met  de  plooien  in  de  kleding  en  kunnen  niet  voldoende  wijzen  op  het  grote  belang  hiervan .  Steeds  immer moet  het  lichaam  onder  de  kleren  voelbaar  blijven .  Een  mouw , broekspijp  of  een  jurk  zouden  leeg , "onbewoond "  schijnen  als  U  er  niet  de  plooien  in  zoud  aangeven , die  ontstaan  door  de  houding  en  het  gebaar  van  uw  model .  Wij  herhalen  dan  ook , dat  U  niet  op  goed  geluk  af  de  hals , de  armen  of  benen  uit  de  kleding  mag  laten  steken , indien  dit  niet  volkomen  verantwoord  is .  Het  is  dus  bijzonder  nuttig  om  eerst  schetsen  van  houdingen  en  bewegingen  te  maken  naar  een  levend  model  met  zeer  weinig  kleding ( bijv.  in  badpak  of  sportkleding ) .  Overigens  kunt  U  zelf  ook  als  model  dienen  en  gedeeltelijke  of  gehele  naaktstudies  maken  door  een  spiegel  van  voldoende  afmetingen  of  door  een  tweetal  spiegels  -  oordeelkundig  opgezet  -  voor  U  te  plaatsen .  Niets  is  zo  goed  om  een  beweging  te  " voelen "  en  te  begrijpen  dan  om  hem  zelf  uit  te  voeren  en  te  bestuderen .  Een  andere  uitstekende  oefening  is  om  doorschijnend  papier  op  akademische  naaktfoto's  te  leggen  en  er  de  kleding  op  te  tekenen .  Ook  op  die  wijze  krijgt  U  een  goed  begrip  van  de  nauwe  betrekking  tussen  het  naakt  en  de  kleding .  De  omgekeerde  bewerking , nog  steeds  op  een  stukje  doorschijnend  papier , is  het  schetsen  van  het  naakt  op  een  foto  van  een  gekleed  model .  U  kunt  zich  daarbij  laten  leiden  door  de  punten  van  het  naakt  die  duidelijk  onder  de  kleding  zichbaar  zijn .  Dat  zal  uw  visuele  geheugen  en  uw  voorstellingsvermogen   oefenen , waarbij  U  steunt  op  vroegere  waarnemingen .  Na  veelvuldig  oefenen  zult  U  dan  stellig  in  staat  zijn , U  zich  een  beeld  voor  ogen  te  halen  van  de  werkelijke  lichaamsvormen , hun  houdingen  en  bewegingen .  

     

    16-04-2006 om 20:20 geschreven door Freddy


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 12 , c . DE ONDERDELEN
    Art .Nr . 12 . c

    De  ondedelen

      In  al  deze  oefeningen  gaat  het  erom  het  belangrijkste  te  ondekken  en  weer  te  geven .
    Wij  zullen , in  deze  geest ,  de  verschillende  onderdelen  van  het  lichaam  nader  bestuderen , evenals  de  verschillende  onderdelen  van  de  kleding ; elk  van  beide  dus  apart  gezien .  Wij  zullen  trachten  om  het  zeer  eenvoudig  weer  te  geven , in  alle  rust , te  beginnen  bij  de  stilstaande  figuur .

    Evenwel  zullen  wij  deze  onderdelen  vanuit  verschillende  standpunten  bezien .  Het  ideaal  zou  zijn  indien  wij  er  langzamerhand  toe  zouden  komen  om , dank  zij  onze  ernstige  waarnemingen  en  studies , de  meest  kenmerkende  aangezichten  van  deze  onderdelen  " van  buiten  te  kennen " .  Deze  kennis  zal  U  namelijk  in  de  gelegenheid  stellen  om  uw  schetsen , die  een  beweging  tot  uitdrukking  brengen  en  te  schematisch  opgezet  zijn , aan  te  vullen .  Figuur  47  en  48  toont  U  duidelijk  hoever  U  kunt  gaan  in  de  vereenvoudiging  en  waartoe  U  moet  komen  in  dergelijke  oefenschetsen .  Deze  handen  en  voeten  enz . zijn  volkomen  teruggebracht  tot  hun  belangrijkste  lijnen .  Uitgaande  van  eenvoudige  vormen  kan  men  dan  verder  gaan  en  wij  laten  U  dit  op  Figuur  47  en  48  zien .  Maar  het  gaat  dan  al  meer  om  tekenen  dan  om  schetsen .  De  grens  tussen  deze  twee  is  niet  zuiver  te  omschrijven .  Hier  echter  moeten  wij  eerst  spreken  over  de  schets , en  langzamerhand , wanneer  U  met  ijver  blijft  oefenen , zult  U  in  staat  zijn  om  zich  vollediger  uit  te  drukken .  Voor  het  hoofd  en  het  gelaat  dienen  wij  ons  te  bepalen  tot  de  algemene  omtrek  van  de  schedel  en  van  het  gelaat , waarin  dan  verder  alleen  de  lijnen  van  de  gelaatstrekken  aangebracht  worden .  In  dezelfde  geest  gaan  wij  nu  te  werk  bij  het  weergeven  van  de  handen .  Dit  is  een  moeilijker  gedeelte  omdat  de  vorm  ingewikkelder  is  ten  gevolge  van  de  vele  gebaren .  Hier  zullen  wij  dus  nog  sterker  moeten  vereenvoudigen .  De  duim  en  de  vingers  geven  wij  aan  als  één  massa .  Is  het  gebaar  van  de  vingers  zeer  sprekend , dan  schetsen  wij  de  vingers  apart , doch  ook  heel  eenvoudig ; al  geven wij  de  scheiding  tussen  de  kootjes  met  een  enkel  streepje  aan .  Voor  de  voeten  en  het  schoeisel  zullen  in  de  meeste  gevallen  ook  alleen  de  contouren  voldoende  zijn .  Op  dezelfde  wijze  zullen  wij  de  onvermijdelijke  lijnen  en  plooien  van  de  kleding  vereenvoudigen .  Nog  even  komen  wij  terug  op  het  schoeisel .  De  grootste  moeilijkheden  leveren  de  verkortingen  op .  Maak  daarom  eerst  aparte  schetsen  van  dit  onderdeel  en  bekijk  schoenen , pantoffels  en  laarzen  van  alle  kanten ; van  boven  en  van  onderen , van  achteren  en  van  voren  en  ook  in  driekwart  aanzicht .  Let  goed  op  de  constructie  en  betrek  daarom  zoveel  mogelijk  hulp -  en  richting -  lijnen  in  uw  schetsen .  Het  is  stellig  aan  te  bevelen  om  voor  deze  schetsen  nog  eens  het  A.B.C.-scherm  te  voorschijn  te  halen  en  deze  schetsen  desnoods  op  het  ruitjespapier  uit  te  voeren .      

    16-04-2006 om 20:38 geschreven door Freddy




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!